Klimaatverandering zorgt voor het smelten van de gletsjers. ANP
De gemiddelde temperatuur op aarde gaat meer stijgen dan de anderhalve graad uit het akkoord van Parijs, zelfs als alle klimaatplannen die nu op tafel liggen uitgevoerd worden.
‘De mensheid breekt alle verkeerde records omtrent klimaatverandering.’ Met die stevige woorden opende UNEP-directeur Inger Andersen haar jaarlijkse Emissions Gap Report. Het UNEP is het milieuprogramma van de Verenigde Naties dat de klimaatplannen van een groot aantal wereldlanden doorrekende.
Met al die plannen – en het is al twijfelachtig of zeallemaal uitgevoerd zullen worden – krimpt de mondiale uitstoot van broeikasgassen tot 2030 met twee tot negen procent.
Dat is te weinig in het licht van de afspraken in Parijs uit 2015. Toen spraken bestuurders af om de opwarming van de aardeonder de 1,5 graad Celsius te houden ten opzichte van het pre-industriële niveau. Als dat niet zou lukken, dan moest de opwarming in ieder geval onder de 2 graden blijven.
Maar om dat laatste te halen moet de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen met 28 procent afnemen. Voor die 1,5 graad is zelfs een afname van 42 procent nodig.
‘Straks piept men wel anders’
Die ruim 2,5 graad opwarming is iets wat we zeker gaan ervaren, zegt Richard Bintanja, hoogleraar Klimaat en milieuveranderingen aan de Rijksuniversiteit Groningen. „Op termijn gaan wij, behalve de stijging van het zeeniveau, vooral de klimaatextremen merken. Hevige neerslag, langdurige droogte, hittegolven. Mensen zien vaak nog niet hoe dit gaat uitpakken omdat de extremen nu nog min of meer binnen de spanwijdte van het huidige klimaat vallen, maar als er plotseling temperaturen van 45 tot 50 graden gaan optreden in steden – met meer dan 30 graden ’s nachts – dan piept men wel anders.”
Die extremen komen plotseling, waarschuwt Bintanja. ,,Het is niet te voorspellen wanneer die precies gaan optreden, net zoals de temperatuur boven de 40 graden in 2019 niet te voorspellen was. We kunnen alleen zeggen dat ze door de opwarming steeds waarschijnlijker worden.”
‘Eerst nog geen nieuwe plannen maken’
„Er moet nog veel gebeuren om de opwarmingsverwachting verder omlaag te krijgen”, vult lector energietransitie Martien Visser van de Hanzehogeschool Groningen aan. Toch is Visser voorzichtig optimistisch, omdat andere rapporten ook wel over ruim 4 graden opwarming reppen. „Slechts anderhalve graad opwarming is vrijwel onhaalbaar, denk ik. Dat we flink onder de drie graden komen, dat zit er wel in. De klimaateisen worden steeds strenger. We zorgen in rap tempo voor winning van zon- en windenergie, ook in landen als China en de Verenigde Staten.”
Maar voor de duidelijkheid: we moeten wel doen wat we toegezegd hebben, vindt Visser. „In Nederland is het grootste probleem de uitvoering. Probeer maar eens een aannemer te vinden als je je huis wil laten isoleren. Nederland moet de plannen die er al zijn eerst uitvoeren, we hoeven nog geen nieuwe plannen te maken.”
„Neem Groningen met alle voornemens voor waterstof. Dat is mooi, maar dat waterstof is er nog niet. Dat heeft natuurlijk te maken met regelgeving, kosten en onzekerheden, maar laten we dat dan eerst maar eens voor elkaar krijgen.”