Vrouw Justitia in de rechtbank in Groningen. Foto: Jan Willem van Vliet
De 27-jarige man uit Delfzijl die zijn zwager mei dit jaar met een hamer op het hoofd sloeg, kreeg drie jaar cel waarvan één jaar voorwaardelijk.
Hoewel de verdachte het slaan tijdens de zitting in de Rechtbank Groningen ontkende, werden de verklaringen van zijn zus en het slachtoffer betrouwbaar genoeg geacht om tot een veroordeling te komen.
Die conclusie trok de officier van justitie twee weken geleden ook: „Ze zijn consistent en sluiten op elkaar aan. Terwijl het moeilijk moet zijn belastende verklaringen af te leggen over een naaste.”
Straf lager dan eis
De straf is wel lager dan de eis. Het OM had 3,5 jaar cel geëist, waarvan één voorwaardelijk. De proeftijd is hetzelfde, drie jaar en de voorwaarden ook. De veroordeelde moet onder meer behandeld worden en er geldt een contactverbod.
Ook de toegekende vorderingen zijn minder dan gevraagd. Het slachtoffer vroeg 23.120 euro materiële schadevergoeding. Onder meer omdat hij zes maanden niet kon werken.
Belager moet 20.000 euro betalen
De rechtbank verlaagde dat tot tienduizend euro. Eenzelfde bedrag werd toegekend als smartengeld, terwijl daarvoor twintigduizend was gevraagd.
Nadat hij door familie was gebeld dat zijn zus in gevaar zou zijn, was de broer op 26 mei 2025 naar haar huis gereden. Hij sloeg met een hamer het glas van de deur in om binnen te komen, rende op de zwager af en sloeg hem op het hoofd.
‘Ik maak je dood’
Hij zou zelfs hebben geroepen: „Ik maak je dood.”
Forensische, medische informatie ontbrak in het dossier en er bleek slechts één foto van het letsel. Daarop was een snee van 3,5 centimeter zichtbaar. De conclusie luidde daarom dat er tenminste één keer is geslagen.
Zus en partner zaten rustig te eten
De rechtbank achtte doodslag daarom bewezen. Een slag met een hamer op het hoofd kan dodelijk zijn.
De vraag was óf er wel wat aan de hand was die dag. Zus en partner verklaarden zelf dat ze geen problemen hadden. De twee zaten volgens eigen zeggen zelfs rustig te eten toen haar broer binnenstormde.
Naar het zuiden verhuisd
Een duidelijk antwoord kwam er niet. Behalve dat de Delfzijlster dacht dat er iets zou gebeuren. En als er wel iets was gebeurd en hij was er niet voor zijn zus geweest, had hij zichzelf dat nooit vergeven.
De gevolgen voor het slachtoffer zijn groot. Hij verhuisde na het incident naar het zuiden uit angst voor zijn schoonfamilie, ziet zijn zoontje om de week, heeft nog steeds hoofdpijn, geheugenverlies, kan slecht alleen zijn en voelt zich angstig en onveilig.