Hij wilde zijn zus helpen, die door haar vriend zou worden bedreigd. De 27-jarige Delfzijlster drong hun woning binnen. Gevolg: ernstig hoofdletsel voor die vriend. Het Openbaar Ministerie eiste 2,5 jaar cel.
De zus en haar partner verklaarden bij de politie dat de verdachte op 26 mei dit jaar met een hamer het raam van de deur insloeg om binnen te komen, meteen doorrende en de vriend met een klauwhamer meermaals op het hoofd sloeg.
‘Waarom bekommerde u zich niet om uw zus?’
Wat de rechters vrijdag in de rechtbank onder meer wilden weten was: „Als u zo bezorgd was om uw zus, waarom bekommerde u zich niet meteen om haar?” En ook: „Waarom heeft u niet de politie gebeld?”
Dat was inderdaad een fout, bekende de Delfzijlster. Maar hij dacht dat er iets naars zou gebeuren. Als er wel iets was gebeurd en de broer was er niet voor zijn zus geweest, had hij zichzelf dat nooit vergeven. Maar hij betuigde spijt en zei dat het nooit meer zou gebeuren.
Onduidelijk waarom verdachte ‘zó los ging’
Het bleef echter onduidelijk waarom de verdachte ‘zó los ging op zó weinig aanwijzingen’. Want de vraag was ook óf er die dag wel wat aan de hand was.
Hoewel familieleden alarm sloegen en al bij de woning waren, verklaarden zus en partner dat ze geen problemen hadden. Ze zaten op dat moment zelfs rustig te eten.
Snee door val tegen radiator
Zijn zus loog, stelde de verdachte. Hij ontkende geslagen te hebben en gaf eenzelfde lezing als een getuige die pas een dag voor de zitting wilde meewerken. En dat was dat er een worsteling was waarbij het slachtoffer met het hoofd tegen de radiator viel. Dat zou de hoofdwond, een snee van 3,5 centimeter, verklaren.
De gevolgen voor het slachtoffer bleken groot. Hoewel hij en de zus volgens hem nog steeds een relatie hadden, verhuisde de man naar het zuiden des lands, uit angst voor broer en schoonfamilie.
Kan slecht alleen zijn en angstig en onveilig
Het slachtoffer ziet zijn zoontje daardoor om de week, heeft nog steeds hoofdpijn, geheugenverlies, kan slecht alleen zijn en voelt zich angstig en onveilig.
Hij durfde ook niet bij de zitting zijn, maar vroeg via een advocaat ruim 23 duizend euro compensatie voor gederfd inkomen en nog eens 20 duizend smartengeld.
42 maanden cel, 12 voorwaardelijk
De officier van justitie adviseerde die toe te kennen. Ze vroeg daarnaast om een gevangenisstraf van 42 maanden, waarvan 12 voorwaardelijk, met een proeftijd van drie jaar. Daarbij hoorden een behandeling, meldplicht en contactverbod.
Ze achtte de poging tot doodslag ‘zonneklaar’. Hoewel de Delfzijlster ter zitting verklaarde zeker weten hem niet te hebben geraakt, vertelden zus en partner een ander verhaal. Hij zou zelfs hebben geroepen: „Ik maak je dood.”
Moeilijk: belastende verklaring over naaste
De officier achtte die getuigenissen geloofwaardig: „Ze zijn consistent en sluiten op elkaar aan. Terwijl het moeilijk moet zijn belastende verklaringen af te leggen over een naaste.”
Letselrapportage en andere medische stukken ontbraken en er bleek slechts één foto van de verwondingen. Dus, meende de advocaat van de verdachte, dat er geen bewijs was voor het slaan. De verklaringen van zus en partner alleen waren onvoldoende en de val tegen de radiator kon niet worden uitgesloten.
Vraag om vrijspraak voor doodslag
Hij vroeg om vrijspraak voor de doodslag en anders om een lagere straf. De advocaat achtte de vorderingen van het slachtoffer ook te hoog. De vergoeding voor gederfde inkomen was een aanname. Daarbij waren in andere zaken kleinere bedragen toegekend voor zwaardere letsels.