De intercity schommelt in boemeltempo Groningen binnen. Het is het einde van een lange dag, ook voor de conducteur. Hij laat de etiquette vieren en begint een luchtig omroeppraatje.
Over dat we de vertraging vanaf Zwolle toch maar mooi hebben ingelopen en dat we onze spulletjes vooral mee moeten nemen naar huis – ‘dat scheelt ons weer een hoop gedoe’.
Vervolgens drukt hij iedereen op het hart dat we niet moeten vergeten om uit te checken. „Al kan dat bijna niet meer nu de poortjes er zijn”, zegt hij, hoorbaar tevreden met de verbouwing van het Hoofdstation. „Maar je hebt er natuurlijk altijd van die kansparels tussen zitten.”
Sarcastische samentrekking
Ik had niet verwacht die term ooit via een officiële intercom te horen (maar zo had ik wel meer dingen nooit verwacht) en vraag me voor het eerst af waar die vreemde term eigenlijk vandaan komt.
Ik google en lees: ‘Sarcastische samentrekking van twee woorden met een positieve betekenis die vaak opduikt in extreemrechtse kringen. Bedoeld wordt: iemand die de kansen die hij in de samenleving krijgt in de wind slaat. De term werd wellicht bedacht door de Nederlandse shocklog GeenStijl.’
Wellicht, denk ik zelf sarcastisch, heeft GeenStijl de term alleen bedacht voor mensen van kleur die hun leven verprutsen. Witte Nederlanders die er met de pet naar gooien vallen er nooit onder, terwijl ze toch zeker zoveel kansen krijgen.
In de trein reageert niemand op de uitspraak van de conducteur. We zijn allemaal moe en murw en als dingen maar vaak genoeg gezegd worden, raakt iedereen eraan gewend. Ik neem mijn tas mee – scheelt inderdaad gedoe – en stap uit.
Met ogen van de conducteur
Als ik uitcheck bij de poortjes in de nieuwe ondergrondse stationshal, zie ik aan de overkant een jongen. Hij glipt behendig achter een incheckende man aan door de deurtjes. Het is een jongen van een jaar of 16 met een Noord-Afrikaans uiterlijk.
Hij valt me op omdat ik rondkijk met de ogen van de conducteur. Op zoek naar jongens zoals hij – en daar is ie al meteen. Je zou er zomaar sarcastisch en stigmatiserend van kunnen worden.
Als ik bij wijze van tegenwicht bedenk dat ik de achtergrond van die jongen helemaal niet ken, realiseer ik me dat ik ook niks wist van de conducteur toen ik hem op basis van één woord meteen in een bepaalde hoek plaatste. Woorden doen ertoe zeggen ze dan, maar de mensen erachter nog meer.
Het verbouwde Hoofdstation wordt inderdaad mooi en gaat steeds meer lijken op dat van een echte grote stad. Op weg naar de fietsenstalling kijk ik met de menigte mee naar de grond. Het is het einde van een lange dag. Voor iedereen.