Gemeenten worden steeds vaker overvallen door besluiten uit Den Haag. Foto: Archief/Erwin Boers
Gemeenten kunnen amper nog chocola maken van de wispelturige beslissingen uit Den Haag. Zij moeten dealen met symboolpolitiek en slecht onderbouwde keuzes.
Dat, in navolging van burgers, ook mede-overheden niet meer lijken te weten wat ze aan moeten met beleid uit Den Haag is zorgelijk. Gemeenten en het Rijk zouden met elkaar moeten optrekken, zeker omdat gemeenten steeds meer ingewikkelde taken op hun bord krijgen waar hun inwoners de gevolgen van merken. Dat brengt hen in een lastig parket.
Stijgende verbazing
Steeds vaker kijken gemeenteraden, wethouders en burgemeesters met stijgende verbazing naar wat er nu weer uit de Haagse koker komt en uiten ook openlijk kritiek. Zo twijfelde Eric van Oosterhout, burgemeester van Emmen, in deze krant over het nut van grenscontroles om de asielinstroom te verminderen. „Het effect op migratie zie ik niet zo. De nevenschade is vele malen groter”, stelde Van Oosterhout. „De economie wordt zwaar geraakt.”
Dan is er nog de nieuwe asielnoodmaatregelenwet, die gemeenten voor het blok zet bij de opvang en huisvesting van asielzoekers en statushouders. Een sterk staaltje symboolpolitiek, waar gemeenten plotseling iets mee moeten. De spreidingswet, waar overheden lang aan hebben gewerkt, gaat definitief overboord. Wie de asielzoekers gaat opvangen die hier al zijn, is onduidelijk. Burgemeester Jaap Velema van Westerwolde plaatste openlijk vraagtekens over de asielplannen.
Onvoorspelbaarheid
En vorige week nog steunde een Kamermeerderheid een voorstel om de invoering van zero-emissiezones uit te stellen. Veertien gemeenten willen die gebieden per 1 januari invoeren, Assen is daar een van. Het gaat om plannen die al zo’n tien jaar in de maak zijn, samen met bedrijven én het Rijk. Dat het onwenselijk is dat Kamerleden daar twee maanden van tevoren nog voor gaan liggen, zonder met gemeenten te spreken en zonder gedegen onderbouwing, lijkt niet te deren.
Gemeenten zitten ondertussen in hun maag met die Haagse onvoorspelbaarheid. Wethouders hebben al laten weten gewoon door te gaan met de nieuwe regels, maar zien ondertussen hun relatie met Den Haag stroever worden. Het is de vraag of de veelal onervaren Kamer- en kabinetsleden zich realiseren dat ze gemeenten én hun inwoners nodig hebben voor politiek draagvlak. Zij mogen niet alsmaar worden verrast. Want als de boel in de soep loopt, mogen de gemeenten de rommel opruimen.