Jantien de Boer schreef een boek over het werk van Theunis Piersma. Foto: Niels Westra
Praten vogels met elkaar? Hebben ze emoties? Gaan ze bij elkaar op kraamvisite? Neeeeee. Of…toch? Journaliste Jantien de Boer schreef er een boek over: Wondervogels; wat vogels ons vertellen. Een gesprek met de schrijfster en de vogelprofessor over angstige biologen en de mens als over het paard getild dier.
Ze heeft een nieuwe bril. Dus als Jantien de Boer door haar tuin loopt en de zwarte elzen passeert waar haar vriend vaak rondhangt, wendt ze haar hoofd af. Haar vriend, Kraaikraai, vertrouwt haar met mate, hij denkt dat ze een roofdier is omdat ze haar ogen voor in haar kop heeft. En die nieuwe bril, denkt ze, maakt het er niet beter op, vandaar dat ze even de andere kant opkijkt.
,,Mensen verklaren me voor gek hoor’’, zegt ze met lichte spot. ,,Maar ik heb er veel plezier in. Ik maak ook aldoor dezelfde geluiden om hem aan me te laten wennen.’’
Ze schreef in 2021 over hem in een column in de Leeuwarder Courant. De kop: Nieuwe Vriend. Iedereen maar denken dat ze een nieuwe vriend had en dat het uit was met haar partner, advocaat Willem Anker. Maar het ging over de jonge kraai in haar zwarte elzen, die zij niet had opgemerkt, maar hij haar wel. ,,Ik had toen nog kippen, ik haalde ’s ochtends de eieren uit het hok en legde ze dan op de kweektafel om nog even iets anders te doen. Maar dan kwam ik terug en waren de eitjes weg. Huh? Ik dacht: iemand pakt gewoon die dingen joh.’’
Even twijfelde ze aan zichzelf, vreesde ze dat de Grote Vergeetziekte had toegeslagen, tot ze omkeek en de roerloze zwarte schaduw zag in de boom. ,,Die had een hele studie van mijn ochtendroutines gemaakt en wist: nu haalt ze die eieren en nu legt ze die daar neer… Daar moest ik zo om lachen en zo nu en dan gaf ik hem een ei. Stond ik als een malloot ‘Ei, ei’ Te roepen in de tuin. En dan zag ik een eind verderop vanachter mijn verrekijker hoe hij dat ei bijna teder in zijn snavel nam en ermee wegvloog naar het weiland hierachter.’’
Haar nieuwe boek is gebaseerd op het werk van Theunis Piersma
Ze heeft nu geen kippen meer. Ze voert hem tegenwoordig elke dag een paar geweekte kattenbrokjes. Het bevalt hem goed. ,,’s Morgens als ik laat ben, hoor ik hem krassen vanuit de boom, zo van: schiet eens op.’’
Kunnen vogels praten? Overleggen ze met elkaar over waar ze naartoe vliegen? Hoe leggen ze contact met elkaar? Daarover gaat haar nieuwe boek Wondervogels, dat gebaseerd is op het werk van ‘vogelprofessor’ Theunis Piersma, toonaangevend bioloog en hoogleraar trekvogelecologie aan de Rijksuniversiteit van Groningen. Hij is tevens oprichter van onderzoeksinstituut BirdEyes-Centre for Global Ecological Change in Leeuwarden, dat ons leert de wereld te bekijken door de ogen van trekvogels en daar lessen uit te trekken.
Ze zitten samen in de tuin, de professor en de schrijfster, uitzicht op de zwarte elzen, wolkeloze blauwe lucht boven de weilanden. Mooi weer, roept iedereen, terrasweer! Maar zij vinden het te droog. Laatst stond er een reiger in de sloot naast het huis, het water kwam nog niet tot zijn enkels.
Wondervogels is een boek over de wereld waar mensen doorgaans gedachteloos aan voorbijgaan. Het gaat over wespendieven die op weg naar het Zuiden een omweg maken zodat ze boven de woestijn de wind in de rug zullen hebben. Over grutto’s die jammerend terugkeren naar hun leeggeroofde nest alsof ze het niet kunnen bevatten. Over de lepelaar Sinagote die sjans had met lepelaar Ryan boven Dokkum. Over slimme vogels, bange vogels, rouwende vogels.
Theunis Piersma en Jantien de Boer. Foto: Niels Westra
‘Jantien moet het schrijven’
Het begon allemaal een paar jaar geleden, toen de Vogelbescherming en het Wereldnatuurfonds, die 10 jaar lang de leerstoel van Piersma hebben gefinancierd, vonden dat er een boek moest komen over zijn werk. ,,Ik dacht gelijk: Jantien, Jantien, Jantien. Die moet het schrijven’’, zegt Piersma. ,,Omdat zij openstaat voor onze manier van werken en daar heel goed over kan vertellen.’’
,,Ik wist wel iets van wat hij deed’’, zegt De Boer, ,,maar gaandeweg waaierde het zo uit dat ik dacht: wow, wat een man – hij stapt gewoon op de trein naar Genève en zit daar aan de tafel met de superrijken. ‘Doe je dan een net pak aan’, vroeg ik hem, ‘nee hoor’ zei hij, ‘gewoon een trui’.’’ Schaterlach: ,,Dat soort dingen wist ik.’’
Piersma is een bewonderaar van het werk van veearts-filosoof Charles Foster, hoogleraar medische ethiek te Oxford. Die zegt: vogels hebben een ziel en biologen zijn angstige wetenschappers. De Boer: ,,Jij zat te schateren om die uitspraak en riep: dat is precíes wat ik denk.’’
Piersma: ,,Die Foster was een openbaring, hij bracht onder woorden wat ik slecht kon omschrijven. Over die angstige biologen.’’
De Boer: ,,Herken je dat? Ik vind jou niet bang.’’
Piersma: ,,Ben ik ook niet. Maar de meeste biologen willen gewoon goede natuurwetenschappers zijn. Alles moet meetbaar zijn en objectief. Dat is een goed streven maar intussen begrijpen ze niet wat voor beperkingen ze zichzelf in hun denken opleggen – beperkingen die juist natuurkundigen alweer een tijd geleden van zich hebben afgeschud. Alles wat kleur heeft en smaak of een gevoel geeft, dat doet niet mee in het gangbare biologisch onderzoek.’’
,,Het grappige is: in de praktijk van het meeste onderzoek speelt dat allemaal juist wél mee. Om bijvoorbeeld in de buurt van trekvogels te kunnen komen, moet je wel iets van ze snappen anders krijg je niks te zien. Dan moet je contact maken, dan moeten die vogels op hun gemak zijn, met je samen willen werken. Dat gaat dus ook over gevoel. Dus je weet al dat er een heleboel dingen spelen in dat onderzoek waar we het nooit over hebben omdat dat deel van het werk niet als ‘wetenschappelijk’ wordt gezien. Dat wat we nu te weten zijn gekomen is heel waardevol maar het is maar een deel van een groter verhaal. Met het negeren van wat je ‘subjectiviteit’ zou kunnen noemen, doe je de biologie tekort.’’
Dieren praten niet, maar communiceren
Dieren vermenselijken: dat doen ze alleen in sentimentele films. Het is onder wetenschappers not done. De aversie tegen vermenselijking begon misschien bij Descartes, de filosoof van de Verlichting die in de 16de eeuw riep dat hij bestond omdat hij nadacht. Descartes markeerde daarmee het verschil tussen emotie en rede, tussen ziel en geest. Dieren hebben geen gevoel, zei hij, en gooide een kat uit het raam. De angstkreet van het dier was, zei hij, mechanisch. ,,Het denken van Descartes en zijn volgers heeft ons verblind’’, zegt Piersma. ,,En zo denken wij in het verlichte westen nog steeds dat dieren geen emoties kennen. Wij denken antropocentrisch: de mens is de maat der dingen. Praten? Dat kunnen alleen wij.’’
De Boer: ,, Als ik zeg dat dieren praten word ik toch een beetje weggezet als een Disneyprinses. Die superkramp van de biologen verbaast me. Je kunt het beste zeggen dat dieren niet praten, maar communiceren. Maar waarom dat onderscheid? Dat vind ik een zeer interessante vraag.’’
Een eeuw geleden stond dierpsycholoog A.F.J. Portielje van Artis in Amsterdam open voor de gedachte dat emoties voor dieren belangrijk zijn. Maar na de Tweede Wereldoorlog onderkende Nobelprijswinnaar Niko Tinbergen de noodzaak om systematischer te kijken en te denken dan zijn voorgangers. ,,Dat was terecht’’, vindt Piersma. ,,Maar Tinbergen besloot ook dat emoties van dieren niet voor wetenschappelijk onderzoek toegankelijk waren.’’ De Boer: ,,Maar iemand als Charles Foster, die jij zo goed vindt, wordt door sommige wetenschappers ook verguisd. Dat hele gebied: de emotie, de communicatie, is dus een taboe.’’
Piersma schreef 4 jaar geleden samen met collega’s het boek Sinagote; het levensverhaal van een lepelaar van Vlieland. ,,Het moest een populairwetenschappelijk boek worden, dat gaf de ruimte om het echt te vertellen, ik hoefde me niet aan de wetenschappelijke mores te houden. Je neemt de vrijheid om wat verder te denken dan gebruikelijk. Dat maakte het verhaal niet alleen beter, maar inmiddels denk ik dat de toen ontsproten ideeën ook nog eens hele goede zijn.”
„Bijvoorbeeld: wij denken altijd dat de vogeltrek bestaat uit zware moeilijke tochten waarbij de vogels kunnen doodgaan. Maar op zeker moment was ik op een plek in Frankrijk vlakbij de Pyreneeën, er kwamen allemaal lepelaars langsvliegen en ik dacht: o, maar ze vinden dit ook wel echt fantastisch om te doen. Ze trekken misschien wel voor hun plezier! Want je ziet: ze wachten op elkaar, ze gaan samen de Pyreneeën over, ze trekken samen op. Dat in de vlucht dansen van die groepen lepelaars: ik voelde het zinderen. Ik voelde als het ware hun enthousiasme, ik dacht: het is een groot avontuur. En oké, het avontuur loopt niet altijd goed af, maar dat is iets anders.’’
De Boer: ,,En onderweg nemen ze beslissingen.’’
Piersma: ,,Ja, zo denken we erover. Maar is dat een beslissing waar over nagedacht wordt? Nemen ze samen het besluit welke plekken ze gaan bezoeken en met wie? Hoe dat in zijn werk gaat, dat zouden we heel graag willen onderzoeken. Maar daar is nu nog geen geld voor.’’
Waarom niet?
Piersma: ,,Nou ja, omdat er voor dergelijk onderzoek natuurlijk maar weinig middelen zijn, omdat het te weinig mensen iets kan schelen.’’
De Boer: ,,Of ze vinden de onderzoeksvraag niet klassiek genoeg.’’
Een grutto die zijn eigen naam niet kon zeggen
Voor Wondervogels sprak ze met vele onderzoekers uit het veld. Onder hen de Tsjechische masterstudent Ondrej Belfín, die onderzoek doet naar de manier waarop grutto’s met elkaar communiceren. Hij ving hun geluiden via de computer in meer dan dertig spectrogrammen, een soort woordstukjes.
De Boer: ,,Hij herkent op die manier bepaalde geluidsvormen en kijkt dan: wanneer is dat gezegd, en op welk moment van de dag, en wat gebeurde er toen. Hij zag dat er op een bepaald moment een predator aankwam en dat de niet-broedende vogels dan een bepaald ‘woord’ riepen. Die vogels zijn als een soort wachters aangesteld. Dus via dat onderzoek kom je heel veel te weten over de vogeltaal en de gemeenschap. Hij zou graag verder willen met dat onderzoek, maar of daar geld voor gaat komen is nog onduidelijk.’’
Wondervogels staat vol prachtige vogelanekdotes. Belfín hoorde in het veld een grutto die zijn eigen naam niet kon zeggen. Het ‘grrruttttoooo’ kwam er niet correct uit. Het mannetje bleef heel lang vrijgezel, maar niet voor altijd: ook op ieder grutto-potje past een dekseltje.
Wondervogels blijven je bij. Ook na het voltooien van haar boek bleef Jantien de Boer praten met de veldmensen, vissend naar verhalen. ,,Ik was bij Albert Draaijer, amateurfilmer en vogelaar. Hij volgt zeearenden, nest op nest, jaar op jaar, ook in het broedseizoen. We stonden op een parkeerplaats bij Koudum en dan zie je heel ver in het veld zo’n gigantisch kasteel hangen in een boom met daarboven zo’n machtige zeearendkop. Albert staat daar meerdere keren per week met een verrekijker. En hij ziet: ieder voorjaar, als de eieren net zijn uitgekomen, vliegen de kinderen van de nesten daarvoor naar het bosje, naar hun ouders. Als een soort kraamvisite. En het is natuurlijk weer heel erg Disney-achtig om het ‘kraamvisite’ te noemen, maar waarom zouden zeearenden niet bij hun ouders gaan kijken als er weer nieuwe jongen worden geboren? Je doet jezelf en de vogels tekort als je zegt: je vermenselijkt ze alleen maar.‘’
Theunis Piersma en Jantien de Boer. Foto: Niels Westra
Muziek en aandacht helpen
Praten helpt, zeggen ze. Niet alleen mensen, maar ook vogels hebben er baat bij. In Wondervogels staan verhalen over het contact tussen mens en vogel. Ontroerende verhalen. Over Delip Das, promovendus uit Bangladesh, die grutto’s ringt en huilde omdat hij misschien een gestreste vogel moest euthanaseren. Piersma raadde hem toen aan het dier op een koele en veilige plek te zetten en tegen hem te praten. Delip ging naast de vogel slapen. Na een uur werd hij wakker; de grutto zat nog op zijn hielen. „Please give it a try”, fluisterde Das. „Als het lukt, laat ik je vrij.” De zon was nog niet op. Das haalde een schaaltje water. Toen hij terugkwam stond de grutto op beide poten. Delip had kippenvel. „Dank je”, fluisterde hij.
Muziek helpt ook. Piersma zelf weet hoe belangrijk dat contact met een gestreste vogel is. Grutto’s kunnen verkrampen als je ze vangt. Hij was een keer op veldonderzoek in Mauritanië met muzikant Sytze Pruiksma. Eén rosse grutto werd steeds zieker, staarde voor zich uit. Pruiksma pakte een kalimba – een kleine Afrikaanse duimpiano – en begon zacht te spelen. Ineens bewoog het vogellijf. De grutto dronk.
En aandacht helpt. Als een vogel verkrampt, houdt Piersma het lijfje op zijn hand, beweegt het heen en weer, laat de poten bungelen en praat met ze. Altijd in het Fries. „Do kinst it”, fluistert hij. „Do kinst it.” Zo leert hij de vogel dat er geen gevaar is. Binnen een minuut is er contact. Na een uur voelt hij de kracht in de poten terugkeren.
Hoe meer je denkt te weten, hoe groter het mysterie
Kleurrijke, verbijsterende verhalen zijn het, verhalen die evenwel voer kunnen zijn voor biologen. ,,Met deze informatie moet je ook wetenschappelijk aan de slag’’, zegt Piersma. Hoe komen individuele trekvogels aan hun info? Hoe leren ze, hoe communiceren ze, hoe bepalen ze hun keuzes tijdens de trek? Met nieuwe zenders, die ook geluid kunnen opnemen, proberen we dichterbij de vogels te komen.
Maar ja. Hoe meer je denkt te weten, hoe groter het mysterie. Dat zei Aristoteles al. Hond Teun komt aandraven met een knuffel. Poes Knut rekt zich uit in de zon, te dik, te wit en te sloom om een gevaar te zijn voor de vogels. Mussen kwetteren in de magnolia en verderop begint een tjiftjaf ritmisch zijn naam te scanderen.
‘Wondervogels. Ze veranderen je blik alsof je langs een opwaaiend gordijn naar de aarde kijkt’, schrijft De Boer in haar laatste hoofdstuk. En op die aarde groeit iets ‘gruwelijk scheef’: het landschap verarmt, de vogelstand idem dito. De mens, die over het paard getilde diersoort, zou in therapie moeten, stelt ze, en richt zich op haar laatste bladzij rechtstreeks tot de lezer:
‘Wat denkt u bij het lezen van deze verhalen?’
‘Wat gebeurt daar, boven in de boom? In de lucht, onder de grond? Wat klinkt daar? Wat missen we? Wat betekent dit? Hoe reageren we? Halen we onze schouders op?’
De Boer: ,,Wondervogels gaat over kijken naar wat er óók is. Over schoonheid. Over verwondering en nieuwsgierigheid. Misschien vinden mensen dat te soft.’’ Ze haalt haar schouders op. ,,Nou en.’’ Twee zomers geleden mocht ze de rosse grutto Hoorn, gezenderd en geringd, loslaten op Terschelling. Via de zender kon ze haar volgen op de computer. Ze zag hoe Hoorn naar Siberië vloog, waar een broedpoging mislukte en ineens verdween ze van de radar. Was ze dood?
Nee, ze bleek te overwinteren op Mauritanië, waar de zender geen bereik had. Daarna vloog ze opnieuw terug naar Terschelling en begon na een maand aan de oversteek van de Baltische Zee. Eén dag na vertrek bereikte ze Siberië. 10 duizend kilometer in een dikke maand.
Zo’n kleine vogel. Zulke afstanden in zo weinig tijd. Zo sterk. Ze volgde het stipje op de wereldkaart.
En voelde zich nietig.
Paspoorten
Jantien de Boer. Foto: Niels Westra
Naam: Jantien de Boer Geboren: 24 augustus 1965 Opleiding: Christelijke Academie voor de Journalistiek in Kampen. Werk: Is sinds 1991 journalist bij de Leeuwarder Courant. In 2017 verscheen haar boek Landschapspijn. Eind 2020 kwam het boek ‘Boer doet leven’ uit waarin ze samen met Volkskrant-journalist Caspar Janssen en oud-Rijksadviseur voor het landschap Berno Strootman ‘boeren van de toekomst’ interviewde. In april 2025 verschijnt haar boek ‘Wondervogels, wat vogels onder vertellen’ bij uitgeverij Noordboek. Privé: Woont samen in Skingen
Theunis Piersma. Foto: Niels Westra
Naam: Theunis Piersma Geboren: 15 juni 1958 in Hemelum Opleiding: studeerde in 1984 cum laude af in de biologie aan de Rijksuniversiteit Groningen (RUG), promoveerde in 1994 eveneens cum laude aan de RUG Werk: professor Global Flyway Ecology aan de RUG en waddenbioloog bij het Koninklijk Nederlands Instituut voor het Onderzoek der Zee (NIOZ). Richtte in 2022 Birdeyes op, een nieuw onderzoeksinstituut van de RUG dat wetenschappelijk vogelonderzoek met verhalen en kunst een podium wil geven. In 2009 benoemd tot lid van de Koninklijke Academie van Wetenschappen, trad in 2016 tot tot de Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen. Kreeg in 2014 de Spinozapremie, de hoogte onderscheiding in de Nederlandse wetenschap. In 2017 benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. Schreef tientallen boeken. Privé: Getrouwd, woont met zijn vrouw in Gaast.
Theunis Piersma en Jantien de Boer spreken 16 mei in theater De Bres in Leeuwarden over Wondervogels. Zie ook: theaterdebres.nl