Kinderen in de Expohal in Assen, noodopvang van het COA voor asielzoekers. Foto: Jaspar Moulijn (archief 2025)
Drie inspectiediensten waarschuwen voor de zorgelijke situatie van asielkinderen in noodopvanglocaties. Dat is niet voor het eerst, twee jaar geleden werd ook al aan de bel getrokken. Hoe kan het dat opnieuw wordt gewaarschuwd?
Vaak verhuizen, onvoldoende onderwijs, een gebrek aan veiligheid, onvoldoende speelmogelijkheden, stress: het is zomaar een greep van vluchtelingenorganisaties uit de problemen in noodopvanglocaties waar asielkinderen wonen.
De inspectie van het Onderwijs, inspectie Justitie en Veiligheid en de inspectie Gezondheidszorg en Jeugd waarschuwen al sinds 2023 voor de zorgelijke omstandigheden van kinderen in noodopvanglocaties van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA). Deze week schreven de inspecties opnieuw aan de ministers Mona Keijzer en Eddy van Hijum van Asiel en Migratie dat de situatie ‘zorgelijk’ is: „De inspecties zien namelijk tot dusver onvoldoende verbetering in de situatie van kinderen in de noodopvang.”
„Wat je dan hoopt als inspectie, is dat de situatie verbetert, maar de situatie is alleen maar verergerd”, zegt professor Heinrich Winter. De hoogleraar bestuurskunde aan Rijksuniversiteit Groningen is gespecialiseerd in onder andere vreemdelingenrecht en toezicht en rechtshandhaving.
Sinds het vorige onderzoek van de inspecties is het aantal kinderen in noodlocaties bijna twee keer zoveel geworden, namelijk ongeveer zevenduizend. Onder hen zijn zo’n tweeduizend minderjarigen die alleen naar Nederland zijn gereisd. Zij verblijven gemiddeld acht maanden in een noodlocatie.
Ondermaatse leefomstandigheden
Dat de kinderen in een noopopvang verblijven, achten de inspecties onwenselijk. Vaak voldoen die niet aan door COA vastgestelde minimale eisen voor een goede opvang. Sommige kamers in grote hallen hebben bijvoorbeeld geen eigen dak, waardoor het ‘s nachts lawaaiig is en kinderen regelmatig wakker schrikken. Bovendien moeten ze vaak verhuizen vanwege de tijdelijke aard van noodopvang. Waardoor ze ook onderwijs missen.
„Er is in de noodopvang een gebrek aan veiligheid, hygiëne en passend eten, waardoor veel kinderen stress hebben en gewicht verliezen”, duidt Anhela Alickovic, woordvoerder van Vluchtelingenwerk. „Ook zijn er onvoldoende speelmogelijkheden of activiteiten voor kinderen. Het is schadelijk voor kinderen dat ze lang moeten wachten tot ze onderwijs krijgen en ook het vele verhuizen is slecht voor de ontwikkeling.”
„Onze jongeren hebben rust en stabiliteit nodig”, zegt woordvoerder Valeska Hovener van Nidos. Dat is de voogdij- en opvangorganisatie voor alleenreizende minderjarige vreemdelingen (amv). „Ze moeten naar school kunnen gaan, contact kunnen leggen met leeftijdsgenoten en de juiste begeleiding en aandacht krijgen. Dat wordt onderbroken als ze steeds moeten verhuizen.”
Ze kunnen niet meer
Zowel vluchtelingenwerk, COA als de inspecties pleiten voor het afbouwen van noodopvang. Opvang moet regulier en daarmee duurzaam zijn. „Er zal niemand zeggen: dit is een non-probleem”, zegt hoogleraar Winter. Rijst de vraag: hoe kan het dan dat de situatie na twee jaar niet is verbeterd? „De inspectie kan van alles zeggen, maar heeft niet de bevoegdheid om opvanglocaties te regelen”, is het eenvoudige antwoord.
De inspecties kunnen het opvolgen van het advies niet afdwingen bij de rechter. „Zij kunnen niet veel meer dan dit. Een belangenorganisatie, zoals Vluchtelingenwerk of Nidos, zou zoiets wel kunnen doen met deze brief en het oude rapport”, denkt Winter – beide organisaties geven aan daar op dit moment geen stappen in te hebben ondernomen.
‘Bestuurders, ga besturen’
En hoeveel zin dat zou hebben is de vraag. „De politiek geeft allerlei signalen”, zegt Winter. „Aan de ene kant is er de Spreidingswet, maar tegelijk wordt gezegd: ‘maar wacht maar even, we willen die gaan afschaffen.” Gemeenten weten niet meer waar ze aan toe zijn, ziet Winter. Daar komt bovenop dat statushouders straks geen voorrangsrecht hebben op huurwoningen. De verwachting is dat zij daardoor moeilijker kunnen verhuizen uit een asielzoekerscentrum en daar dus plekken bezet houden.
„Men heeft elkaar in een wurggreep en die heeft een ongunstige uitkomst”, zegt Winter. „Kinderen zijn daar nu de dupe van. Bestuurders, ga besturen.”