Groningen en Drenthe halveren omstreden prijsstijging buskaartje. Wat betekent dat voor je retourtje?

Daarmee geeft de gezamenlijke openbaar vervoerskoepel van de provincies Groningen en Drenthe en de stad Groningen gehoor aan de zorgen in de regionale politiek. De Staten van zowel Drenthe als Groningen drongen er samen met de Groningse gemeenteraad op aan de voorgenomen prijsverhoging te schrappen.

Het OV-bureau wilde de tarieven in het nieuwe jaar verhogen vanwege het nieuwe landelijke betalingssysteem OVpay. Dat biedt reizigers een korting die oploopt naarmate ze meer reizen. Daarmee hopen de OV-bedrijven klanten te verleiden om vaker de bus te pakken.

Als echter de gehoopte extra toestroom van reizigers tegenvalt, kan dat leiden tot verlies van inkomsten. Voor het OV-bureau Groningen Drenthe kan dat in het ongunstigste geval oplopen tot 850.000 euro. Om dat risico af te dekken wilde de regionale vervoerskoepel de tarieven met 2,6 cent per kilometer verhogen, bovenop de gebruikelijke inflatiecorrectie.

Dat wordt nu echter alsnog beperkt tot 1,3 cent per kilometer door de drie partners in het OV-bureau. De beide Staten en gemeenteraad drongen daar op aan om de bus ook voor onregelmatige passagiers betaalbaar te houden. Zij gaan er juist op achteruit door het OVpay-systeem en worden onevenredig zwaar in de portemonnee geraakt als daar ook nog een extra prijsverhoging bovenop komt.

Om de tariefstijging ook voor deze groep reizigers behapbaar te houden, hebben de samenwerkende overheden zich nu financieel garant gesteld voor eventuele verliezen bij het OV-bureau door het nieuwe betalingssysteem, waarbij reizigers kunnen inchecken met hun bankpas.

Een verschil van 1,3 cent per kilometer lijkt weinig, maar toch kan het prijsvoordeel oplopen tot een aardig bedrag. Het OV-bureau kan nog niet precies aangeven hoe de nieuwe afspraken doorwerken in de ritprijzen, maar vooral op de langere lijnen scheelt het al snel een paar euro voor een retourtje. Laat staan voor een uitje met het gezin of de kleinkinderen vanuit de provincie Groningen naar pakweg de dierentuin in Emmen .

Dankzij het steuntje in de rug van de provincies kan de vervoerskoepel nu eerst kijken hoe het OVpay-systeem komend jaar in de praktijk uitpakt voor haar inkomsten zonder bij voorbaat alle reizigers op extra kosten te jagen. Ook verwachten Groningen en Drenthe dit voorjaar meer helderheid over hoeveel geld Den Haag in 2026 en ‘27 nog bijpast ter compensatie van de landelijke bezuiniging op de OV-studentenkaart.

Mocht het allemaal toch tegenvallen dan kijkt het OV-bureau in de loop van komend jaar of de kilometerprijs alsnog meer omhoog moet en of er ook in 2027 nog een tariefstijging nodig is. In het ongunstigste geval past Groningen dit jaar alsnog maximaal 465.000 euro bij, terwijl Drenthe dan nog maximaal 250.000 euro kwijt is.

De nieuwe afspraken in het bestuur van het OV-bureau voorzien ook in een compensatieregeling voor reizigers die er aantoonbaar op achteruit gaan door het OVpay-systeem. De stijging van de kilometerprijs geldt ook voor de zogeheten hubtaxi’s in dunbevolkte plattelandsgebieden waar reguliere buslijnen niet meer uitkunnen.