Middelbare scholen zijn positief over verbod mobieltjes in de les Foto: ANP
Noorwegen stelde al een leeftijdsgrens in voor het gebruik van sociale media, Australië neemt ook maatregelen. Wanneer volgt Nederland? Of blijven we lijdzaam toezien?
Tiktok is erop gericht gebruikers binnen 35 minuten verslaafd te maken. Medewerkers van techgiganten in Silicon Valley sturen hun kinderen bij voorkeur naar scholen waar smartphones taboe zijn. Ze weten als geen ander wat de door henzelf ontwikkelde producten zo gevaarlijk maakt.
De Amerikaanse psycholoog Jonathan Haidt betoogde onlangs dat we ons momenteel in een levensgroot technologisch experiment bevinden, met onze kinderen als proefkonijnen. Contact via beeldschermen vervangt op alle fronten het direct menselijk contact. Met als gevolg een mentale gezondheidscrisis, aldus Haidt, die alleen de overheid kan oplossen.
Dat is precies wat in Australië gebeurt. Techbedrijven hangen miljoenenboetes boven het hoofd, als ze geen ‘redelijke maatregelen’ nemen om het gebruik van sociale media door kinderen tot zestien jaar te voorkomen. Hoe die maatregelen te handhaven, is weliswaar de vraag, maar het signaal is op zichzelf al van groot belang.
Al menig wetenschappelijk onderzoek toonde aan dat het gebruik van sociale media en smartphones met name op kinderen desastreuze effecten heeft. Het aantal meisjes dat kampt met depressies en angststoornissen is verdubbeld tot meer dan 40 procent. Tieners voelen zich vaker mislukt, door al het moois dat ze zien langskomen op Instagram en TikTok.
De Amerikaanse psycholoog Haidt stelt een nieuwe maatschappelijke norm voor. Kinderen krijgen pas een smartphone als ze naar de middelbare school gaan en een account voor sociale media niet eerder dan dat ze zestien jaar oud zijn.
De praktijk is nu geheel anders. In Nederland gelden geen leeftijdsgrenzen. Op middelbare scholen zijn mobieltjes in de klas weliswaar niet meer toegestaan, maar voor de rest is het vrijheid-blijheid en eigen verantwoordelijkheid.
Daar ligt juist het probleem. Scholen willen niet als eerste de smartphone verbieden. Ouders willen niet de enige zijn die hun kind geen mobieltje geven. Kortom, bij dit maatschappelijke probleem hebben we de overheid nodig. Die moet grenzen stellen, dat kunnen we zelf niet. Konden we dat wel, dan maakte geen 40 procent van de kinderen tot zes jaar gebruik van een mobiele telefoon en was de schermtijd van de allerjongsten niet al bijna twee uur per dag.
De Australische maatregel verdient navolging. Ook in Nederland.