De kanarie, zo wordt Le Train Jaune ook wel genoemd. De knalgele boemel ploegt zich op z’n elfendertigst door de oostelijke Pyreneeën, door de vallei van rivier de Têt naar een hoogte van 1600 meter. We hebben geen haast, want je wilt eigenlijk dat aan deze reis geen einde komt, zo imposant zijn de berglandschappen om ons heen. Slow travel to the max.
Op ramen in Villefranche de Conflent zagen we al een paar keer een protestposter hangen. Bewoners van het bergstadje in het departement Pyrenees Orientales – in Frans Catalonië – willen ‘hun’ gele trein behouden. De SNCF, zeg maar de Franse NS, heeft echter andere plannen met het niet rendabele treintje.
Honderd jaar geleden was dit smalspoor de enige verbinding tussen bergdorpen onderling en zorgde voor ontsluiting met de buitenwereld. De bewoners hebben dus veel te danken aan Le Train Jaune, die van Villefranche naar Latour-de-Carol-Enveitg rijdt. Tegenwoordig zijn het vooral toeristen die gebruik maken van het spoor dwars door de Pyreneeën.
Foto Sybylle Kroon
Van de conducteur horen we dat de plannen om de gele kanarie een toontje lager te laten zingen op een laag pitje zijn gezet. Sterker nog: de aanvraag voor plaatsing op de werelderfgoedlijst is de deur uit. Na deze boodschap stappen we met blij gemoed en verwachtingsvol in de wagon op het stationnetje net buiten Villefranche de Conflent.
Met een paar ferme wooeee-woooee’s zet de gele trein zich in beweging. De meeste reizigers zitten in de open wagon, wij hebben een plekje gevonden op het balkon van een dichte wagon. Piepend en krakend knarst de trein zich vooruit en langzaam maar zeker naar boven. Er moeten heel wat hoogtemeters worden overbrugd met stijgingspercentages tot wel 6 procent.
Foto Sybylle Kroon
Soms weet je van gekkigheid niet waar je moet kijken. Zie je links een mooie bosrijke vallei voorbijkomen, mis je rechts net een waterval. Spot je aan de ene kant een fotogeniek vervallen stationnetje, blijkt aan de andere kant een oud kasteel tussen de rotsen te staan. Even buiten het raam hangen voor een mooie foto kan gevaarlijk zijn, want de trein rijdt vlak langs bomen en komt regelmatig door tunnels. Na elke bocht of tunnel is het uitzicht weer anders. We blijven heen en weer schommelen, van de ene kant van de trein naar de andere.
.
Bruggen
En dan die bruggen! Helaas kan je zelf niet zien hoe mooi het eruit ziet van een afstand, maar de gele trein op de Pont Séjourné, een 65 meter hoog viaduct met twee etages en de 250 meter lange hangbrug Pont Gisclard over rivier de Têt moeten toch echt een pláátje zijn. Het voelt alsof we in een aflevering van Rail Away zitten. Even rustig zitten is er niet bij, je aandacht wordt steeds weer naar de omgeving getrokken.
Na anderhalf uur stappen we met een overdosis aan indrukken halverwege uit, bij Mont-Louis. De andere anderhalf uur naar het eindstation in Latour doen we een andere keer, eerst even bijkomen van deze ervaring. Het mag dan hartstikke toeristisch zijn, het is wel de unieke mogelijkheid om de Pyreneeën van een bijzondere kant te bekijken. En dat voor de prijs van een treinkaartje.
.
Langs het spoor
Villefranche de Conflent en Mont-Louis – waar Le Train Jaune een station heeft - zijn vestingstadjes waar de historie van afspat. Beide zijn gebouwd in de tijd dat Lodewijk de 14e aan de macht was en veelvuldig gebruik maakte van de diensten van de zeventiende-eeuwse bouwmeester Sébastien Le Prestre de Vauban. Zonder dat Vauban het wist, stond hij aan de wieg van maar liefst twaalf UNESCO-werelderfgoederen, waaronder Villefranche en Mont-Luis in de Oostelijke Pyreneeën. Andere bezienswaardigheden die in de buurt van het geletreintraject liggen – maar alleen per auto, fietsend of wandelend te bezoeken zijn - zijn de Abdij van Saint-Michel de Cuixa, het ‘mooiste en zonnigste stadje van Frankrijk’ Eus en Les Orgues d’Ille-sur-Têt, een opzienbarend geologisch verschijnsel.
.
Off the beaten track in de Pyreneeën
De gele trein verbindt twee bergruggen van de Oostelijke Pyreneeën met elkaar. Daartussen ligt een gebied dat ook wel ‘le balcon’ wordt genoemd. Een soort hoogvlakte tussen de bergen, een breuk in het gebergte, zo’n miljoen jaar geleden ontstaan. Het bijzondere aan dit gebied is dat je bijna overal uitzicht hebt. Je bent al op 2000 meter hoogte waardoor de bergen om je heen niet zo hoog lijken. Eén van de populaire bestemmingen in dit gebied is het Lac des Bouillouses, een stuwmeer, in de buurt van Mont-Louis. Een hike rondom dit meer trekt vooral in de zomermaanden veel belangstellenden – niet zo verwonderlijk: je komt langs de ene na de andere ansichtkaart.
.
Gids Kim Falck van Projet Pyrenées neemt ons mee, letterlijk off the beaten track. Oftewel: van het gebaande paden af. De Zweed uit Malmö gidst al twintig jaar avonturiers door zijn ‘achtertuin’. Hij weet alles van het ontstaan van het gebied en van de flora en fauna. Een dennenappel van de haakden, dodelijke planten, gevaarlijk gras, droogvallende gletsjermeren: hij laat het je allemaal zien. En ondertussen hike je door een ongerept landschap dat miljoenen jaren geleden gevormd is, zonder ook maar een mens tegen te komen. Hooguit een paar paarden, overvliegende gieren, wilde runderen en misschien, als we geluk/pech hebben, een beer.
Foto Sybylle Kroon
Tijdens een korte pauze tovert Kim een brok chocolade en koffie uit zijn rugzak. Of hebben we liever wijn? We zijn per slot van rekening in Frankrijk, n’est ce pas? We kiezen verstandig, want nog niet zo gewend aan wijn nog voor twaalf uur ’s middags en we moeten nog een aardige tippel maken voordat we bij het eindstation zijn. Daar, bij refuge Les Bones Hores aan het Lac des Bouillouses, wacht wijn en een stevige steak van de grill voor Kim en camembert uit de oven voor mij. Daarna rijden we terug naar Mont-Louis, on the beaten track dit keer. Daar wacht Le Train Jaune op een verse lading passagiers.
Frans Catalonië ligt in het zuidoosten van Frankrijk, in het departement Pyrénées-Orientales. De 1500 kilometer overbrug je per auto (Route La Catalane), trein (TGV naar Perpignan) of vliegtuig (Perpignan). Kaartjes voor Le Train Jaune koop je op het station van onder meer Villefranche of Mont-Louis. Een enkele reis tussen deze twee stations duurt ongeveer anderhalf uur en kost 10,90 euro per persoon.