Met hun ongecompliceerde karakter en opgeruimde levensinstelling zijn viooltjes aangename tuinplanten. Vooral aan hoornviooltjes kun je lang plezier beleven.
De meeste viooltjes die je in deze tijd van het jaar koopt in bouwmarkten en tuincentra zijn geen al te lang leven beschoren. Na een uitbundige bloeiperiode geven ze snel de geest. Hun uitbundige leven strekt zich meestal maar over enkele maanden uit. Ondanks de erbij geleverde plastic etiketten die het tegendeel beweren, zijn deze zogenaamde bosviooltjes niet meerjarig.
Overduidelijk langlevender zijn hoornviooltjes, een bonte groep planten die in meer of mindere mate afstammen van hun oerouder Viola cornuta. Aangezien viooltjes onderling vrolijk en gemakkelijk kruisen is de stamboom van de meeste hoornviooltjes tamelijk diffuus en onmogelijk te achterhalen. Opvallend is wel dat de rassen die nog het meeste lijken op hun stamouder de meest overtuigende langlevendheid bezitten.
Uitstekend voorbeeld daarvan is ‘Boughton Blue’, een nagenoeg onverwoestbaar hoornviooltje, een garantie voor jarenlang plezier. En dan ook nog eens bloeien in een aangename hemelsblauwe kleur. De meeste, als vast verkochte violen behoren tot deze groep. Vaak zijn de rassen al tamelijk oud zoals de lila met witte ‘Rebecca’, de paarse ‘Admiration’, ‘White Perfection’ in zuiver wit of de knaloranje ‘Chantreyland’.
Viola cornuta 'Chantreyland'. Foto: Pixabay
Maar de ontwikkeling gaat door en er verschijnt een gestage stroom nieuwigheden op de markt, waaronder ‘Tiger Eye’ met honinggele bloemen, versierd met een fijne adertekening. Een leuke nieuwkomer is ‘Icy But Spicy’, een nakomeling van de betrouwbare ‘Boughton Blue’ maar dan met bloemen die aanvankelijk roomwit zijn om al snel te verkleuren naar ijsgrijs.
Viola cornuta 'Boughton Blue'. Foto: Pixabay
Speciale vermelding verdient ‘Molly Sanderson’, een viooltje met bloemen in het diepste, naadloos tegen zwart aanleunende paars. Dit is geen makkelijke plant, vaak wat kortlevend, soms wat sikkeneurig maar altijd een opvallende verschijning.
Viola cornuta 'Molly Sanderson'. Foto: Pixabay
Niet alle betrouwbaar vaste viooltjes zijn hoornviooltjes (al hebben ze allemaal een hoorn, de voor viooltjesbloemen zo karakteristieke, met nectar gevulde honingsporen). Een leuk voorbeeld is het helaas niet zo eenvoudig verkrijgbare, maar erg aantrekkelijke Japanse hoornviooltje. Bij deze schaduwplant staat het spoortje eigenwijs omhoog en steekt uit boven de fraaie lila bloemen. Aangezien ook deze sporen met nectar gevuld zijn om daarmee bestuivende insecten te lokken, verspreiden de bloemen een sterke honinggeur. Op iets vochtige en schaduwrijke plaatsen zaait het Japanse hoornviooltje zich massaal uit en kan zo flinke tapijten vormen, overigens zonder lastig te worden.
Japans hoornviooltje. Foto: Pixabay
Leuk, maar niet leuk genoeg is het paarsbladige Labradorviooltje, een hinderlijke uitzaaier. Deze viool raak je nooit meer kwijt en het wieden van de talloze zaailingen is beslist geen sinecure.
In maart en april zijn het de bloemen van het Maarts viooltje die de aandacht vragen. De plant zelf is wat slordig, de bloemen niet onaardig zij het non-descript, maar de geur maakt deze heerlijke plant zo waardevol. Knielen is een vereiste om goed te kunnen snuiven – of een klein boeketje op een vaasje. Ik heb in het vroege voorjaar steevast een klein boeketje op mijn nachtkastje staan (later in het jaar staat in hetzelfde vaasje een takje bloeiende kamperfoelie).