Zwaar militair materieel op het gazon van Borg Nienoord. Bram Hulzebos
Laat het maar aan Geert Pruiksma over om met veel toeters en bellen een historisch verantwoord feestje aan te richten. Zaterdag was min of meer de aftrap van de herdenking van 350 jaar Groningens (en Coevordens) Ontzet in Museum Nienoord in Leek.
Voor de borg stonden zaterdag een pantserwagen en een verkenningsvoertuig van het Johan Willem Friso Regiment op het gazon. De geschiedenis van dit oudste regiment van Nederland is nauw verbonden met de gebeurtenissen van 350 jaar geleden in het Noorden van het land. Destijds stelde het Regiment Oenema zich, schouder aan schouder met Carl von Rabenhaupt, teweer tegen Bommen Berend die in 1672 zijn zinnen had gezet op het noordelijke deel van de Republiek. Uit dit regiment is het Johan Willem Friso Regiment voortgekomen.
Edelmannen in tamelijk wufte kledij
En wat wilde nu het geval? Zaterdag was ook de presentatie van een collectie van 18 schilderijen uit 1630 van kapiteins uit dit regiment. Portretten van edelmannen in tamelijk wufte kledij die destijds hip was, vermengd met hedendaagse portretten van mannen die dienen in het JWF-regiment.
En alsof dat allemaal nog niet gek genoeg was, waren nazaten van deze edellieden bij de presentatie aanwezig. Vervolgens namen twee telgen uit de tweeëntwintigste generatie Sickinghe een lijvig boekwerk in ontvangst dat ging over de tijd waarin hun voorvaderen (uit de elfde generatie) streden tegen Bommen Berend. Dit boek, Een schricklijck Jaer, geschreven door Ineke den Hollander behandelt uitgebreid de gebeurtenissen in het Noorden in het rampjaar 1672.
Bezwete en bestofte wandelaars
En dat was nog niet alles: vlak voor de presentatie kwamen vier bezwete en bestofte wandelaars aan op de borg, voorafgegaan door in historische kledij gestoken vaandeldragers. Ze waren een dag eerder in Coevorden gestart. Want iedereen die een beetje gevoel wil krijgen bij de gebeurtenissen in 1672 kan eind augustus een wandeltocht afleggen tussen Coevorden en Groningen.
Tenslotte was er ook nog de feestelijke presentatie van een sappig blond Bommen Berend-biertje, gebrouwen door de Groningse brouwerij Martinus.
Tal van activiteiten tijden Groningens Ontzet
Kanonnen, koetsen, een kampement, een roeiregatta, een lang terras en een Hollandse Muziek- avond met - waarschijnlijk - een optreden van de Snollebollekes: het zal als Stadjer moeite kosten de viering van 350-jarig Groningens Ontzet niet mee te krijgen. Verder is er ook een kortebaan draverij (net als in lang vervlogen tijden) en op het Martinikerkhof bivakkeren soldaten uit de tijd van het Groningens Ontzet. Het gaat om ongeveer zeventig re-enactors die er vanaf vrijdag zijn. Het publiek kan ook een kijkje nemen in het kampement. Op 28 augustus is er aan de Praediniussingel een grote veldslag.
Vanwege het jubileum vinden er niet alleen in de stad, maar in de hele provincie activiteiten plaats in onder meer het Groninger Museum, de Fraeylemaborg, Borg Verhildersum, het Noordelijk Scheepvaart Museum, Museum Slag bij Heiligerlee en op Landgoed Nienoord. Daarnaast wordt extra aandacht besteed aan de jaarlijkse viering van het Gronings Ontzet (augustus) en de Slag bij Bourtange (juni), een van de vele vestingsteden die een strategische rol hebben gespeeld tijdens het Rampjaar.
Het verhaal van een Coevorder held
Het boek Een schricklijck Jaer vertelt het verhaal vanuit Coevordens perspectief. Coevorden was al gevallen toen Bommen Berend aan de poorten van Groningen rammelde. Na een wekenlang beleg lukte het Rabenhaupt (eind augustus 1672) om Bommen Berend op de terugtocht te dwingen. Een bijzondere rol in de bevrijding van Coevorden speelde vervolgens Coevordenaar Meijndert van der Thijnen. Hij was niet alleen schoolmeester en koster, maar ook specialist op het gebied van vestingwerken. Na de inname van Coevorden vluchtte hij met vrouw en kind naar Groningen, waar hij bij de defensieleider generaal Carl Rabenhaupt maar bleef hameren op een zelfbedacht plan.
Belangrijk onderdeel in deze winterse verrassingsaanval warenbiezen matten. Bij ijs in de stadsgrachten hakt de bezetter namelijk bijten, zodat niemand ongevraagd de vesting binnenkomt. Met die matten wilde Van der Thijnen bruggen bouwen, over de bijten heen.
Van der Thijnen was niet alleen de bedenker. Hij ging ook voorop in de strijd. Toen op de rand van een bijt veel soldaten stonden te schieten op de bezetter, dreigden ze vanwege hun gewicht door het ijs te zakken. Van der Thijnen ging zitten en hield met zijn blote handen de biezenbrug vast, zodat de soldaten eroverheen konden lopen. Tot verbijstering van officieren slaagde de aanval.