Drukte bij het aanmeldcentrum. Foto: Persbureau Meter
In de Tweede Kamer wordt er al dagen fel over gediscussieerd: mag het kabinet de asielcrisis uitroepen? Verwijten en misverstanden vliegen over en weer. Noodrechtspecialist Adriaan Wierenga legt uit hoe het juridisch zit.
„Als je op deze gronden een asielcrisis uitroept, is dat misbruik van de noodbevoegdheid en een grove schending van de rechtsstaat.” Noodrechtspecialist Adriaan Wierenga van de Rijksuniversiteit Groningen is glashelder. Het is ondemocratisch om een zwaar middel als het staatsnoodrecht in te zetten om de Vreemdelingenwet opzij te schuiven en zonder instemming van het parlement asielmaatregelen te nemen.
Sinds de Tweede Wereldoorlog is het staatsnoodrecht in Nederland drie keer toegepast. Bij de autoloze zondagen tijdens de oliecrisis in 1973, voor het instellen van de avondklok tijdens de coronacrisis en bij de opvang van Oekraïense vluchtelingen. Onderzoeker Adriaan Wierenga adviseert de wetgever, politie en vele andere overheden over de werking van het noodrecht.
Is er sprake van bedreiging openbare orde en veiligheid?
„Wat je vaak hoort, is dat het noodrecht alleen gebruikt kan worden in een oorlogssituatie. Dat is niet waar.” In de Vreemdelingenwet staat dat het kan in geval van ‘buitengewone omstandigheden’. „Dat is verwarrend. Wat zijn dat dan?” In de wet gelden daarvoor twee vereisten, legt Wierenga uit. „Eén: er moet een vitaal belang van de samenleving worden geschaad of bedreigd. Twee: er mogen geen reguliere middelen of normale bevoegdheden beschikbaar zijn om het probleem aan te pakken.”
Waar het bij dat vitale belang om gaat is de vraag of de openbare orde en veiligheid worden bedreigd. „Daar kun je over discussiëren. Je kunt stellen dat het een bedreiging is als er mensen op straat slapen en zwerven, als er onrust in de samenleving ontstaat, misschien ook wel als voorzieningen als gezondheidszorg en onderwijs onder druk staan. Bovendien is het aan bestuurders om dat te beoordelen, daar zal de rechter terughoudend in zijn.”
Noodrecht mag niet als er ook andere wegen zijn
Waarom het uitroepen van de asielcrisis volgens Wierenga niet mag, komt door de tweede vereiste. „De overheid heeft voldoende, meer democratische, bevoegdheden om dit probleem aan te pakken. Bijvoorbeeld door gebruik van de Spreidingswet, of door extra noodopvang te regelen. Daarnaast heeft dit kabinet een meerderheid in de Tweede Kamer, dus kan het ook via een normale wetswijziging de Vreemdelingenwet aanpassen. Dan mag je het noodrecht niet gebruiken.”
Noodrechtspecialist Adriaan Wierenga van de Rijksuniversiteit Groningen. Foto: Ronald Zijlstra
Normale wetgeving duurt te lang, zal het kabinet tegenwerpen. ‘We hebben een acuut probleem, kijk maar naar de situatie in Ter Apel.’ Volgens de wet is dat geen argument, stelt Wierenga. Het is in Ter Apel niet anders dan twee jaar geleden, de instroomcijfers zijn niet hoger. „Uit de aard van het staatsnoodrecht vloeit voort dat de overheid een probleem niet eerst bewust uit de hand kan laten lopen om vervolgens noodrecht toe te passen. Dat noemen ze ‘bestuurlijke overmacht’: als de regering de problemen zelf had kunnen voorkomen, mag ze de noodbevoegdheden niet gebruiken. De overheid moet door een situatie overvallen worden.”
‘Noodwet helpt niet om instroom te beperken’
Het opvangprobleem had dan wel voorkomen kunnen worden, maar het gaat dit kabinet nadrukkelijk ook om de asielinstroom. Die zou omlaag moeten omdat de bevolking te hard groeit. Om die instroom te beperken heeft de regering toch juist géén reguliere middelen voorhanden?
„Nee, maar die ontstaan ook niet door deze noodwet. Want dan heb je nog een ander probleem, namelijk dat wij gebonden zijn aan de bepalingen van het Europese vluchtelingenrecht, en die blijven onverkort voor ons gelden. Die zijn van hogere aard dan onze nationale wet. Zelfs in oorlogsomstandigheden waren eerder geen aanpassingen van dat vluchtelingenrecht mogelijk.”
Gevaarlijk en ondemocratisch
Het kabinet lijkt met deze noodwet vooral te willen laten zien er heel hard mee bezig te zijn, zegt Wierenga. „Het is symboliek, geen duurzame weg. En het is een gevaarlijke trend om op deze manier per decreet te willen regeren en het parlement buitenspel te zetten. Het is terecht dat dit als ‘ondemocratisch’ wordt bestempeld.”
Van verschillende kanten klinken verwijten aan minister Faber dat zij te weinig doet om de acute problemen in Ter Apel op te lossen. Het zou haar goed uitkomen nu ze bezig is met de onderbouwing van een crisiswet. „Die geluiden hoor ik ook. Ze heeft zeker een sterker argument in handen als het in Ter Apel misgaat. Het draagt bij aan het beeld dat er een asielcrisis is. Dat is juist wat het kabinet zegt hè: dat mensen het gevoel hebben dat er een crisis is. Maar dat komt weer omdat ze het zo vaak op televisie zien.”
Parlement moet wetgeving toetsen aan grondwet
Staatrechtelijk is er geen grond voor het uitroepen van de asielcrisis, en Wierenga verwacht dat de Raad van State, die het kabinet adviseert, daar ook naar zal oordelen. Maar dat advies kan het kabinet naast zich neerleggen. „Uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid bij het parlement. Die staat eerst buitenspel maar zal uiteindelijk wel oordelen over de maatregelen. Het is een belangrijke taak van de Kamer om zorgvuldig te kijken naar hoe wetgeving zich verhoudt tot de grondwet.”