Het is moeilijk om niet cynisch van het wereldnieuws te worden dezer dagen. Rusland lanceert per dag meer drones, in de Rode Zee krijgen nietsvermoedende matrozen raketten op hun hoofd en als je denkt dat het allemaal niet erger kan is Tom Egbers opeens terug op tv.
Als klap op de vuurpijl probeerde de Israëlische premier Netanyahu deze week de Amerikaanse president Trump voor de Nobelprijs van de Vrede te nomineren. Hij had een brief aan het Nobelcomité geschreven en hij hoopte vurig dat de selfmade keizer uit New York de prijs zou krijgen. Een door het Internationaal Strafhof gezochte engnek die een genocide zo lang mogelijk rekt om maar premier te kunnen blijven, die een met bunkerbommen en handelsoorlogen smijtende bullebak voor de grootste vredesprijs op aarde voordraagt: een mens zou van minder in lethargische droefenis wegzinken.
Maar dat wil ik niet. Ik wil niet bitter zijn, ik wil niet cynisch worden. Ik wil niet denken dat het nooit meer goed komt, ik wil vrolijk blijven, juist tegen de klippen op. Ik wil aan een touw trekken en dat er warme sneeuw begint te vallen. Dus nomineer ik de kindertandpasta naast de wasbak voor de Nobelprijs van de Vrede. Die ruikt zoet en er staat een schattig zeehondje op die met zijn flippers een papieren bootje heeft gevouwen, dus die tandpasta heeft al meer voor de vrede gedaan dan Trump. Ik vind dat die tandpasta de Nobelprijs echt verdient.
Waar is de kritische toon?
Maar daar zwelt de kritiek al aan: dat is naïef en met zo’n opstelling ontken je de ellende in de wereld. Waarom richt je je, als krantencolumnist, op kindertandpasta terwijl je je schijnwerper op misstanden zou moeten laten schijnen. Waar is je kritische toon? Met vrolijkheid verander je niets in de wereld en naïviteit is alleen voor hen die het zich kunnen veroorloven. Het is een luxe die verwerpelijk is, gratuit!
Opeens sta ik op een splitsing en moet ik kiezen tussen twee richtingen, tussen realistisch verdriet of naïeve vrolijkheid. Het is een lastige keuze omdat de pleitbezorgers van realisme vaak mensen zijn die zich wel degelijk inzetten voor een betere wereld, terwijl de pleitbezorgers van een naïeve, gezellige toon het, nou ja… vooral gezellig willen houden. Ik moet eerlijk toegeven dat ik nog steeds regelmatig twijfel welke kant ik op moet gaan.
Alle politiek begint met woorden
Op zo’n moment is het goed om te beseffen dat alle politiek begint met woorden. Het zijn niet de daadwerkelijke gebeurtenissen die de politiek, en dus de woorden, een bepaalde richting uitduwen, het zijn de woorden die de wereld vormgeven, een slinger geven, pas daarna komt het fysieke effect. Dus ja, het is nu, in de huidige situatie, naïef om te doen alsof een tube kindertandpasta de Nobelprijs van de Vrede zou kunnen krijgen. Maar het simpele feit dat ik het noem, het simpele feit dat ik dat beeld in het hoofd van een ander plant, het simpele feit dat ik de mogelijkheid voorstelbaar maak, ontsluit de mogelijkheid ook in het echt. Als je je het niet voorstelt, is het niet voorstelbaar. Als je het wel doet, wel. Ook voor anderen.
Van die werking maak niet alleen ik gebruik, maar ook Benjamin Netanyahu als hij volledig losgezongen van de werkelijkheid Trump voor een Nobelprijs nomineert. Dus zorg dat het voorstellingsvermogen aan de juiste kant van de boot groter is.