De woonboot voor daklozen in Groningen. Foto: Jaspar Moulijn
De daklozen staan ‘s avonds te dringen voor de deur van de slaapboot (Eemskanaal Noorzijde) nu het zo koud is. Dinsdagavond werd een record gevestigd met 38 slapers.
,,Het was dan ook extra koud’’, zegt projectleider Sharon Harpel van stichting Wender, die de dak- en thuislozenopvang regelt voor de gemeente Groningen. De gevoelstemperatuur lag rond de -10 graden en daarom was de winterregeling van kracht. Dat betekent dat daklozen zich de hele nacht kunnen melden voor een slaapplek. Normaliter moeten ze voor 22 uur binnen zijn.
De sfeer is broeierig
Maar in deze koude dagen staat om 20.00 uur ‘s avonds, de tijd dat de boot dagelijks de deuren opent, al een dikke rij mensen op de kade te wachten. Vrijwel allemaal mannen zonder vaste woon- of verblijfplaats. De sfeer is broeierig. Daarom is de pers niet welkom om verslag te doen. Vorig jaar zorgde de opvang in de binnenstad nog voor onrust, ook voor omwonenden, maar de slaapboot ligt op de perfect locatie: verscholen van de bewoonde wereld. ,,Mensen zijn vaak onder invloed’’, verklaart Harpel. ,,En nu zijn ze ook nog koud en dus wat ongeduldig.’’
Harpel heette ze op de eerste ‘winterdag’ hoogstpersoonlijk welkom op de boot. Met en rol toiletpapier. ,,Veel snotneuzen nu het zo koud is. Het minste dat je kunt doen is ze een zakdoekje aanbieden.’’ Iedereen wordt genoteerd en krijgt een hut toegewezen. De boot telt veertig kleine hutten, allemaal met twee matrassen, een douche en wc. Als het druk is, gaan er twee personen op een hut.
Altijd blijft een kamer vrij voor het geval zich toch vrouwen melden. Vrouwen zijn een zeldzaamheid op de boot. Sinds de opening 1 november waren het er welgeteld vijf. Er zijn minder vrouwen dakloos dan mannen. ,,En vrouwen gaan eerder naar de vrouwenopvang dan dat ze hier komen.’’
De bootslapers behoren tot de hardcore daklozen. Ze leven vaak al jaren op straat, ook in de winter, en willen geen bemoeienis van welke hulpverlener dan ook. Veel arbeidsmigranten, maar ook Nederlanders die aan lager wal zijn geraakt. Ze zijn gewend aan het buitenleven en kunnen of willen niet (meer) leven in een keurslijf.
Veel privacy en niets hoeven
Maar met deze vrieskou willen ze maar wat graag de boot op. ,,Dat proef je in alles. De sfeer is goed. Er wordt onderling gesproken over deze nachtopvang. Dat ze veel privacy krijgen en niets hoeven. Alleen een kop koffie of thee, en slapen. Geen 24-uursopvang met huisregels en samenzijn met andere mensen. Dat is te pittig voor deze mensen van het buitenleven.’’
De meesten melden zich nu het zo koud is meerdere nachten per week. In de salon en de hutten is het behaaglijk warm. In het halletje liggen een paar slaapzakken om mee te nemen. Voor de echte diehards, die toch liever de volgende nacht buiten blijven.
Je krijgt veel terug: blijdschap en warmte
Harpel vertelt met liefde over de opvang. ,,Het is fantastisch dat we dit voor deze mensen kunnen doen. Je biedt ze een kop koffie of thee aan, en een bed voor de nacht. En een luisterend oor, want velen willen hun verhaal kwijt. Je krijgt er veel voor terug: blijdschap en warmte.’’
Bij de winternoodopvang springt ook het Leger des Heils bij. De boot biedt ‘s avonds geen eten. Eten kunnen daklozen halen bij de twee dagopvanglocaties in de stad van het Leger des Heils en Open Hof, gerund door vrijwilligers.
‘s Ochtends krijgen de slapers voordat ze de deur uit moeten - uiterlijk om 09.15 uur - koffie of thee met een boterham. Overdag maakt een schoonmaakbedrijf de boot weer netjes voor de nieuwe avond en komt werkvoorzieningsschap het vuile beddengoed halen en weer schone waszakken brengen: kussensloop, deken, hoeslaken en een handdoek, kortom, alles wat nodig is voor een nacht op de boot.