Be Quick-trainer Paul Matthijs. Foto: Hilbrand Dijkhuizen
Zaterdag start voor de voetballers van Be Quick 1887 de competitie in de vierde divisie D, met een uitwedstrijd bij Buitenpost. Trainer Paul Matthijs heeft zijn verwachtingen alvast flink naar beneden bijgesteld. ‘Handhaving is een reëel doel nu.’
Hij had er zo’n zin in, toen hij begin februari werd gepresenteerd als de nieuwe hoofdtrainer van Be Quick 1887. Inmiddels heeft Paul Matthijs (46) vooral kopzorgen over zijn selectie. Want die is veel te mager, zegt de oud-prof die op zijn 15e in de jeugdopleiding van FC Groningen terechtkwam en in totaal tien seizoenen in de hoofdmacht van de FC speelde. ,,Van de basis zijn vier, vijf spelers over. Dat is echt veel te weinig.’’
Een compleet elftal liep in juni de poort op de Esserberg uit, waaronder veel vaste basisspelers. Zo vertrokken Gertjan Liewes (Jubbega), keeper Robert Smit, die stopte, Daniel Teune, die in Barcelona gaat studeren, Pim Betzema (Harkemase Boys), Martijn van Maastrigt (VEV’67), Jolt Postma (Harkemase Boys), Wilko van der Kooi (Velocitas), Ken Raghoebar (gestopt) en Djarni Leidelmeijer (Oranje Nassau), en slechts twee spelers kwamen ervoor terug.
Tot overmaat van ramp zijn die twee, Mike Weidgraaf en Armando Kremer, die overkwamen van FC Lewenborg, alweer vertrokken bij Be Quick. ,,Eentje heeft twee keer meegetraind, de andere helemaal niet’’, vertelt Matthijs. ,,Driemaal in de week trainen vonden ze te veel. Tja, zo gaat dat tegenwoordig.’’
‘Kun je ook op anticiperen’
Waar de ‘Good Old’ er de afgelopen jaren wel in slaagde goede vervangende spelers naar de Esserberg te halen, dat lukte dit jaar dus helemaal niet. En daar baalt Matthijs vooral van. ,,Met alle respect hoor voor de mensen van de technische commissie, maar daar had ik wel iets meer van verwacht. Ik weet dat de club pas laat wist dat sommige spelers gingen vertrekken. Enkele dagen voor de deadline van 15 juni hebben zich nog een paar afgemeld. Maar daar kun je als club ook op anticiperen. Mij werd in februari verteld dat het allemaal wel goed zou komen.’’
Hoe dan ook, Matthijs moet het doen met vaste waarden als Joris Reiziger, Yoran Cats, Mark Versteegen, Marshelon Pourier, Nagash Amatsaleh, Robbin van Kooten, Sil Kramer en Hugo Stoker, die op het laatste moment toch besloot te blijven, aangevuld met enkele spelers van het Onder21-team. ,,Dat zijn prima jongens’’, zegt Matthijs, ,,goede voetballers, zeker. Maar die moeten vooral nog stappen maken op mentaal gebied en qua ervaring. Ze missen natuurlijk nog gogme, worden sneller zenuwachtig dan nodig is. Maar goed, we gaan ermee aan de slag.’’
Comeback bij de FC?
En dus is Matthijs in zijn eerste functie als trainer van een seniorenteam weer een beetje terug in de rol waarin hij bij FC Groningen jaren functioneerde: jeugdtrainer. ,,Ja, dat is wel grappig’’, zegt de oud-middenvelder die elf jaar als jeugdtrainer bij de FC werkte en met FC Groningen Onder-17 in 2019 zelfs kampioen werd. ,,De vaardigheden die ik toen heb geleerd komen me nu van pas.’’
Of hij nog wel eens denkt aan een comeback in Euroborg en op Corpus den Hoorn, nu zijn voornaamste tegenstander daar, Mark-Jan Fledderus, het veld heeft geruimd? ,,Ik volg FC Groningen natuurlijk nog steeds heel erg. Wat een verschrikkelijke wedstrijd was dat maandag zeg. Maar ik zie gewoon dat ik eigenlijk gelijk heb gehad. Ze hadden natuurlijk naar me moeten luisteren, maar dat is achteraf. Ik heb nu de ambitie om een zo goed mogelijke seniorentrainer te worden. Ik heb mijn TC-1 en mag dus assistent in het betaald voetbal worden. Wie weet gaat dat ooit gebeuren. Ik sta er open voor.’’
Hij heeft zijn handen ook aardig vrij, want dochter Esmee (21) woont inmiddels in Leiden, waar ze criminologie studeert, en zoon Daan (19), die nog wel inwoont in de prachtige watervilla van pa aan het Paterswoldsemeer, studeert bewegingswetenschappen in Stad. ,,Ik zou dus best wat verder van huis kunnen’’, zegt Matthijs.
Maar eerst zal hij zijn visitekaartje moeten afgeven bij Be Quick, te beginnen zaterdag, in de uitwedstrijd bij Buitenpost. ,,Ik heb me nog niet in die ploeg verdiept, maar dat doe ik de komende dagen. Ik ben tot nu toe vooral met onze eigen selectie bezig geweest. Laten we eerst maar eens een goede ploeg kunnen opstellen en ons handhaven. Dat is een reëel doel, denk ik.’’
‘Roeien met de riemen die we hebben’
De onvrede van hoofdtrainer Paul Matthijs is begrijpelijk, zegt Be Quick 1887-voorzitter Johan Vreeken. ,,Hij heeft ook gelijk. Te veel jongens zijn weggegaan. Goede spelers kunnen bij andere clubs flink verdienen, terwijl ze twee- in plaats van driemaal per week hoeven te trainen. Een van onze jongens gaat 800 euro per maand verdienen, heb ik begrepen, met een lease-autootje erbij. Ja, houdt dat maar eens tegen. Wij betalen nu eenmaal niet. We moeten roeien met de riemen die we hebben.’’
Vreeken heeft ook begrip voor de kritiek die zijn hoofdtrainer heeft op het technisch beleid van de club. ,,Ik moet ook eerlijk zeggen, en dit zullen sommigen binnen de club me niet in dank afnemen, dat ik vind dat we de laatste jaren een vrij slecht technisch beleid hebben gehad, met te veel persoonlijke belangen die speelden. We hebben twee oude getrouwen, Bert Mak en Dick Osinga, bereid gevonden die rol op zich te nemen en dat hebben ze met ontzettend veel inzet gedaan. Maar de maatschappij verandert en spelers komen nu eenmaal niet meer automatisch naar Be Quick. Gelukkig hebben we nu twee nieuwe tc-leden, echte Be Quick’ ers, waar ik veel van verwacht. Dus ik denk dat we komend jaar de boel beter op orde hebben.’’
Bovendien, zegt Vreeken: kijk ook naar de jongens die wél zijn gebleven. ,,Spelers als Joris Reiziger, Yoran Cats en Mark Versteegen, dat zijn natuurlijk heel goede voetballers. Met Paul hebben we bovendien een geweldig goede trainer, eentje die volgens mij een toekomstig betaalvoetbaltrainer is. Daarom denk ik dat we ons vrij makkelijk kunnen handhaven en een plek in de middenmoot lijkt me goed haalbaar. En waarom pakken we niet weer de laatste periode?’’