Twee bij elkaar geparkeerde personenauto's brandden afgelopen april uit aan de Schilperoordstraat in Hoogeveen. De oorzaak van dit soort branden is vaak lastig te achterhalen. ,,Alle sporen gaan in rook op." Foto: André Weima
Zowel in Groningen als in Drenthe gingen de afgelopen tijd meerdere auto’s in vlammen op. Autobranden leveren forse schadeposten op, maar zijn voor de politie lastig op te lossen delicten. ,,Door de brand zijn er vaak nog nauwelijks bruikbare sporen.”
Metershoog slaan de vlammen uit een aan de Peizerweg in Groningen geparkeerde personenauto in de nacht van woensdag op donderdag. De brandweer, die kort voor middernacht is gealarmeerd, kan eerst niets doen omdat de pomp van de brandweerwagen defect is. Pas nadat er een andere brandweerwagen arriveert, kan er met blussen worden begonnen.
Diezelfde nacht brandt in de berm van de Oude Rijksweg bij Erm ook een wagen volledig uit. In beide gevallen stelt de politie een onderzoek in naar de oorzaak.
Er waren meer incidenten afgelopen maanden. Zo brandde er begin vorige maand een auto uit aan de Tjerk Bolhuisstraat in Groningen. Door de vlammen raakte de voorgevel van het rijtjeshuis waar de auto stond geparkeerd fors beschadigd. Bij hetzelfde adres ging een jaar geleden ook al een voertuig in vlammen op.
De bewoners reageren gelaten. Ze voelen zich ‘super onveilig’, zegt één van hen tegen deze krant. ,,Wat voor verschrikkelijke buurt is dit? Niemand lijkt te weten waarom dit precies gebeurt.”
Brand verwoest auto aan De Stuw tussen Alteveer en Zuidwolde. Foto: André Weima
Tien autobranden in Drenthe
Diezelfde maand veroordeelde de rechtbank in Assen een man (21) uit Klazienaveen tot 22 maanden cel en tbs. Hij werd verdacht van tien autobranden in onder meer Nieuw Amsterdam, Erica en Klazienaveen. Die waren allemaal in een periode van twee weken. Soms vlogen meerdere auto’s in één nacht in brand. De man werd aangehouden terwijl hij een aansteker bij zich had, alsmede een pin om autoruiten in te tikken. Hij ontkende verantwoordelijk te zijn, maar volgens de rechter wezen alle bewijzen in zijn richting.
Ook de Drentse hoofdstad heeft met het fenomeen te maken. Tussen april vorig jaar en april dit jaar waren er tenminste 28 autobranden. Onder meer in de Kanaalstraat, Kloekhorststraat en de Smetanalaan fikten geparkeerde auto’s af. In sommige gevallen ging het vermoedelijk om gerichte aanslagen, in veel gevallen was de oorzaak onbekend en werd de brand dus niet opgelost.
Dat komt doordat bij een hevige autobrand het bewijs meestal in rook opgaat, waardoor het lastig is de precieze oorzaak te bepalen, zegt Groninger politiewoordvoerder Matthijs van Houten.
In zwart kleding met bivakmuts
,,Dan heb je weinig aanknopingspunten. Sporen zijn letterlijk in rook opgegaan. Het is dus lastig daar onderzoek naar te doen. Zeker ook als die brand op een afgelegen industrieterrein is, waar geen of weinig camera’ s zijn. In een drukke woonwijk zijn die er vaak wel en heb je dus beelden. Maar dan nog. Als er op beeld iemand in zwarte kleding met een bivakmuts op loopt, is het lastig om iemand te herkennen. Het hangt dus erg af van de situatie.”
De politie praat in zo’n geval altijd met de eigenaar. ,,Heeft hij er een mogelijke verklaring voor waarom die wagen al dan niet in de brand is gezet? En je moet natuurlijk ook altijd kijken of er eventueel een technische oorzaak is, wat natuurlijk ook kan.”
Is er een trend? Lastig te zeggen, aldus de politiewoordvoerder. ,,Soms heb je in een week drie autobranden en dan weer een half jaar niks. Dan voelt het op dat moment even alsof er heel veel zijn. Terwijl het soms ook gewoon toeval is. En het is ook maar net waar je gaat kijken. Als je nu naar Coevorden gaat, zie je dat de cijfers daar ook hoger zijn omdat ze net die onrust hebben gehad. En in Assen vlogen op een gegeven moment veel deelscooters in brand.”
Forse schade
Woordvoerder Liesbeth Mennink van de Veiligheidsregio Drenthe ziet geen opvallende stijging van het aantal autobranden in Drenthe. ,,Er vliegt er af en toe wel één in brand en we hebben dit voorjaar een rijtje gehad. Maar er is nu niet ineens een opvallende toename.”
Ook haar collega in Groningen ziet die niet. ,,Maar dat wil niet zeggen dat die er niet is.”
Autobranden leveren vaak forse schade op. Volgens het Verbond van Verzekeraars gaat het per incident gemiddeld om zo’n 10.000 euro. Bovendien hebben ze veel impact op omwonenden.
Van Houten: ,,Als er bij jou in de straat een auto in brand vliegt, kan ik me heel goed voorstellen dat je daar van schrikt. Daar heeft het meer impact dan op een industrieterrein waar niemand woont. Nogmaals: als het mogelijk is sporenonderzoek te doen, dan doen we dat. Als we kunnen achterhalen hoe een auto in brand is geraakt, doen we dat. Soms is er materiaal achtergelaten waar sporen op zitten, daar kijken we dan naar. Als er ergens nog een fles benzine ligt die is aangeraakt door iemand, dan kun je wellicht nog sporen vinden.”
Midden in een woonwijk
Is er preventie mogelijk? Kunnen mensen iets doen om te voorkomen dat hun bolide in de fik vliegt, terwijl die aan de straat staat geparkeerd?
,,Als je een garage hebt en je zet je auto daarin, dan is het risico natuurlijk kleiner,” weet Van Houten. Ook parkeren onder een straatlantaarn kan helpen. ,,Of in elk geval op een plek waar toezicht is, waar veel mensen op straat zijn, waar camera’s hangen.”
Garanties zijn er niet. ,,Als iemand een bepaalde auto in brand wil steken en die deinst er niet voor terug om dat op zo’ n plek te doen, dan is het lastig om het te voorkomen. Het gebeurt soms midden in een woonwijk.”
Mennink van de Veiligheidsregio Drenthe zegt dat autobranden twee oorzaken kennen: brandstichting of een technisch mankement. ,,Aan die eerste kun je weinig doen. Aan die tweede wel, zorg voor regelmatig onderhoud van je wagen.”
Daders die graag herrie schoppen
Toch is er het nodige bekend over de daders. Jurist en psycholoog Lydia Dalhuisen, die werkt bij de Universiteit Utrecht en die onder meer onderzoek deed bij de Forensisch Psychiatrische Kliniek in Assen, heeft daar uitgebreid over geschreven, onder meer voor het Centrum voor Criminaliteitspreventie en Veiligheid.
Volgens haar zijn er vijf typen brandstichters. Zo is er de vandalistische brandstichting. Daarbij zijn de daders vaak jonge, autochtone jongens, die graag herrie schoppen in een groep. Ze wonen meestal nog mokkend thuis. Impulsief steken ze ‘s nachts auto's en containers in brand. Over het algemeen functioneren deze daders goed, ze gaan naar school, hebben goede sociale vaardigheden en geen problemen met alcohol en drugs, zoals de meeste andere daders.
Een uitgebrande auto in Hooogeveen. De politie vermoedde brandstichting. Foto: Persbureau Meter
De gestoorde brandstichter sticht brand om zelfmoord te plegen onder invloed van een psychose. Het zijn in de regel alleenstaande mannen van rond de dertig jaar. Ze zijn eerder opgenomen geweest, komen uit een problematische gezinssituatie en steken impulsief een brandje aan, regelmatig ook in de eigen woning.
Wraak op ex-partner of werkgever
Sommige brandstichters willen wraak nemen op iemand, bijvoorbeeld de ex-werkgever of een ex-partner. Ook de leden van deze derde dadergroep zijn meestal Nederlandse mannen van rond de dertig. Ze hebben ook frequent een psychiatrische diagnose. De branden zijn er vaak op gericht om een specifiek persoon te raken en materiële schade en levensgevaar voor personen te veroorzaken.
De vierde dadergroep bestaat uit opportunisten die brand stichten in huizen en auto’s om er beter van te worden, bijvoorbeeld door de verzekering op te lichten. Ze hebben minder vaak ernstige gedragsproblemen en slaan meestal toe in de donkere wintermaanden. Meestal is de brandstichter nuchter ten tijde van het delict. Opportunistische brandstichters zijn meestal volledig toerekeningsvatbaar, constateert Dalhuisen.
Tot slot onderscheidt ze mensen die brandstichten uit fascinatie voor vuur of de nasleep van het incident. Dat doen ze nogal eens om opgebouwde spanningen te verminderen. De brand wordt impulsief gesticht. Doelwit zijn willekeurige objecten zoals auto’s en containers. Ook dit zijn lieden met weinig sociale contacten en een problematische jeugd. Deze daders bekijken de brand die ze zelf hebben gesticht vervolgens niet ter plekke, maar vaak digitaal thuis.
Dalhuisen hoopt dat haar onderzoek er toe bijdraagt dat er meer brandstichtingen worden opgelost. Nu worden veel opzettelijk aangestoken branden in ons land niet herkend, schrijft ze. En veel brandstichtingen die wel als zodanig zijn herkend, worden toch niet opgelost. ,,Het is van belang dat de politie begrijpt dat er verschillende typen brandstichters bestaan. Kenmerken van de plaats delict en de brandstichting kunnen aanknopingspunten bieden voor de opsporing van mogelijke daders.”