Kinderen in de noodopvang worden voortdurend uit hun vertrouwde omgeving weggerukt. Foto: ANP/Hollandse Hoogte/Ton Toemen
Asielkinderen die regelmatig verhuizen, krijgen te laat toegang tot jeugdgezondheidszorg (JGZ). Dat blijkt uit onderzoek van Dagblad van het Noorden en de Leeuwarder Courant en wordt bevestigd door GGD GHOR Nederland.
Asielkinderen moeten binnen zes weken na aankomst in Nederland toegang krijgen tot jeugdgezondheidszorg. Die normtijd wordt lang niet overal gehaald, zo blijkt uit interne documenten van GGD Fryslân, ingezien door deze krant. Zo zijn er voorbeelden van kinderen die sinds augustus in Nederland verblijven, maar nog steeds niet zijn opgeroepen voor een medisch onderzoek en het Rijksvaccinatieprogramma (RVP). Het gebrek aan zorg heeft ernstige gevolgen voor deze kinderen. Ze missen belangrijke vaccinaties en lichamelijke- en mentale gezondheidsproblemen komen te laat in beeld bij instanties.
Geen vaste opvanglocatie
Vooral kinderen die vaak verhuizen lopen zorg mis. „We zien regelmatig dat kinderen naar een nieuwe locatie zijn overgebracht op het moment dat we ze willen oproepen voor een afspraak of dat ze door een verhuizing een eerdere uitnodiging niet kunnen navolgen,” zegt Trea Hempenius (Coördinator Publieke Gezondheid Asielzoekers bij GGD Fryslan).
GGD Groningen herkent bovenstaand beeld. „Ook wij merken dat kinderen al zijn overgeplaatst naar een andere regio voordat ze bij ons zijn geweest voor een afspraak. Soms komt het voor dat de verpleegkundige intake wel heeft plaatsgevonden, maar dat het medisch onderzoek en de vaccinaties op een volgend centrum moeten plaatsvinden,” aldus de woordvoerder. „Andersom krijgen wij op de centra in onze regio gezinnen die wij niet binnen de gewenste zes weken kunnen zien. Die periode is al bijna verstreken wanneer zij hier aankomen. We doen er alles aan om deze kinderen dan wel zo snel mogelijk te zien.”
In Drenthe is het aantal asiellocaties waar kinderen verblijven relatief beperkt en overzichtelijk. „Hierdoor lukt het de GGD in Drenthe over het algemeen om kinderen binnen zes tot acht weken na de eerste registratie in Ter Apel te zien, ook wanneer zij met een omweg in de provincie terecht zijn gekomen,” zegt de woordvoerder. „Maar ook wij constateren dat te veel asielkinderen in Nederland regelmatig verplaatst worden.”
Volgens GGD GHOR Nederland is het vooral op Crisisnoodopvanglocaties (CNO) lastig om kinderen op tijd te zien. „Kinderen lopen uitnodigingen voor medische intakes mis als ze veel verhuizen tussen de verschillende noodopvanglocaties. De crisisnoodvang is zeker geen ideale plek om de jeugdgezondheidszorg op te starten,” zegt een woordvoerder van het COA.
Kinderen te laat in beeld
Binnen de GGD-regio’s wordt, waar mogelijk, afgeweken van de reguliere procedures om toch zo veel mogelijk kinderen te zien. „We kunnen bijvoorbeeld kiezen voor een andere volgorde, een verkorte intake of alleen het starten van het Rijksvaccinatieprogramma,” zegt Hempenius.
Daarnaast kunnen medewerkers op locatie kwetsbare kinderen signaleren en deze doorgeven aan de JGZ zodat deze als eerste gezien kunnen worden. Toch kan dit niet voorkomen dat sommige kinderen te laat in beeld komen. „We zien bijvoorbeeld kinderen met ondergewicht die te lang niet gezien zijn. Het kind groeit dan niet of te weinig en ontwikkelt zich niet goed,” zegt Hempenius. „Ook zien we dat kinderen met lichamelijke beperkingen soms verstoken blijven van hulpmiddelen.”
Ook als kinderen wel in beeld zijn bij de GGD lukt het niet altijd om de continuïteit van opgestarte behandelingen te waarborgen. „Door verhuizingen kan het ook zo zijn dat doorverwijzingen na een intake, bijvoorbeeld naar een kinderarts of oogarts, niet plaats kunnen vinden en in een volgend centrum opnieuw geregeld moeten worden. Dit zorgt voor vertraging,” zegt de woordvoerder van de GGD in Groningen.
De gebrekkige registratie van asielkinderen zorgt ook voor vertraging, zegt Hempenius. „Door alle verhuizingen en het grote aanbod aan locaties, wordt een kind niet altijd goed in het COA-systeem geregistreerd. Dan krijgen wij ook niet de juiste gegevens binnen.” Dit zorgt voor veel uitzoekwerk. „Soms nodigen we een gezin met drie kinderen uit voor een intake, maar dan blijken er vier kinderen te zijn. Ook zijn er regelingen waarbij kinderen elders mogen verblijven (logeerregelingen), waardoor ze niet op de aangegeven locatie zijn, maar bij ons ook niet bekend is waar ze wel zijn. Dan moeten we eerst bij het COA navragen waar deze kinderen gebleven zijn.”
Mentale gevolgen verhuizingen
GGD-medewerkers stellen vast dat niet alleen asielkinderen te vaak jeugdgezondheidszorg mislopen, maar ook dat het huidige asielsysteem schade veroorzaakt in de ontwikkeling van kinderen. „Het is heel onveilig voor kinderen dat ze constant moeten verhuizen. Ze hebben vaak trauma’s opgelopen in het land van herkomst en hebben tijdens hun vlucht moeilijke situaties meegemaakt. Daar bovenop ervaren ze de stress van het wonen in een opvanglocatie en de voortdurende verhuizingen,” stelt Hempenius.
De effecten van de verhuizingen en de doorgemaakte trauma’s zijn merkbaar, omdat kinderen minder goed met stress om kunnen gaan. „We zien dat de bandbreedte waarin een kind nog kan ontspannen zeer beperkt is. Sommige kinderen hebben angstige gevoelens en vertonen impulsief gedrag. Anderen zijn boos en hebben emotionele uitbarstingen. Ook zien we kinderen die tot niets meer te bewegen zijn: ze reageren apathisch, zijn gevoelloos of afwezig en hebben last van dissociatie. Dat is echt zeer verontrustend,” zegt Hempenius.
Geen eisen voor opvang
Het COA herkent de signalen van de GGD en streeft ernaar om gezinnen met kinderen zo min mogelijk te laten verhuizen. „ Vanwege de hoge asielinstroom zijn we genoodzaakt om gebruik te maken van noodopvang en een beroep te doen op gemeenten en veiligheidsregio’s voor crisisnoodopvang. De voorzieningen op (crisis)noodlocaties zijn niet optimaal voor langdurig verblijf, vooral niet voor gezinnen met jonge kinderen. Het kortdurende verblijf resulteert in frequente verhuisbewegingen.”
„De jeugdgezondheidszorg heeft zicht op de kinderen die op deze locaties worden geplaatst. Er zijn echter gevallen geweest waarin een kind alweer is verhuisd voordat zorg of plaatsing op scholen kon plaatsvinden. Ondanks de toenemende uitdagingen bij het regelen van onderwijs en jeugdzorg, stellen gemeenten steeds vaker als voorwaarde dat alleen gezinnen worden opgevangen. We roepen gemeenten dan ook op om geen eisen te stellen aan specifieke doelgroepen,” zegt de woordvoerder.
Rechten van asielkinderen ernstig bedreigd
De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) trok in maart al aan de bel over de tekortkomingen in de gezondheidszorg en de leefomstandigheden voor asielzoekers in de crisisnoodopvang die gemeenten regelen. Volgens de IGJ zorgt dit voor urgente risico’s voor hun gezondheid, maar ook voor de volksgezondheid. „Bijvoorbeeld bij besmetting met infectieziekten of als kinderen niet de normale vaccinaties krijgen,” aldus de Inspectie.
Kort daarna stuurden AJN Jeugdartsen, Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland, Lowan, de PO-Raad en de VO-Raad een brandbrief naar de staatssecretaris over de schadelijke gevolgen van verhuizingen voor asielkinderen. De vele verhuizingen ontnemen kinderen het recht op onderwijs en zorg, verstoren hun ontwikkeling en verhogen het risico op ‘depressie, onthechting en angst.’
Ondanks eerdere signalen en brandbrieven slaagt de staatssecretaris er niet in om de situatie van asielkinderen te verbeteren. Dat schrijven de Inspectie Justitie en Veiligheid, de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd, de Inspectie van het Onderwijs en de Arbeidsinspectie in een woensdag gepubliceerde brief aan staatssecretaris Eric van der Burg (Asiel, VVD). De rechten van duizenden asielkinderen staan volgens de inspecties al bijna een jaar onder enorme druk, waardoor hun gezondheid en ontwikkeling wordt bedreigd.