In zijn eerste column na het zomerreces haalt Hans Nijland herinneringen op aan het mogelijke kampioensjaar van FC Groningen. Verder deelt hij zijn ergernissen over de transferperiode.
Het is de waanzin ten top. De competitie was gestart, de eerste Europese wedstrijden waren gespeeld, maar er konden nog lange tijd spelers getransfereerd worden. Zo kon een team er op 2 september heel anders uitzien dan bij de start van de competitie. De seizoenkaarthouder en sponsor weet volstrekt niet waar-ie aan toe is.
Ik ben helaas geen bondsvoorzitter geworden. Een gemiste kans voor het voetbal, want als ik de functie had bekleed, was ik de dialoog aangegaan met Aleksander Ceferin, de baas van de UEFA, die overigens gelijkenissen heeft met een potentaat. Ik had met de vuist op tafel geslagen en geëist dat de transferdeadline naar 1 augustus zou worden verplaatst. Al realiseer ik me dat Ceferin niet bovenmatig onder de indruk zal zijn van een boertje uit Groningen.
‘Erger me groen en geel’
Waar ik me ook groen en geel aan erger zijn spelers die hun zin niet krijgen over een transfer en staken, zich ziekmelden of met andere ongein komen. Teun Koopmeiners is daar een voorbeeld van. Die jongen verdiende een meer dan fantastisch salaris bij Atalanta Bergamo, maar gooide zijn kont tegen de krib op het moment dat Juventus interesse toonde.
Zo’n speler zegt dan dat er met Atalanta is afgesproken dat ze meewerken als een mooie club zich meldt. Dan moet zijn zaakwaarnemer maar zorgen dat het op papier staat. Dat is vaak niet het geval. Zo’n speler moet mopperen bij zijn agent, niet bij de club. Het was waarom ik altijd tegen spelers zei: sluit aan bij de contractbesprekingen, het gaat over jouw portemonnee en toekomst.
‘De Amsterdammers wilden ons verzwakken’
Als directeur van FC Groningen heb ik het zelf ooit ook bij de hand gehad. In het seizoen 2007-2008 stonden we op 23 januari op de derde plek, met vier puntjes achterstand op PSV en één punt op Ajax. In de laatste week van de transferwindow had Ajax ineens interesse in Bruno Silva. Die Amsterdammers wilden ons verzwakken, daar ben ik van overtuigd.
Ingefluisterd door zijn zaakwaarnemer ging Silva staken. Er ontstond een onwerkbare situatie en wij verkochten hem voor 4 miljoen. Het bleek de losschietende steen die een lawine veroorzaakte, want we raakten die week ook nog Rasmus Lindgren en Erik Nevland kwijt.
Ik heb toen tegen Jan Mennega, die FC Groningen voor DVHN volgde, gezegd: als FC Groningen ooit kampioen had kunnen worden, was het dit seizoen.
Misschien was dat wat opportunistisch, maar wie bang is om te falen, is niet klaar voor succes.