Bij 't Ailand serveren ze wilde oesters rechtstreeks van het Wad. Barbara Geertsema-Rodenburg: ,,We hebben hier goud in handen.'' Foto: DVHN
Heeft het Waddengebied het in zich om dé volgende culinaire reisbestemming te worden? Die ambitie is er en het aanbod verse, biologische producten uit de kleigrond en van de zeebodem is in elk geval rijk.
Een gure zeewind en lichte regen razen langs de dijk. Het pad is bedekt met een dikke laag modder en om ons heen zien we wild begroeide velden met daarachter, buiten het gebied van mijn gastvrouw, net gemaaid bouwland. Over het pad hangen takken en in de verte staan koeien te grazen. ,,Sommige mensen vinden dit rommelig, maar ik vind het mooi’’, zegt Mieke van Tilburg.
We staan op het terrein van boerderij Waddenmax in Hornhuizen, een van de locaties die door liefhebbers van eten uit het Waddengebied genoemd worden als bestemming voor een culinaire reis door het gebied. Bezoekers kunnen er vrij over het erf wandelen, koeien aaien, roomverse yoghurt, kwark, kaas en melk van de boerderij kopen. Hiervandaan is het een kilometer naar de dijk (met uitzicht over de Wadden).
Waddengebied wil gastronomische hotspot zijn
Het is helemaal hip om een reisbestemming kiezen op basis van wat er te proeven valt. Daarom zetten regio's zichzelf graag in de markt als 'culinaire bestemming'. Het Waddengebied – met het project ‘Waddengastronomie versterkt Werelderfgoedbeleving’ van Visit Wadden, NHL Stenden en Stichting Waddengroep – doet daar vrolijk aan mee en wil van het gebied een gastronomische hotspot maken. Bijvoorbeeld met de Culinaire Waddenweken (die nog tot en met 27 november duren).
Kan het Waddengebied tippen aan culinaire trekpleisters zoals Toscane (parmezaanse kaas, balsamico azijn) of Bretagne (kakelverse vis en zeevruchten)? En wat hebben de kleigrond en de zeebodem te bieden aan de culinaire toerist?
Naar een sterke eettraditie
Annette van Ruitenburg woont op Texel en schreef meerdere boeken over het culinaire aanbod van de Wadden. ,,Er zijn in Europa best veel gebieden waarvan je weet dat als je erheen gaat je uit de streek eet en een mooie omgeving ervaart. Denk aan de Bourgogne, Toscane en Sicilië. Wij willen datzelfde in de Wadden: de verbinding tussen cultuur, natuur en culinair heel sterk maken.’’
Van Ruitenburg tipt
Annette van Ruitenburg en het team van de Culinaire Wadden tippen Herberg restaurant Molenrij in Molenrij, De Basiliek in Appingedam, Grand Hotel Opduin op Texel en Restaurant Zuiver op Vlieland om uit eten te gaan. Locaties om boodschappen te doen langs het Wad zijn bijvoorbeeld Brooddepot in Westernieland en Waddenvarkens in Uithuizermeeden.
Van Ruitenburg tipt typische Waddengerechten als Eierlandse struif en Labskous. Eierlandse struif is een soort omelet met kraailook (een soort bieslook), zwartmoeskervel, paardenbonen, eieren, schapenkaas en beschuit of oud brood. Het is te vergelijken met frittata, oogt redelijk modern, maar het is een 200 jaar oud recept.
Labskous is een bietenstamppot met gebakken ei, haring en augurk. Je ziet het in Duitsland nog veel op menukaarten, maar oorspronkelijk is het een Waddengerecht, vertelt Van Ruitenburg.
Ook poffert is een klassieker: broodcake die je au bain-marie gaart. Van Ruitenburg: ,,Ik heb daar een moderne versie van gemaakt met schapenkaas en zeekraal. Maar zoet met duindoorn en cranberry’s is ook lekker.’’
Maar de eetcultuur in de Waddenprovincies is nog een stuk minder stevig dan bijvoorbeeld in Italië. De kennis is volgens haar nog vrij beperkt. Van Ruitenburg: ,,We weten precies wat zeehonden en vogels hier eten, maar er was tot voor kort nog weinig onderzoek gedaan naar wat de mensen pakweg 200 jaar geleden aten en wat de culinaire geschiedenis van dit gebied is.’’
Er zijn volgens Van Ruitenburg al wel genoeg Waddenproducten die wereldberoemd zijn. Denk aan mossels, kokkels, zilte aardappelen, lamsvlees en garnalen.
Van Ruitenburg is vooral erg enthousiast over Kollumer erwten, die een goede basis zijn voor hummus en kikkererwten uit het Midden-Oosten overbodig maken. Ook noemt ze Texelse schapenkaas, die al 500 jaar op dezelfde manier wordt gemaakt, en gedroogde cranberry’s die voor een zuurtje zorgen dat prima kan wedijveren met het dankzij de bekende kok Yotam Ottolenghi populaire sumak. Duindoorn is verder een prima alternatief voor citrussmaak van vruchten die we nu moeten importeren.Van Ruitenburg: ,,Soms kan je met lokale elementen een gerecht heel makkelijk .’’
De beste manier om die lokale elementen te proeven en de verhalen erachter te horen, is langsgaan bij de boeren en makers in het Waddengebied. Een kleine greep uit het aanbod.
De beste oesters bij 't Ailand
Meer dan twintig jaar geleden zaten Jan en Barbara Geertsema-Rodenburg al op het dak van hun keet in de haven van Lauwersoog naar de zonsondergang te kijken. Ze waren net begonnen als biologisch visser en in 2011 openden ze ‘t Ailand, hun restaurant en viswinkel met knusse huiskamersfeer.
't Ailand in Lauwersoog. Foto: DVHN
Binnen is het een gezellige chaos met overal prullaria, boeken, foto’s en kunst van het Wad en ramen met uitzicht op het Wad en de haven. ,,We willen een open sfeer creëren waarin mensen ontspannen van lekker eten kunnen genieten en we verhalen kunnen uitwisselen over het Wad.’’
In 't Ailand is het gezellig chaotisch. Foto: DVHN
De twee zijn lid van een selecte groep van veertien mensen met een vergunning om oesters te rapen. Dat doen ze het hele jaar door ongeveer tien uur per week. De oogst is heel strikt gelimiteerd. Niet omdat er te weinig oesters zijn, maar omdat het belangrijk is dat de rust bewaard blijft voor de vogels die op het Wad leven. Barbara: ,,Het is een privilege dat wij dat mogen doen. Het is zo mooi om op het Wad te zijn. We hebben hier goud in handen.’’
Met dat goud bedoelt ze de wilde oesters die ze rapen en serveren. Daarmee wonnen ze prijzen, bijvoorbeeld recent nog van het Merano Wine Festival. ,,Onze oesters zijn wild, dus we voegen niks toe zoals bij gekweekte oesters vaak wel gebeurt. De smaak is volledig te danken aan de Waddenzee.’’
Bij 't Ailand serveren ze wilde oesters rechtstreeks van het Wad. Barbara Geertsema-Rodenburg: ,,We hebben hier goud in handen.'' Foto: DVHN
Ze noemt Lauwersoog het Bretagne van het Noorden: ,,Je kan hier rechtstreeks uit de zee eten in een ongedwongen sfeer.’’ In de zomer is er bijvoorbeeld een dakterras waar gasten kunnen zitten en eten.
Het restaurant en de winkel – met ook onder andere kokkels en garnalen van collega’s uit de buurt en op het menu verschillende gerechten met vis – is alleen in het weekend open. Ook organiseren ze wadtochten en oesterrondleidingen op aanvraag.
Oesters van 't Ailand. Foto: DVHN
Timpelsteed: groenten uit de klei
Het bijzondere aan landbouw in het Waddengebied is de kleigrond. Dat is niet de makkelijkste grond om te bewerken, want hij vraagt meer geduld dan bijvoorbeeld zandgrond, hij is plakkeriger en hoewel droogte niet heel erg is kan de grond ook snel te nat zijn voor bijvoorbeeld machines. Dat vertellen Pyt en Rika Sipma van akkerbouwbedrijf Timpelsteed in Engwierum. Twee bevlogen idealistische boeren die al jaren in het vak zitten. Sinds 2018 is hun boerderij biologisch-dynamisch en sinds 2014 verkopen ze hun eigen producten in een boerderijwinkel.
Boerderijwinkel Timpelsteed in Engwierum. Foto: DVHN
Die producten mogen dan uit moeilijke grond komen, die grond is wel heel waardevol door de mineralen die erin zitten. ,,Wat hier op de kleigrond wordt geteeld, is echt de smaak van de Wadden.’’ Biologisch-dynamisch betekent dat alles rechtstreeks in de grond wordt geteeld en er geen externe voedingsstoffen worden toegevoegd. De klei doet al het werk.
In hun boerderijwinkel verkopen ze groenten en fruit van eigen grond. Dat vullen ze aan met producten van andere lokale makers, zoals Waddenmax en pasta met granen van de biologische boerderij Landgoud in Pieterburen.
Penen van Timpelsteed. Foto: DVHN
De penen die in de boerderijwinkel liggen, zijn allemaal anders van vorm en grootte en zijn bedekt met grond. Dat zorgt er volgens Pyt voor dat ze langer goed blijven. De smaak is veel zoeter dan die van penen uit de supermarkt. ,,Kinderen die normaal niet van penen houden, vinden die van ons wel heel lekker.’’
Boerderijwinkel Timpelsteed. Foto: DVHN
Slagroom, boter, karnemelk en kwark van Waddenmax
Mieke en Ben van Tilburg maken sinds 2014 karnemelk, yoghurt, slagroom en andere zuivelproducten op de biologisch-dynamische boerderij Waddenmax in Hornhuizen, en sinds 2017 kaas.
Mieke Frijters van Waddenmax. Foto: DVHN
De melk die ze daarvoor gebruiken is van koeien die het gras rond de boerderij in de polder eten. Dat land, 80 hectare groot voor 85 koeien, laten de boeren heel vrij qua begroeiing. Er wordt weinig gemaaid. Elk seizoen ziet het land er anders uit door de bloemen en planten die er groeien. Dat heeft volgens Mieke effect op de smaak en kleur van de melk. Zij is samen met haar schoonmoeder verantwoordelijk voor het maken van de zuivelproducten, haar man doet het boerenwerk. ,,Een traditionele verdeling’’, zegt ze met een glimlach.
Kaas van Waddenmax. Foto: DVHN
De zuivelproducten staan in een koelkast naast een ruimte waar de machines staan waar de melk, kaas en room gemaakt wordt, achter op het erf. Betalen kan door geld over te maken naar een rekeningnummer of wat geld in een kistje te doen. Een echte winkel is er dus niet. Je moet er ook even voor rijden over een smalle landweg. ,,We liggen heel afgelegen. Mensen die hier komen, vinden het echt heel lekker en houden van biologische producten.’’
Eerder werd de melk rechtstreeks naar de fabriek gebracht. Mieke is blij dat ze nu een deel zelf mogen verwerken. ,,Zo wordt het minder anoniem en kunnen we meerwaarde toevoegen. Ik weet zeker dat ik uit tien stukjes kaas onze eigen kaas kan herkennen.’’
De 'winkel' van Waddenmax. Foto: DVHN
Mieke moedigt mensen aan om voor of na het ‘boodschappen’ doen nog even een wandeling naar de dijk te maken en te kijken bij de kalfjes en koeien – die overigens het grootste deel van het jaar dag en nacht buitenstaan.
Echte boerenkaas van Kleikracht
In de boerenwinkel van Kleikracht in Winsum verkopen Jolanda Roggeveld en Martin Wiersema biologische rauwmelkse boerenkaas. Er hangt een specifieke, lichtzure, zware geur die zo herkenbaar is voor boerderijen en de ingang van de winkel zit pal naast het erf.
Boerderijwinkel Kleikracht in Winsum. Foto: DVHN
Binnen hangen schappen vol kazen – gewone gele kaas, komijnkaas (favoriet van Wiersma), knoflookkaas, mosterdkaas en meer. In kasten en koelingen ligt zuivel van Waddenmax, vlees van Waddenvarkens, bier van brouwerij Het Zotte Kalf bij Winsum en groenten van de Eemstuin.
De melk voor hun kaas wordt niet gepasteuriseerd (dus verwarmd) en voldoet aan strikte voorwaarden om de titel boerenkaas te dragen. Het zijn romige, zachte kaasjes die niet zo zout zijn, omdat ze minder lang gepekeld worden dan gebruikelijk is. ,,De smaak is van zichzelf geweldig, die heeft weinig zout nodig’’, aldus Roggeveld.
Kaas van Kleikracht in Winsum. Foto: DVHN
,,Een biologische boer moet biologisch eten’’, zegt Wiersema. Kaas uit de supermarkt – of eigenlijk elke andere plek dan hun eigen boerderij – vinden ze maar niks. De enige keer dat ze andere kaas kopen is op vakantie bij andere boeren. ,,Uit nieuwsgierigheid wat zij doen. Maar onze kaas is veel lekkerder dan bijvoorbeeld Parmezaanse kaas uit Italië’’, zegt Wiersema.
Hij is nu dertig jaar biologisch boer en begon in een tijd waarin dat minder gebruikelijk was dan nu. ,,Ik wilde een ander soort product maken, met meer zorg voor dierenwelzijn, minder belasting van het milieu en zonder kunstmest.’’
Kleikracht in Winsum. Foto: DVHN
Roggeveld is de echte kaasmaker van het stel en laat met trots haar kazen zien in de winkel en de ruimtes waarin ze die maakt. De kaas is licht van kleur, flinterdun en boterzacht van structuur en smaak.