Internist-infectioloog Sander van Assen van Treant. Foto: Treant
Nederland is een van de strengste landen wat betreft antibioticagebruik. Binnen ons land is Treant het ziekenhuis waar de medicijnen ook nog eens het minst worden voorgeschreven. Wat zegt dat?
Het plaatje lijkt duidelijk zat. De grafiek is onderverdeeld in drie categorieën: de academische ziekenhuizen, de topklinische ziekenhuizen en de perifere (ook wel algemene) ziekenhuizen. In onze regio valt het UMCG onder de eerste categorie, het Martini Ziekenhuis onder de tweede en het Wilhelmina Ziekenhuis Assen, Ommelander Ziekenhuis Groningen en Treant (locaties in Emmen, Hoogeveen en Stadskanaal) onder de derde.
Het staafje compleet rechts in de grafiek, afkomstig van de Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (SWAB), is Treant. Het betekent dat in geen enkel ander ziekenhuis in Nederland zo weinig antibiotica wordt gegeven als hier. Om de data van alle ziekenhuizen die hun gegevens hebben opgestuurd met elkaar te vergelijken wordt gebruik gemaakt van de eenheid Defined Daily Dose (DDD) en dat dan per 100 patiëntdagen.
Wereldkampioen
Treant is trots op het resultaat en stuurde er eerder eind november een persbericht over. ‘Omdat Nederland op het gebied van antibioticagebruik wereldwijd van oudsher het beste jongetje van de klas is, zou je misschien zelfs kunnen zeggen dat Treant nu dus wereldkampioen is’, zegt Sander van Assen, internist-infectioloog van Treant in het bericht.
De grafiek van de SWAB. Elk staafje staat voor het antibioticagebruik per ziekenhuis. Helemaal rechts Treant, met het pijltje eronder. SWAB
Antibiotica worden gegeven bij bacteriële infecties. Het is prioriteit bij huisartsen, in zorginstellingen en ziekenhuizen in Nederland om heel streng te zijn op het voorschrijven van antibiotica en de duur van de kuur. Alle ziekenhuizen in Nederland hebben een zogenoemd A-team, waarin (doorgaans) de internist-infectioloog, de ziekenhuisapotheker en de arts-microbioloog toezien op het naleven van de landelijke richtlijn en die van de ziekenhuizen zelf.
„Wij beoordelen dagelijks tientallen antibioticavoorschriften van de andere artsen in het ziekenhuis”, legt Imro Vlasveld uit, internist-infectioloog van het Martini Ziekenhuis en voorzitter van het A-team. „Het advies van het A-team leidt dagelijks tot het stoppen dan wel het versmallen van de antibiotica. We zijn een beetje de politieagent of de waakhond.”
Resistentie
Waarom is dat in ons land toch zo belangrijk, dat streng zijn op antibioticagebruik? Om meerdere redenen, zegt Van Assen (Treant). „Omdat daarmee resistentie tegen antibiotica wordt beperkt. Tegelijkertijd voorkomen we onnodige bijwerkingen en bespaart het kosten. Het mes snijdt dus aan twee kanten: betere zorg met lagere kosten.” Een bijwerking kan zijn dat ook goede bacteriën, met name in de darmen, door de antibiotica worden aangevallen.
Hoe resistenter bacteriën worden voor de verschillende antibiotica, hoe beperkter de behandelmogelijkheden worden. „Dat je een patiënt op de lange termijn dus niet meer kunt behandelen voor een banale infectie vanwege resistentie”, zegt Vlasveld (Martini).
Dat het strenge beleid in Nederland ergens goed voor is, blijkt keer op keer uit onderzoek naar antibioticaresistentie. Multiresistentie (ongevoeligheid tegen de drie hoofdgroepen binnen de antibiotica) bij de E. colibacterie (de poepbacterie) bijvoorbeeld ligt bij ons op 2,1 procent. In Letland, Griekenland en Cyprus, waar artsen veel kwistiger zijn met antibiotica, is dit meer dan 12 procent. In Bulgarije is het zelfs meer dan 17 procent.
Stille pandemie
Antibioticaresistentie wordt ook wel de stille pandemie’ genoemd. „Met geschat meer dan 10 miljoen doden per jaar wereldwijd in 2050 als we niet actief inzetten op het voorkomen van resistentie”, legt Van Assen (Treant) uit. Hij voegt eraan toe dat elke patiënt van Treant die antibiotica nodig heeft die uiteraard gewoon krijgt.
Terug naar het SWAB-onderzoek waaruit Treant als beste jongetje van de klas naar voren komt. Hoe is ze dat gelukt? Er wordt door het A-team strak gemonitord of het voorschrijven aan de richtlijnen voldoet ‘en dat al binnen 48 uur’. „Vaak voelt het voor een dokter veilig om wat langer antibiotica te geven uit angst dat de infectie wellicht niet voldoende behandeld is, vanuit het principe better safe than sorry”, zegt Van Assen.
„Maar inmiddels is binnen Treant voor iedereen duidelijk dat te lang behandelen niet valt in de categorie ‘baat het niet, dan schaadt het niet’. Het mooie is dat na verloop van tijd de dokters ook zelf merken dat het eigenlijk heel goed werkt, ondanks dat we korter behandelen dan we gewoon waren te doen. Dat stukje bewustwording heeft uiteraard tijd gekost. Maar dat is wel waar we nu staan.”
Appels met peren
In het Martini Ziekenhuis is de werkwijze niet veel anders dan andere A-teams in Nederland, zegt Vlasveld. Van de 20 topklinische ziekenhuizen zijn er volgens het recentste SWAB-onderzoek zes die minder antibiotica voorschrijven dan het Groningse ziekenhuis. De internist-infectioloog hecht echter niet al te veel waarde aan de plek in de grafiek. Leg je het antibioticagebruik van ziekenhuizen naast elkaar, dan vergelijk je volgens hem appels met peren.
Imro Vlasveld, internist-infectioloog in het Martini Ziekenhuis. Foto: Jan Buwalda
„Hoeveel antibiotica er voorgeschreven wordt, hangt heel sterk af van je casemix van patiënten”, zegt Vlasveld. Heb je als ziekenhuis bijvoorbeeld veel patiënten met een verstoorde afweer, dan zullen die vaker aan de antibiotica moeten. Ook de gemiddelde opnameduur, het aantal en soort operaties wat wordt uitgevoerd en de grootte van de intensive care (IC) bepalen grotendeels het antibioticumgebruik. Vlasveld: „Zo kan één Oekraïense soldaat bij ons in het Brandwondencentrum langdurig verschillende antibiotica nodig hebben vanwege infecties met resistente bacteriën. Dan ontkom je niet aan langdurig antibiotica. Dat zul je terugzien in de data.”
A-team
Er komt nog bij dat ziekenhuizen de data ook niet altijd op dezelfde manier aanleveren aan de SWAB, wat een vergelijking nog lastiger maakt. „De data die je terugkrijgt van SWAB zijn vooral interessant voor de A-teams zelf”, zegt Vlasveld. „Om te zien of er door de jaren heen iets opvalt of begint te veranderen, waardoor je je eigen beleid weer tegen het licht moet houden.”
Het WZA is in het SWAB-onderzoek nog niet meegenomen, vanwege de overgang op een nieuw elektronisch patiëntendossier. Inmiddels zijn de data uit Assen alsnog opgestuurd. Het OZG deed om dezelfde reden dit jaar niet mee aan het onderzoek. Het UMCG had de eigen data nog niet beschikbaar.