Annetje Ottow: ’Elke boom en elke bloem telt!’ Foto: De Telegraaf
Ze pleit voor rommelige tuinen vol onkruid. Zelf maait ze het gras maar één a twee keer per jaar, en water geeft ze alleen in heel hete zomers.
Toen Annetje Ottow haar eigen tuin op haar beloop liet, gebeurden er prachtige dingen. Dat inspireerde haar om er een boek over te schrijven en anderen te laten weten dat niets moet of ingewikkeld hoeft te zijn. „Tuinieren hoeft niet veel werk te zijn.”
„Door zelf het goede voorbeeld te geven, kun je laten zien hoe het anders kan. Dat kan op je werk, maar dus ook in je tuin”, zegt Ottow, van beroep hoogleraar economisch publieksrecht en nu auteur van het boek ’Natuur in je tuin’. Het is haar missie geworden haar kennis en ervaring aan tuinbezitters door te geven om Nederland groener en biodiverser te maken. „Al heb je alleen een mini-voorgeveltuin.”
Maaien, sproeien, onkruid wieden, het lijken vanzelfsprekendheden voor de tuinbezitter. Maar volgens Ottow is het niet nodig omdat je bij natuurlijk tuinieren ’nooit iets fout’ kunt doen. „Durf los te laten.”
Loslaten en een mooie tuin houden? Houd deze zeven tips van Ottow aan:
Verwijder zoveel mogelijk tegels uit je tuin. Bijen en vlinders komen terug en vogels zoeken je tuin op. Foto: De Telegraaf
1. Ban de hortensia
Ottow hanteert de 80/20 regel in haar tuin. Tachtig procent inheems, twintig procent niet inheems. „Ik vind het best erg om te zeggen, want het is een mooie plant, maar stop alsjeblieft allemaal met het kopen van hortensia’s!” Volgens Ottow zit er ’superveel’ gif op deze plant, en slokt deze enorm veel water op, ook van andere planten. „Ze hebben vrolijke bloemen, maar deze hebben nul punt nul waarde voor insecten en vogels. Ze zijn doorgekweekt, wat veel energie kost, en bevatten geen stuifmeel. Neem er afscheid van.” „Er zijn planten die eigenlijk niets aan het leven in je tuin toevoegen”, zegt Ottow. „Zoals bamboe of andere gekweekte, exotische planten.” Ze adviseert om vooral te zoeken naar inheemse planten in het tuincentrum. „Vraag met name om niet bespoten planten. Soms worden planten aangeduid met ’groene bijenplant’ terwijl ze bijvoorbeeld uit China komen en zijn volgespoten met gif. Dat gif neem je dan ook mee je eigen tuin in.” Let op de aanwezigheid van een biocertificaat. Bij kwekerijen mag je er volgens haar van uit gaan dat deze voldoende gezonde inheemse planten heeft.
2. Laat onkruid staan
„Onkruid bestaat niet”, zegt Ottow. „We denken in Nederland: de tuin is een verlengstuk van de woonkamer en moet netjes zijn. We zijn zo geprogrammeerd de boel netjes te houden omdat onze ouders ook strakke gazonnetjes hadden en onkruid wiedden.” Laat je onkruid opkomen, dan zie je volgens Ottow de meest prachtige wilde bloemen opkomen. Ruk ook de paardenbloem er niet uit: „Die is een schat voor insecten en de nectarplant nummer één voor bijen!”
3. Geef niet te vaak water
De auteur gaat niet dagelijks in de weer met de tuinslang. „Planten poot je in het najaar, als er meer regen is. Houdt ze een jaar lang goed in de gaten. Geef beter een keer in de week een flinke sloot dan elke dag een beetje. Het wordt een ander verhaal natuurlijk als je een in de zomer lange tijd droog en veertig graden hebt. En planten in potten zijn een uitzondering.”
Ga je op vakantie, dan kun je een petfles doormidden knippen en ondersteboven met water in de potten zetten om ze te laten bedruppelen. „Keep it simple”, zegt Ottow. „Er worden genoeg leuke druppelaars verkocht maar dat is puur voor de verkoop. Wil je echt geld besparen, koop dan liever een boom, die hoef je niet steeds te bewateren.”3. Geef niet te vaak water
De auteur gaat niet dagelijks in de weer met de tuinslang. „Planten poot je in het najaar, als er meer regen is. Houdt ze een jaar lang goed in de gaten. Geef beter een keer in de week een flinke sloot dan elke dag een beetje. Het wordt een ander verhaal natuurlijk als je een in de zomer lange tijd droog en veertig graden hebt. En planten in potten zijn een uitzondering.”
Ga je op vakantie, dan kun je een petfles doormidden knippen en ondersteboven met water in de potten zetten om ze te laten bedruppelen. „Keep it simple”, zegt Ottow. „Er worden genoeg leuke druppelaars verkocht maar dat is puur voor de verkoop. Wil je echt geld besparen, koop dan liever een boom, die hoef je niet steeds te bewateren.”Of ga voor ’olla’, het principe waarbij aardewerken potten water geleidelijk aan de grond afgeven. De potten zijn gemaakt van ongeglazuurd terracotta, waardoor water langzaam door de wanden sijpelt als de grond uitdroogt.
Is de tuin eenmaal gesetteld dan ontstaat er een „natuurlijk evenwicht” en hoef je volgens Ottow alleen maar zwakke plekken in de gaten te houden en de vaste planten geen water meer te geven.
4. Maai gras (bijna) niet
Ottow is zelf opgegroeid met een strakke tuin. Als er mollen kwamen die het gras ruïneerden, werden er door moeder meteen klemmen neergelegd. „Laat het gewoon groeien. Met wild gras komt er meer leven in de tuin. Bijen halen niets uit onze aangelegde graszoden, wel uit wild gras met madelieven, hondsdraf, en klaver. Trek die plantjes dus niet uit de tuin. Probeer het eens uit en maai één stukje van je gras nooit, je zult zien wat er voor moois gebeurt.”
Maaien is iets wat je volgens Ottow maar twee keer per jaar hoeft te doen, en dan niet te strak. „In mei en juni helemaal niet! Je zult zien dat de bloemen omhoog komen. Waar hoog gras is daar komen ook merels en egels op af.”
Op de vraag of het na al die tijd niet lastig is te maaien antwoordt Ottow resoluut: „Pak gewoon de heggenschaar en knip stukken af.”
Maaien in april en mei? Niet doen! Foto: De Telegraaf
5. Schutting eruit
In een dode hoek van haar tuin creëerde Ottow een ’mini bos’. Met haar drie buren besloten ze gezamenlijk een schutting weg te halen en een haag te plaatsen. „Ik zag na jaren ineens een egel, dat was zo’n geluksmoment. Deze heeft nu drie tuinen in plaats van een.” Een (deel van een) schutting weghalen ziet wellicht niet iedere buur zitten. „Een gat in de schutting maken kan ook voldoende zijn.”
6. Waardeer de klimop
Het woekert en zet zich vast op huizen en schuttingen, en je komt amper af van de sporen. Toch moeten we deze klimplant van Ottow leren waarderen. „Deze is superbelangrijk voor de natuur. De bloemen bevatten veel nectar en stuifmeel en bijen nestelen zich daar in de winter in.”
Laat je de klimop verwilderen dan krijgen die bloemen bessen en dat is weer goed voor de vogels, voor voedsel en voor nesten.
7. Ruim je tuin niet op
Advies voor de snoeiers: ga je in deze periode dode takken weghalen bij planten, knip ze dan klein en gooi ze niet in de groenbak maar verstrooi ze in je tuin. „Dat dode materiaal voedt de aarde.”