Van de Portugese straatstenen via Duitsland naar het kunstgras van FC Emmen: dat is het hobbelige pad dat Rui Mendes bewandelde. Ooit hoopt hij in de Champions League te spelen
Rui Mendes, de Portugees-Duitse revelatie bij FC Emmen. Foto: Jaspar Moulijn
Van een onzeker bestaan in Portugal via Duitsland naar Drenthe. De weg van Rui Mendes (22) naar het profvoetbal was lang en ietwat hobbelig. Inmiddels heeft Das Phantom zich opgewerkt tot de revelatie van FC Emmen, waarmee hij op de drempel van de eredivisie staat.
Rui Mendes weet het nog goed. De eerste zeven jaren van zijn leven groeide hij op in een klein Portugees dorp genaamd Gondar, op zo’n 40 kilometer afstand van het ‘grote’ Porto. Vader, moeder, broer, ooms, tantes, opa’s en oma’s: ze woonden er allemaal. Te midden van die veilige, familiaire omgeving ontwikkelde de kleine Rui een passie voor voetbal. Vaak was hij op de straten van Gondar te vinden, een balletje trappen met zijn broertje. In clubverband voetballen zat er tot zijn eigen teleurstelling niet in. Totdat zijn wereld behoorlijk op de kop werd gezet.
Een nieuw leven in Duitsland
„Toen ik zeven was, besloten mijn ouders een risico te nemen”, zegt Mendes. „Om mijn kleine broertje en mij een beter leven te geven, verhuisden we naar het Duitse Osnabrück. Ze zeiden dat het leven daar beter was en het geld ook. We probeerden het en het slaagde. Ik moet hen daarom ook bedanken, want het leven van mij en mijn broertje is nu zeer goed. Als we waren gebleven, dan was dat waarschijnlijk niet zo geweest. Portugal is een fantastisch land, maar dingen als onderwijs en salarissen zijn in Duitsland beter geregeld. Bovendien is er in Duitsland in elk dorp een voetbalclub.”
Toch duurde het nog even voordat Mendes in teamverband zou gaan voetballen. Een kleine twee jaar na de verhuizing naar Osnabrück, de stad waar zijn ouders nog altijd wonen, kwam het er dan eindelijk van. „Ik was die dag vroeg vrij van school, waarna ik op het veld van de lokale voetbalclub TSG Dissen mijn skills oefende. Op een gegeven moment vroeg iemand mij wie ik was. Ik kon nog amper Duits, dus ik brabbelde maar iets. Waarna diegene vroeg of ik met zijn elftal mee wilde doen. Hij bleek jeugdcoach te zijn bij TSG Dissen. Mijn vader bracht vanuit huis snel mijn voetbalschoenen.”
Rui Mendes (l) viert feest met Ole Romeny en Reda Kharchouch (r). Mendes heeft zojuist de score geopend tegen Jong FC Utrecht. Foto: Dijks Media / Cor Lasker
Werken onder Julian Nagelsman
De rest is geschiedenis. Mendes stak die wedstrijd met kop en schouders boven iedereen uit. TSG Dissen won met 3-1 en de creatieve aanvaller uit Gondar scoorde tweemaal. Mendes bleef er twee jaar plakken, waarna hij via SV Bad Rothenfeld en Viktoria Georgsmarienhütte bij profclub DSC Arminia Bielefeld belandde. Drie jaar excelleren in de jeugd en de belofte een profcontract te kunnen tekenen, mochten niet baten. Mendes moest bij nader inzien toch vertrekken. Pogingen van zijn zaakwaarnemer hem elders onder te brengen, leidden hem naar het tweede elftal van TSG 1899 Hoffenheim.
„De eerste dag dat ik daar stage mocht lopen, zei de trainer al dat ik mocht blijven. Ik speelde er vervolgens drie jaar, waarvan ik de eerste twee jaar met het eerste elftal mocht meetrainen, onder leiding van Julian Nagelsmann (de huidige trainer van grootmacht Bayern München, red.). Daarna kwam Alfred Schreuder en trainde ik vaker niet dan wel mee; het laatste jaar helemaal niet meer. Achteraf denk ik: dat was niet helemaal juist, ik had meer moeten spelen. Het verschil tussen mij en die anderen was niet heel groot. Maar ja, corona gooide roet in het eten. Trainen met de profs werd lastig.”
Thuiskomen bij FC Emmen
Mendes vertrok. In het halfjaar dat daaraan vooraf was gegaan, hadden hij en zijn zaakwaarnemer FC Emmen al op het oog. In de hoop dat de Drentse club zich in de eredivisie zou weten te handhaven, hield de aanvaller wekelijks de prestaties van de Emmenaren in de gaten. Het bleek ijdele hoop. In de play-offs was NAC Breda een maatje te groot en restte niets anders dan de gang naar de eerste divisie. Toch trok de zaakwaarnemer van Mendes aan de juiste touwtjes en mocht zijn pupil op snuffelstage op De Oude Meerdijk. De technische staf had niet lang nodig om van zijn kwaliteiten overtuigd te raken.
„Ik voelde mij hier direct thuis. Als je in Duitsland ergens stage loopt en je gaat in de kleedkamer op de plek van iemand anders zitten, dan wordt je algauw weggebonjourd en naar een andere plek verwezen. In Emmen niet. Hier had alles direct iets familiairs. Mensen waren aardig en ik mocht de coach al vanaf het begin. Ook handig dat hij een beetje Duits spreekt. Daarnaast ligt het spel dat hier in Nederland wordt gespeeld mij wel. In Duitsland ligt er minder ruimte op het veld, is het spel fysieker. Hier is het voor een buitenspeler prachtig. Er ligt veel ruimte, ik kan veel in de diepte lopen.”
Rui Mendes vindt tegen MVV Maastricht het doel namens FC Emmen. Foto: Henk Jan Dijks
Rui Mendes, Das Phantom
Dat het Nederlandse voetbal Mendes inderdaad ligt, blijkt wel uit de statistieken. Hij heeft zich in de reguliere competitie met dertien doelpunten inmiddels opgewerkt tot topscorer van FC Emmen en bereidde daarnaast zeven keer een treffer voor. Vooral in de laatste weken is de aanvaller op stoom: hij scoorde in elk van de laatste zeven duels en tilde zijn ploeg meermaals over een dood punt heen. Zodoende hielp hij FC Emmen onlangs nog met een slimme loopactie en beheerste afwerking aan een punt tegen De Graafschap. Een belangrijk resultaat in de verwoede strijd om promotie.
Zijn prestaties in Emmen hebben Mendes bij sommigen mensen binnen de club de bijnaam Das Phantom opgeleverd. Zo werd voormalig topschutter Roy Makaay in zijn tijd bij Bayern München ook genoemd. Een onopvallende voetballer die je pas zag nadat hij beide armen in de lucht hief, na weer een doelpunt te hebben gescoord. Qua spel zijn beide voetballers niet met elkaar te vergelijken, qua uitstraling evenmin. Wel duikt Mendes zoals tegen De Graafschap soms opeens op om ongenadig hard toe te slaan, net zoals Makaay dat in zijn beste dagen bij de Duitse recordkampioen ooit deed.
Een droom die uitkomt
Mede dankzij het vernuft van Mendes staat FC Emmen zes punten ‘los’ van naaste achtervolger FC Volendam en is de voorsprong op FC Eindhoven, de nummer drie van de ranglijst, opgelopen tot tien punten. Vrijdagavond op bezoek bij FC Dordrecht kan de Drentse ploeg bij een zege promotie naar de eredivisie veiligstellen. „Een droom die uitkomt”, zegt Mendes. „Ik heb nog nooit meegemaakt dat ik met mijn ploeg zoveel wedstrijden op rij won of dat we konden promoveren. Ik ben in mijn leven al twee keer gedegradeerd. Bij Hoffenheim ging het om spelers ontwikkelen, niet om promoveren.”
Toch kan niet onder stoelen of banken worden geschoven dat Mendes, hoe belangrijk hij nu ook voor FC Emmen is, dit seizoen een mindere periode kende. Na de winterstop zette trainer Dick Lukkien hem daarom op de bank. „Toen de club met Ole Romeny, Mart Lieder en Metehan Güclü ook nog eens drie aanvallers haalde, dacht ik: ‘shit, mijn tijd is gekomen’. Maar ik geef nooit op. Ik wist dat het team mij nodig had en ik wilde ook iets aan het team geven. De diepte die ik in mijn spel heb, hebben niet veel spelers. Toen dacht ik: ‘Ik geef alles, niet te veel over nadenken; spelen en genieten’. Dat deed ik.”
Rui Mendes namens FC Emmen in een eerder duel met Dennis Vos van Jong PSV. Foto: Dijks Fotografie / Cor Lasker
Spelen voor het nationale elftal
Van de Portugese straatstenen via Duitsland naar Drenthe. Het kan verkeren. „Zonder mijn ouders was ik niet waar ik nu ben”, zegt Mendes vastberaden. „Als ik vroeger een keer niet zelf naar de training kon, dan verliet mijn vader zijn werk om mij te brengen. Ik weet nog wel dat in de jeugd niet veel vaders en moeder langs de lijn stonden, maar die van mij waren er altijd. En nog steeds zijn ze dat, ook bij uitwedstrijden. Als ik scoor, kijk ik naar ze en zie ik hun blije gezichten. Door goed te presteren, probeer ik ze terug te betalen. Promotie naar de eredivisie zou daar zeker aan bijdragen.”
De ultieme terugbetaling aan zijn ouders is echter van een heel andere categorie. „Ik wil altijd het hoogst mogelijke niveau bereiken. Ooit wil ik in de Champions League spelen, uitkomen voor het Portugese nationale elftal en luisteren naar het volkslied. Als dat ooit gebeurt, dan kan ik zeggen dat ik ze echt heb terugbetaald. Of spelen voor FC Porto, mijn favoriete club. Zou ook geweldig zijn. Tijdens vakanties namen ik, mijn vader en broertje altijd een kijkje in het Estádio do Dragão en kochten we de nieuwste shirts met onze namen erop. Nu niet meer hoor, ik heb nu mijn eigen shirt met mijn naam.”