Heeft hij dromen? Ongetwijfeld. Welke zijn dat? En laat hij zich daardoor leiden? Het zijn vragen die ik me vaak stel als ik hem, Donald Trump, aan het woord hoor of in beeld zie.
Stel nu eens dat Donald Trump en wij te horen krijgen dat hij morgen overlijdt en dat door ons, door het grote publiek dus, hem nog één korte vraag mag worden gesteld.
Wat mij betreft is die vraag welk rapportcijfer hij geeft aan de manier waarop hij geleefd heeft. In wezen een vraag naar de discrepantie tussen zijn levensdromen en de werkelijkheid op een moment dat aan de eventuele kloof daartussen niets meer te veranderen valt.
Het is die kloof ook waarin mensen vaak een leven lang ongewenste en pijnlijke gevoelens hebben geprobeerd te storten, om deze zo aan hun bewustzijn te onttrekken. Denk aan stellen die hun relatie fantaseerden op een manier die nooit verwerkelijkt zou worden en die toch doormodderden in de hoop dat op een dag ... die nooit kwam, zoals ze in hun stervensuur bitter vaststellen.
Of denk aan ouders die hun kinderen en de relatie met hen voorstelden op manieren die nooit bereikt konden worden. En zich daarom vol frustratie van elkaar hebben afgekeerd. Of aan politici die zich de samenleving droomden op manieren die nooit waargemaakt konden worden, en zich vol woede en wraakzucht gedesillusioneerd hebben teruggetrokken.
‘Leidende’ dromen
Als we een leven – dus ook ons eigen leven – willen beoordelen moeten we de ‘leidende’ dromen ervan onderkennen, evenals de kloven met de werkelijkheid die niet overbrugd konden worden.
En toch: als de vorige generatie iets wezenlijks aan de volgende heeft na te laten dan zijn het haar dromen en daarbij opgedane wijsheden en begane onwijsheden.
Zo blijkt uit onderzoek dat voor zover volwassen kinderen goede herinneringen aan hun overleden ouders bewaren dat weinig of niets te maken heeft met eigenschappen als intelligentie, prestaties en rijkdom, maar heel veel met waar die ouders voor stonden, wat hun waarden en dromen waren en, ongeacht succes of niet, in hoeverre zij zich hebben ingespannen die waar te maken.
Dat is precies waarom mensen als Jezus Christus, Boeddha, Lao-Tse, Mahatma Gandhi of Martin Luther King nog altijd worden herinnerd. Niet vanwege hetgeen ze in praktische zin hebben gepresteerd of de bezittingen, voorwerpen, kunstuitingen of uitvindingen die ze achterlieten. Wij her-inneren hen vooral vanwege de dromen die ze hebben gekoesterd en aan ons hebben nagelaten.
Rechtvaardige en waardige dromen
Als we de dromen van een mens verwerpen leeft deze hoogstens via ons voort als een mens die juist geen ‘voorbeeld’ voor ons is. Het rapportcijfer voor het leven van zo’n mens is een onvoldoende.
Maar als we iemands dromen tot de onze maken, zoals bijvoorbeeld tal van Amerikanen, zwart en wit, gedaan hebben met de dromen van Martin Luther King (’Ihave a dream’), omdat het rechtvaardige en waardige dromen zijn, dan worden hun beelden voorbeelden. Daarom: follow their dreams, als ze rechtvaardig en waardig zijn.
En wat Donald Trump betreft hoop ik dat zijn leidende droom inderdaad de Nobelprijs voor de Vrede is, en dat hij die waard zal blijken. Zodat er op dat vlak geen zorgen zijn over zijn rapportcijfer in het uur van zijn dood.
Want zoals Wolfgang von Goethe na een uiterst daadkrachtig leven toch erkende: ‘Bij een mens heb je uiteindelijk minder aan de dingen die deze in deze wereld heeft gedaan, dan aan de dromen, de idealen, die deze aan haar heeft toegevoegd’.