Steeds vaker raakt het Nederlandse stroomnet overbelast. 'Zonder energiebesparing blijft het dweilen met de kraan open'. Foto: ANP
Hoe houden we in de toekomst voldoende elektriciteit beschikbaar? De belangrijkste troef om dit te realiseren wordt volgens Rob Jacobs nauwelijks benoemd: energiebesparing.
Het stroomnet raakt vol en stroomtekorten dreigen ten koste te gaan van de economische groei in Nederland. De afgelopen maanden stonden de kranten er vol van.
Over de belangrijkste conclusie zijn alle betrokkenen het wel eens: de uitbreiding van het stroomnet gaat veel langzamer dan de groei van zowel het energieverbruik (mede door elektrificatie) als de duurzame opwek. Het ontbreekt Nederland aan gekwalificeerde arbeidskrachten, middelen en materialen.
Bovendien kosten de vergunningen voor uitbreiding tijd. Kortom: het blijkt niet mogelijk om de benodigde uitbreiding van het stroomnet snel genoeg te realiseren, ondanks investeringen van tientallen miljarden euro’s. De komende jaren zal het probleem niet worden opgelost.
Belangrijkste troef wordt niet genoemd
De vraag is daarom hoe we ervoor kunnen zorgen dat de er voldoende elektriciteit beschikbaar zal zijn. De belangrijkste troef om dit te realiseren wordt in de publieke opinie nauwelijks benoemd: energiebesparing.
Het lijkt heel simpel: eerst maximaal energie besparen en dan pas elektrificeren om te verduurzamen. Toch wordt deze volgorde in de praktijk vrijwel nooit toegepast in het mkb.
Voor een deel valt deze koudwatervrees te verklaren door het onderbuikgevoel dat energiebesparing betekent dat we iets moeten inleveren. Dat is vrijwel nooit zo. Je gaat alleen efficiënter om met energie.
Tekort aan deskundigen
Verder is er een groot tekort aan onafhankelijke energiedeskundigen die ter zake kundig zijn en bij nieuwbouw en/of verbouw het integrale energiebeeld inzichtelijk kunnen maken. Zij kunnen op maat een slimme inrichting bedenken waardoor er zo weinig mogelijk energie wordt verbruikt die ook nog het beste op dezelfde plek wordt opgewekt als gebruikt (indien mogelijk). Deze deskundigen leiden we al jaren niet meer op, terwijl zij de sleutel van een geslaagde energietransitie deels in handen hebben.
Het doel van de energietransitie is het terugdringen van de broeikasgassen en het liefst zo snel mogelijk. Het lijkt of de oplossing in Nederland alleen wordt gezocht in meer zonnepanelen, meer windmolens en meer stroomnetuitbreidingen. Maar studies wijzen al jarenlang uit dat we daarvoor onvoldoende ruimte hebben. Daarnaast zijn zon en wind er niet altijd en is vooral zon opwek sterk gepiekt in opwekvermogen op momenten met veel zon.
Het uitbreiden van het stroomnet moet natuurlijk doorgaan. Maar zonder energiebesparing blijft het dweilen met de kraan open en kunnen bedrijven niet uitbreiden of nieuw bouwen.
Noodzakelijk en het kan ook gewoon
Energiebesparen is daarom noodzakelijk! En het goede nieuws is dat we het gewoon kunnen gaan doen. We hebben de mensen om het uit te voeren, middelen, materialen, kennis en geld. Vergunningen zijn vrijwel nooit nodig. Alleen zullen we meer onafhankelijke adviseurs moeten opleiden.
Voor bedrijven en bedrijventerreinen heeft L’orèl Consultancy samen met o.a. Enexis, Provincie Groningen, gemeenten en RVO al in 2013 een principe ontwikkeld dat in de praktijk is uitgevoerd en tot 2022 is gemonitord en geanalyseerd: Het Smart Grid Ready Principe.
Dit principe is toegepast bij diverse bedrijven en bedrijfsterreinen en heeft zijn effect aantoonbaar bewezen (met monitoring). Het behelst 4 uitgangspunten:
1. Energie besparen zorgt voor minder netbelasting; energie die niet afgenomen wordt hoeft niet getransporteerd te worden en hoeft ook niet opgewekt te worden!
2. Energiebesparing zorgt bijna altijd ook voor piekverlaging en dus voor meer ruimte voor een andere afnemer op hetzelfde deel van het stroomnet.
3. Heel veel bedrijven kunnen door opslag van warmte- of koude hun patroon van elektriciteitsafname aanpassen, waardoor de piekbelasting afneemt en het aantal uren dat er stroom (maar wel minder) wordt afgenomen toeneemt. In het vakjargon heet dit ‘piekshaving’.
4. Energie besparen, afnamepiek verlagen en het afnamepatroon aanpassen komen eerst. Dan is het pas de beurt voor het plaatsen van zonnepanelen, passend bij het veel lagere verbruik met dus ook lagere teruglevering en minder netcongestie bij opwek. Als de zonnepanelen ook nog afgestemd worden op het afnamepatroon met o.a. slimme regelingen en apparaten neemt het percentage eigen verbruik toe en wordt er nog minder elektriciteit op het net gezet.
Waarom helpen netwerkbedrijven niet?
Dan blijft de vraag over: waarom helpen de netwerkbedrijven geen individuele bedrijven?
Netwerkbedrijven mogen zich van de wet (Autoriteit Financiële Markten, AFM) niet bemoeien met individuele afnemers achter de meter. Terwijl de netwerkbedrijven precies weten waar de knelpunten in hun stroomnet zitten en welke bedrijven het eerst Smart Grid Ready gemaakt zou moeten worden.
Voor de Smart Grid Ready onderzoeken heeft de AFM ontheffing verleend. Ze hebben aangetoond dat door samenwerking tussen netwerkbedrijven en bedrijven grote stappen gezet kunnen worden. Het is aan de politiek om deze samenwerking tussen netwerkbedrijven en individuele (of groepjes) bedrijven zo snel mogelijk te legaliseren en aan de opleidingen om zo snel mogelijk Smart Grid Ready adviseurs op te leiden!
De energietransitie hoeft niet te wachten, we kunnen morgen beginnen met besparen!
Rob Jacobs is eigenaar van L’orèl Consultancy , een bureau voor energie-advies