Sterkhouder Torben Rhein na transferflirt vastberaden om FC Emmen bij de hand te nemen: ‘Ik wil de baas zijn’

Hij schrikt zich rot. Een moment lang denkt Torben Rhein: het zal toch niet? In shock trekt hij het rode trainingsshirt over zijn hoofd, kermend ligt hij op de grond. Toch niet mijn knie?

Niet veel later blijkt het allemaal mee te vallen, op het trainingsveld van FC Emmen. Maar het voorval geeft aan dat de zware knieblessure van zijn teamgenoot Luca Denk, die afgelopen maandag door zijn knie ging en waarschijnlijk de rest van het seizoen is uitgeschakeld, zijn sporen heeft nagelaten. Zeker bij Rhein, een van de beste vrienden van Denk.

„Ik overstrekte mijn knie, maar de testjes na afloop gingen oké. We kijken zaterdag verder”, zegt de 22-jarige spelmaker over zijn paniekmoment op de vrijdagtraining. „Het deed meteen veel pijn. En natuurlijk schrok ik extra vanwege de blessure van Luca.”

Rhein is aangedaan door het sportieve noodlot dat zijn kameraad trof. Het duo leerde elkaar kennen op de jeugdcampus van Bayern München, waar ze naast elkaar woonden. „We hebben een speciale band. Ik zag hem tien uur per dag. We trainden en speelden samen in de Onder 16. We zijn beste vrienden, gaan samen op vakantie. Het is zwaar om hem nu zo te zien. Ik hoop dat zijn operatie goed verloopt en ben ervan overtuigd dat hij op niveau zal terugkeren.”

Door het wegvallen van Denk is de hoop van FC Emmen nog meer gevestigd op de ingevingen van Rhein, de tweebenige technicus, die als voetballer opgroeide op de pleintjes van Berlijn. „Daar ben ik trots op. In Duitsland geldt dat als een soort kwaliteitskeurmerk. De speciale straatveldjes zijn in heel het land bekend. Helaas zijn jongeren tegenwoordig meer geïnteresseerd in de Playstation. Mijn generatie is de laatste die dag in, dag uit op deze veldjes speelde.”

Het had niet veel gescheeld of Rhein was dit seizoen slechts één keer op De Oude Meerdijk te bewonderen geweest, als speler in dienst van ADO Den Haag. Robin Peter, de voormalige coach van FC Emmen die nu de scepter zwaait in de hofstad, had zijn landgenoot dolgraag vastgelegd.

„Ik ben daar open over geweest tegen de club, tegen Nico Haak (technisch directeur, red.), tegen de coach. Toen ADO belangstelling toonde, heb ik meteen gezegd dat ik wilde praten. Het is een mooie club, in een leuke stad en met een goede coach. Het is begrijpelijk dat ik over een transfer heb nagedacht. Tegelijkertijd sprak ik ook steeds met Menno (Van Dam, coach van FC Emmen, red.). Ik voel me erg goed bij hem, daarom ben ik hier gebleven.”

Zodoende is Rhein nog altijd een sleutelfiguur in de plannen van zijn trainer. „Hij heeft vanaf de eerste dag uitgelegd wat zijn plannen met mij zijn. Dat geeft vertrouwen. Menno wil me aan de bal hebben, zodat ik creatief kan zijn. Als je het middenveld bezit, kun je domineren en wedstrijden winnen. Daar heeft hij goede ideeën over. Ik wil de baas zijn op het veld. Iedereen moet voelen: FC Emmen heeft vandaag het betere middenveld.”

Van Dam benoemde Rhein tot tweede aanvoerder. „Een teken dat Emmen vertrouwen in me heeft. Ik ben er trots op en wil het team helpen. Dit is mijn tweede seizoen hier. Ik ken de club, de competitie, het team en de stadions. Dat gaat me helpen. Ik verwacht van mezelf dat ik beter ben dan in mijn eerste jaar.”

Mogelijk duurt het nog even totdat hij die woorden kracht kan bijzetten. De middenvelder raakte in de eerste oefenwedstrijd op de velden van sc Angelslo al na vijf minuten geblesseerd aan zijn enkel. „In normale doen ben ik een goede speler. Maar ik heb bijna de hele voorbereiding gemist, ik heb geen oefenduel gespeeld. Ik moet nog volledig fit worden tijdens de competitie.”

De belangstelling van ADO heeft Rhein achter zich gelaten. „Ik ben blij dat ik voor FC Emmen speel, met een mooi team en een goede coach. Het is geen geheim dat ik niet de komende tien jaar in de KKD wil spelen. Maar eerst moet ik laten zien dat ik een volgende stap kan maken. Nog belangrijker is dat we als team presteren. Daar gaat het uiteindelijk om. De eerste wedstrijd was niet best, tegen Almere zullen we zondag wat moeten laten zien.”