Tjaaktje en Jan Bos zijn bezig met hun laatste week. Ze stoppen na 46 jaar met hun slagerij in Baflo. Foto: Corné Sparidaens
Na 46 jaar zit het erop voor Jan en Tjaaktje Bos in Baflo. De winkelbel zal niet meer klinken. Zaterdag gaat hun slagerij dicht.
,,Soms zitten we ‘s ochtends om half 9 op het bankje voorin de winkel. Kijken we naar de vitrine en naar buiten. Dan zeggen we: wat hebben we het toch mooi voor elkaar, hè?’’, zegt Tjaaktje Bos (70).
Tjaaktje zit met haar man Jan (74) al 46 jaar in het slagersvak. De lol en de energie spatten ervanaf. ,,Het is hier een sociaal gebeuren’’, zegt Tjaaktje. ,,We hebben altijd tijd voor een praatje, een grap en een grol.’’
Op Roakeldais
Ze zit achter de winkel naast de grote diepvries (-17,7 graden) en de drogerij voor worsten. Elke ochtend om 10 uur is het tijd voor koffie met koek. ,,Je moet het gezellig houden.’’ Terwijl Jan heen en weer loopt naar de winkel, vertelt Tjaaktje over hun slagerij. Dat zij en Jan elkaar ontmoetten op Op Roakeldais in Warffum. ,,We trouwden op goed geluk en begonnen op goed geluk deze winkel’’, lacht ze.
Het maken van worsten is Jan Bos zijn grote hobby en daar gaat hij de komende jaren mee door. ,,Worsten moet je van binnenuit drogen anders worden ze zuur.'' Foto: Corné Sparidaens
Jan leerde het vak bij slager Siegers in Ten Boer en haalde er al zijn vakdiploma’s. Toen hij hoorde dat er een slagerij in Baflo te koop was, het pand stond leeg, sloeg hij zijn slag. Tjaaktje: ,,Ik was peuterspeelzaalleider en ging mee met Jan. Dat ging toen zo. Jan moest de eerste tijd wel het rund- en ander vlees op volgorde leggen, want ik wist niet wat wat was. Dus bij rundvlees ging het van vet naar mager. Dan wist ik: dat zijn borstlappen, dat is fijne rib, dat dikke rib, dat lende, vervolgens kwamen de bieflappen, biefstuk en haasbiefstuk.’’
Veel slagerijen staan te koop
Spijt heeft ze nooit gehad. ,,Dit is zo’n mooi vak. Als ik wil koffiedrinken, doe ik dat. Als ik een praatje wil maken, doe ik dat. Geen baas die je op de vingers kijkt en vrije tijd genoeg.’’ Veel vrouwen willen het niet meer, zegt ze. ,,Ze hebben hun eigen baan en willen om half 6 thuis zijn.’’
Vroeger waren er wel negenduizend ambachtelijke slagers, nu nog maar duizend. Alleen al in de noordelijke drie provincies zijn veertien slagerijen te koop, zegt Jan. De vakopleiding is er ook debet aan, zeggen ze. Die richtte zich steeds meer op supermarktslagerijen. Zelf bleven ze ver van de intensieve veehouderij en gingen voor diervriendelijk vlees. Ze maken hun eigen boterhamworst, ham, runderrookvlees, cordon bleu, gehakt en veel meer. Tjaaktje: ,,Jan houdt van vers.’’
Concurrentie supermarkten
Toch nam ook bij Bos in de loop der jaren het aantal klanten af. De concurrentie van de supermarkten was groot. ,,Toen zijn we de worstenmakerij begonnen.’’ De grote hobby van Jan. ,,Veel slagers kunnen een worst maken, maar om eentje te maken die altijd hetzelfde smaakt... dat is een vak’’, zeggen ze. Ze werden lid van het Worstmakersgilde en Jan professionaliseerde zich. Hij won tientallen prijzen. Ook al gaat de slagerij zaterdag dicht, Jan blijft doorgaan met de worsten die hij via supermarkten verkoopt.
De contacten met die winkels liggen er al, want op een dag kwam iemand van de Jumbo uit Leens de winkel in. Hij wilde graag regioproducten verkopen. Dat werd geregeld en het bracht Tjaaktje op een idee: ,,Ik ging met een mandje met worsten naar andere supermarkten en zei: is verkoop van onze worsten ook niet wat voor jullie? Ze hoefden niet gelijk ‘ja’ te zeggen. Ik had worsten mee en zei: proef eerst maar eens.’’ Zo kon de dalende omzet in het dorp worden opgevangen.
Slagerij Bos is met zijn tijd meegegaan, de telefoon is gebleven. Foto: Corné Sparidaens
De Bossen zijn geen stilzitters. Ze houden van actie. Hun vier kinderen werken van jongs af aan mee. Ook al hebben ze hun eigen bezigheden, in drukke tijden steken ze in de winkel de handen uit de mouwen, net als weer hun kinderen. Tjaaktje: ,,Onze slagerij is een grote familie.’’
Goede boterham verdienen
De slagerij, met zeven parttimers in dienst, is een florerende winkel, zegt ze. Er valt een goede boterham mee te verdienen, maar lichamelijk worden ze minder en gezien hun leeftijd is het mooi geweest. ,,Iedereen vindt het jammer dat we dichtgaan, maar gunt het ons ook. Straks hebben we tijd voor een lang weekendje Texel en een fietstocht in Drenthe.’’
Als ze over de jaren terugblikt, is ze het meest trots op haar Jan, zegt Tjaaktje. ,,Dat we samen zo’n goed bedrijf hebben.’’ De tranen schieten haar in de ogen. Ze loopt snel naar het koffieapparaat en herpakt zich. ,,Alles wat we in die 46 jaar deden, altijd bijgebleven en steeds vernieuwd. Klanten die komen om de lach en de sfeer. Dan is het leven plezier. Als je allemaal je best doet, kun je het zo mooi met elkaar hebben.’’