Actiegroep Dolle Mina's hield zondag een mars tegen femicide in Groningen. Corné Sparidaens
Door de jaren heen is het denken over femicide veranderd. Woorden doen ertoe en we hebben de juiste term nog steeds niet gevonden. Het gaat niet over vrouwen, maar over mannen.
„Crime passionel, misdaad uit hartstocht”, zong Frank Boeijen in de jaren tachtig. „Vlaag van waanzin, de vriend, de scheiding, de kinderen... alles voorbij.” De zanger werpt vragen op: hoe ver kan een mens gaan, wie bepaalt de grens en wat is goed of slecht?
Wat we inmiddels femicide zijn gaan noemen, had jarenlang een bijna romantische bijklank. Mannen die een vrouw niet konden krijgen of dreigden te verliezen en dan naar het laatste middel grepen, daar had de samenleving wel een beetje begrip voor. Overmand worden (interessant woord, hier komt geen vrouw aan te pas) door emoties kan iedereen overkomen. Uiteraard is het niet de bedoeling om dan het recht in eigen hand te nemen, maar het zegt wel iets over hoe diep de liefde zit. Een beetje vergoelijkend, zou je nu zeggen, was toen het gevoel. „Wie heeft het laatste oordeel?”, vroeg Frank Boeijen zich af.
Lees verder onder het filmpje
Zo rond de eeuwwisseling begon dit beeld te kantelen. Een man die zijn vrouw vermoordde, dat werd een ‘misdrijf in de relationele sfeer’. Nog steeds niet iets waar de samenleving zich heel druk over maakte, want het gebeurde achter de voordeur. Daar bleef je liever weg. Niet zelden waren er ook berichten van mannen die, verzeild in een scheiding, ook hun kinderen om het leven brachten. Dat noemden we dan kortheidshalve een ‘familiedrama’.
Jarenlang heeft die term in de koppen van kranten gestaan. Totdat het besef doordrong dat een familiedrama eigenlijk nog iets te gezellig klonk. Ruzie aan het kerstdiner of stroeve afwikkeling van een erfenis, dat zijn drama’s in een familie. Een mens die een familielid met voorbedachten rade om het leven brengt is een moordenaar.
Noem het beestje bij de naam
Een jaar of vijf geleden kwam het woord femicide in beeld. Vrouwenmoord. Het werd tijd om het beestje bij de naam te noemen. Want bijna altijd als een vrouw wordt vermoord, is dat vanwege het feit dat zij vrouw is, zo was de redenering. Na recente gevallen van vrouwenmoord werd afgelopen weekend in Groningen betoogd tegen femicide. De grote vraag was tegen wie er eigenlijk gedemonstreerd werd. „Het gaat om bewustwording”, zei een aanwezige. „Dat je ook in je eigen vriendenkring hierover na gaat denken.” Niks mis mee, laat dat duidelijk zijn.
Tegelijk maakt de vraag ‘tegen wie demonstreren we eigenlijk?’ wel duidelijk dat we met het woord femicide nog steeds niet op het juiste spoor zitten. Want, zo erkennen ook de deelnemers aan deze betoging en aan andere stille tochten die zijn gehouden na weer een geval van vrouwenmoord: je lost het probleem niet op met aandacht voor het slachtoffer. Het gaat om de dader.
Slachtoffer is niet zomaar een vrouw
Een man wordt nooit vermoord enkel en alleen omdat hij een man is. Zo wordt ook een vrouw niet simpelweg vermoord omdat ze vrouw is. Het is niet zo dat willekeurig welke vrouw slachtoffer kan zijn van de specifieke dader. Een vrouw wordt vermoord omdat ze ‘iemands’ vrouw is. Iemands partner. En die iemand denkt dat de band tussen hem en het slachtoffer een bijzondere macht geeft. Vaak kan die iemand niet met zijn emoties omgaan, kan hij zich moeilijk uiten en/of heeft hij een probleem met zijn agressiviteit of met manipulatief gedrag. De man (want daar gaat het altijd om) kan ook problematische denkbeelden hebben over relaties.
Je lost het probleem niet op met aandacht voor het slachtoffer. Het gaat om de dader
Door het woord femicide, vrouwenmoord te gebruiken, ligt de focus dus op de verkeerde persoon. Woorden als roofmoord, drugsmoord en lustmoord reflecteren op de daad zelf en de dader. Je zou dus een woord willen vinden dat de verantwoordelijkheid legt waar die hoort. Scheidingsmoord. Eerwraakmoord. Het bekt misschien minder lekker. Maar wat mij betreft zou partnermoord of dochtermoord al beter zijn.
Alarmknop en seksuele voorlichting
Woorden geven een richting. Oplossingen op de korte termijn liggen in de bescherming van het slachtoffer, bijvoorbeeld door bedreigde vrouwen een alarmknop te geven. Op de lange termijn moet de samenleving met zichzelf aan de slag. Daders en slachtoffers, zo is gebleken, hebben vaak geen stevig fundament meegekregen en zijn sowieso al kwetsbaar. Kinderen, met name jongens, moeten gestimuleerd worden om zich te uiten. Rolpatronen moeten worden besproken en ter discussie worden gesteld. Verwachtingen over relaties moeten aan de orde komen bij seksuele voorlichting.
Het juiste woord is uiteindelijk van ondergeschikt belang. Maar als je ziet waar we vandaan zijn gekomen, weet je ook dat we er nog lang niet zijn. Woorden doen er wel toe. En erover praten nog veel meer.
Marjan Koekoek is eindredacteur van Dagblad van het Noorden.