'Geologische berging gaat op voor maar een deel van het radioactieve afval'. Op de foto de kerncentrale van Tihange in België. Foto: Shutterstock
Op de geologische berging van kernafval in diepe boorgaten, die volgens Ronald Kaatee de deur openzet voor meer kerncentrales, valt heel wat af te dingen, stelt Herman Damveld. Hij vraagt meer aandacht voor de inspraakperiode over de definitieve opslag van kernafval, die tot 11 juli loopt.
In het Dagblad van 6 juli houdt Ronald Kaatee, voorzitter van de Partij van de Zuinigheid, een pleidooi voor wat hij noemt de geologische berging van kernafval in diepe boorgaten (‘Geologische berging biedt kernenergie kansen’, DvhN, 06-07). Op die manier zou de bouw van kerncentrales ruim baan kunnen krijgen.
Maar daar valt heel wat op af te dingen. Tot 11 juli is er overigens een inspraakperiode over de definitieve opslag van kernafval, waarover ik tot nu toe geen enkele noordelijke bestuurder heb gehoord.
Geologische berging in diepe boorgaten is overigens ook volgens het door Kaatee aangehaalde TNO-rapport een onbewezen technologie. Bovendien gaat deze berging op voor maar een deel van het radioactieve afval, namelijk het zogeheten kernsplijtingsafval.
Brede vaten
Dit kernsplijtingsafval zit in te brede vaten, gegeven de tot nu toe bestaande technologie voor diepe boorgaten, lezen we in het TNO-rapport. Een diameter van 44,5 centimeter is standaard in de olie- en gasindustrie. Voor vaten met kernafval is een boorgatdiameter van 60 centimeter nodig tot op een diepte van 5 kilometer.
In het TNO-rapport staat daarom de aanbeveling om de technische haalbaarheid aan te tonen via „een omvangrijk project dat zware boorinstallaties vereist, omvangrijk ontwerp- en engineeringwerk en een zeer gedetailleerde planning.”
Als je dus een voorstander bent van de opslag in diepe boorgaten, zou het verstandig zijn om eerst de resultaten van dergelijk onderzoek af te wachten, voordat je gaat pleiten voor deze manier om een deel van het kernafval kwijt te raken. En al helemaal voor de bouw van nieuwe kerncentrales.
Thoriumcentrales niet nieuw
Wat betreft het type kerncentrales noemt Kaatee thoriumcentrales. Inderdaad, kernenergie op basis van thorium wordt de laatste jaren vaak genoemd. Het lijkt dan of het om een nieuw type kerncentrales gaat, maar dat is niet zo.
Tussen 1960 en 1980 zijn thoriumcentrales gebouwd in de Verenigde Staten, Duitsland, Engeland, Rusland, India en Japan. Deze centrales sloten na een aantal jaren vanwege de hoge kosten en de onopgeloste technische problemen. Door de sterke radioactieve gammastraling is de brandstof namelijk moeilijk te hanteren.
Nieuwe thoriumcentrales zijn echter niet voor het jaar 2040 beschikbaar, zoals staat in een brief van de regering aan de Tweede Kamer van 2 maart 2021. Een onderzoek van november 2021 in opdracht van de Rotterdamse Havenregio noemt het jaar 2045. Ook hier gaat het eerder om wensdenken van Kaatee dan om de werkelijkheid.
Inspraakmogelijkheid
Het valt me op dat Kaatee niet verwijst naar de huidige inspraakmogelijkheid die de regering tot 11 juli biedt over onder meer de eindberging (definitieve opslag) van kernafval. Het gaat dan over een routekaart naar deze definitieve opslag. Daarbij valt op dat de regering het heeft over eindberging, maar dat de woorden ‘zoutkoepel’ of ‘kleilaag’ niet worden genoemd.
Echter, de regering wil al vanaf 1976 opslag van kernafval in de noordelijke zoutkoepels realiseren (Ternaard in Friesland; Pieterburen en Onstwedde in de provincie Groningen; Schoonloo, Gasselte-Drouwen, Hooghalen en Anloo in Drenthe). Daarnaast worden met name de kleilagen vlak onder Schiermonnikoog en in de zuidelijke helft van Friesland genoemd.
De regering heeft het over een routekaart naar de definitieve opslag van kernafval, echter zonder aan te geven wat daarmee precies bedoeld wordt. Naar mijn mening heeft een routekaart alleen maar zin als je weet wat de eindbestemming is, anders is zo’n kaart nutteloos.
Is tegenspraak ook toegestaan?
Hoe de regering de routekaart ziet, blijft echter vaag omdat de mogelijke eindbestemming niet wordt genoemd. De regering maakt samen met door haar uitgekozen experts een routekaart. De bevolking mag vervolgens meepraten. Maar is tegenspraak ook toegestaan? En wordt daarnaar geluisterd?
Het wordt tijd dat vanuit het Noorden wordt gereageerd op de plannen voor deze routekaart. Want als de route eenmaal is vastgelegd, komt men zonder meer uit bij de Noordelijke zoutkoepels en kleilagen. En dan is men in een fuik gelopen.
Herman Damveld is zelfstandig onderzoeker en publicist te Groningen