Bittermeloen, waterspinazie, kousenband, antroewa: Sila Gangadien-Boedhoe verbouwt het allemaal in haar volkstuin. Foto: Geert Job Sevink
Op een volkstuincomplex in Vinkhuizen verbouwt Sila Gangadien-Boedhoe (73) groenten waar een hoop mensen nog nooit van gehoord hebben. Wat is het verhaal achter deze bijzondere tuin?
Sila Gangadien-Boedhoe (73) zit op een plastic stoel in de schaduw van een kas die vol staat met kleine klaroen. Het is een spinazie-achtig plantje, geliefd in de Surinaamse keuken. „Je moet ze wokken”, zegt ze. „Dan slinkt het enorm. Als je een kilo blad in de pan gooit, hou je een handvol over.”
Het is warm, zo’n dag waarop de zon de plantjes uit de grond lokt. Weinig mensen lopen langer rond op volkstuin Golden Raand, die aan de rand van Vinkhuizen ligt, dan Gangadien-Boedhoe. Ze ontfermt zich al bijna dertig jaar over haar stuk grondvan 200 vierkante meter: het is een van de grootste tuinen op het complex. Tussen de veldjes met groenten en bloemen staandicht op elkaar meerdere kassen en een tuinhuisje.
De Groningse verbouwt groenten uit alle windstreken, maar favoriet zijn soorten die veel worden gegeten in haar geboorteland Suriname. Bittermeloen, waterspinazie, kousenband, antroewa, simbonen, tajer: Gangadien-Boedhoe, gekleed in een kleurrijke jurk en tuinsloffen, wijst ze één voor één aan.
Een kilo kousenband
Gangadien-Boedhoe vertrok in 1974 met haar gezin naar Nederland, uit angst voor de politieke onrust die ontstond in de aanloop naar de Surinaamse onafhankelijkheid. „Mijn man ging eerst, hij kon meteen aan het werk. Maar hij vond het moeilijk in zijn eentje. Na een aantal maanden zei hij: kom je ook? Anders kom ik terug.” Zo volgde de rest van het gezin, deze zomer is het vijftig jaar geleden.
Met vliesdoek beschermt Sila Gangadien-Boedhoe kwetsbare plantjes tegen de kou. Foto: Geert Job Sevink
Toen ze al twintig jaar in Nederland waren, hoorden Gangadien-Boedhoe en haar man over het volkstuinencomplex bij Vinkhuizen. Ze waren meteen enthousiast en besloten een stukje grond te huren.
„Toen we hier net woonden was er vaak niet eens rijst te krijgen in de winkel. Familie die op bezoek was uit Suriname moest dat dan meenemen.” In die zin is veel veranderd in vijftig jaar, aldus Gangadien-Boedhoe. Bijna alles wat ze in haar volkstuin verbouwt, is nu ook te vinden op markten of in de toko. „Maar het is heel duur. Een kilo kousenband kost je in de winkel zo 15 euro.”
Favoriete vakantieactiviteit
De eerste jaren moesten Gangadien-Boedhoe en haar man alles leren over grondbewerking, zaaimomenten en combinatieteelt. „In Paramaribo tuinierden we nooit. We begonnen met aardappels. Toen kwam de buurman van het tuintje naast ons vertellen hoe dat moest, met de aardappels. Dat is het mooie hier. Iedereen bemoeit zich met elkaar.”
Hun „groene paradijsje” speelde al die tijd een belangrijke rol in het leven van het gezin. Alle vrije uurtjes besteedden Gangadien-Boedhoe en haar man op de 200 vierkante meter in Vinkhuizen, samen met de kinderen en kleinkinderen. Hun favoriete vakantieactiviteit werd het afstruinen van markten op zoek naar zaadjes van onbekende planten. „Dat is altijd zo leuk, kijken of het wil. Ik vind het nog steeds zo wonderlijk: je stopt een zaadje in de grond en er komt een hele plant naar boven.”
De liefde voor het tuinieren bracht ze over op haar kinderen: een van haar zoons heeft sinds dit jaar een eigen tuintje op het complex. Haar kinderen en kleinkinderen komen wekelijks ‘over de vloer’. Zeker sinds het overlijden van haar man, zeven jaar geleden, is ze blij met de hulp. „Deze zomer gaan mijn zoons het tuinhuisje aanpakken. En laatst hebben ze de bewatering in de kassen aangepast.”
Zorg over nieuwbouwplannen
Ook met de andere tuinders van het complex heeft Gangadien-Boedhoe veel contact. „Soms kom ik ‘s ochtends met een takenlijst naar de tuin, maar zit ik uiteindelijk de hele dag te kletsen.”
We maken een wandelingetje over het complex. Een mevrouw is aan het werk in haar tuintje. Gangadien-Boedhoe begroet haar, en wijst naar een plant die langs het tuinhek groeit. „Dit gebruiken we in de Surinaamse keuken, wist je dat? Ik ben even vergeten hoe het heet.” De vrouw is blij verrast. „Is die eetbaar? Wat leuk, dat wist ik helemaal niet.”
„Soms kom ik ‘s ochtends met een takenlijst naar de tuin, maar zit ik uiteindelijk de hele dag te kletsen.” Foto: Geert Job Sevink
Zo gaat het vaak, zegt Gangadien-Boedhoe. Mensen kijken bij elkaar om de hoek, lenen spullen uit en geven advies. „Toen mijn man ziek werd, appte onze buurman hier meteen. Hij zei: geen zorgen, ik zal jullie tuin bijhouden.”
Ze hoopt nog heel wat jaren op de tuin te zitten. Mede daarom maakt ze zich zorgen over plannen van de gemeente, om een deel van devolkstuin op te offeren voor een nieuw te bouwen sportcomplex. De leden van Golden Raand zijn er fel op tegen. De tuin van Gangadien-Boedhoe ligt niet in het gedeelte dat moet verdwijnen, maar ze ziet de plannen met lede ogen aan. „Ik hoop dat ze ervan afzien”, verzucht ze.
„Ik woon op een flat in Paddepoel, ik weet niet wat ik zou doen zonder mijn tuintje. De hele dag binnen zitten? Nee bedankt.”
Verslaggevers van Dagblad van het Noorden maken in de maanden juli en augustus verhalen over gezonde voeding en lokale producten uit Groningen. Wat is gezond voedsel en waar kun je daarvoor in Groningen terecht? Wat zijn de fabels? Hoe verandert onze manier van eten? Je leest het deze zomer in de DVHN Voedselserie.