Het verhaal gaat dat Lev Tolstoj, verklaard criticus van het tsaristische bewind, eens dineerde met de gouverneur van de beruchte Peter-en-Paul-vesting in Sint-Petersburg.
Hij vroeg hem waarom hij niet allang, zoals andere de regering onwelgevallige lieden, in die strafinrichting was opgesloten. „Ach Heer Graaf,” antwoordde de functionaris, „uw roem is te groot dan dat mijn gevangenis die zou kunnen bevatten.”
Deze anekdote is tekenend voor de sfeer in het 19de-eeuwse Rusland. Afgezien van het opmerkelijke gegeven dat de dissidente schrijver en een pijler van het establishment met elkaar aan tafel zaten, geeft de dialoog aan hoe betrekkelijk gemoedelijk van aard de repressie was vergeleken bij wat nog komen moest.
Niettemin gold Rusland ook toen in het Westen als een achterlijke dictatuur, waaraan de revolutie van 1917 terecht een einde zou maken. De afschuw van het tsarenregime was zo groot, dat velen decennialang niet wilden geloven dat de Sovjet-Unie op het gebied van onderdrukking oneindig veel wreder was. Kort geleden sprak ik een wetenschapper die meende dat die revolutie toch maar mooi een einde gemaakt had aan de lijfeigenschap. Dat die in Rusland, zoals ik hem zei, eerder is afgeschaft dan in ons koninkrijk, wilde er bij hem niet in.
Geestdriftig omarmde denkfout
Deze door Lenin en zijn opvolgers geestdriftig omarmde denkfout leidde ertoe dat men zeker de eerste dertig jaar van de USSR in onze streken niet doorhad dat er daarginds fatsoenlijke tegenstanders van de partij leefden. Die werden gezien als ‘verongelijkte bourgeois’ en verbitterde ‘ex-grondbezitters’ of verstokte ‘aanhangers van het grootkapitaal’. Tot na de dood van Stalin hield men berichten over de miljoenen slachtoffers van de communistische terreur voor kwaadwillige propaganda.
Van de enige vijand van Stalin die hier bij naam bekend was, Lev Trotski, wisten de meesten niet dat hij vóór hij in ongenade viel door zeeën van bloed was gewaad als organisator van het Rode Leger; niet bepaald een vlekkeloze martelaar. Pas eind jaren 60 begon men het binnenlandse verzet langzaamaan serieus te nemen, en de namen van enkele dissidenten te kennen. Geleidelijk kreeg men ook oog voor de gruwelijkheid van ‘het reëel bestaande socialisme’, en werd bekend hoeveel onschuldigen daardoor straffeloos waren omgebracht.
Wereldfaam werkt niet meer beschermend
In de alleen in vergelijking met de Stalinperiode ‘mildere’ jaren daarna was internationale bekendheid de beste garantie voor leden van de oppositie om te overleven. Wonderlijk genoeg hechtten de Moskouse machthebbers aan een deugdzaam imago in het buitenland. Na de enorme rel over de toekenning van de Nobelprijs voor Pasternaks roman Dokter Zjivago , en de verkettering van staatswege van de auteur, was Chroesjtsjov woedend op de Schrijversbondsvoorzitter, omdat die hem niet had verteld dat die Pasternak wereldfaam genoot. Als hij dat had geweten, had hij anders gereageerd (dat hij het niet wist, zegt genoeg over het niveau van de Sovjettop).
De moord op Navalnyj toont aan dat zelfs die bescherming van internationale bekendheid niet meer bestaat. In Rusland zijn de zwartste tijden weer terug, zoals ook al bleek uit de herleefde Stalinverering. Het is verontrustend dat bij ons de verkiezingen zijn gewonnen door een man die onverbloemd zijn bewondering belijdt voor de gangster in het Kremlin.