Noodopvang voor studenten in The Village aan de Peizerweg, in 2019. Foto: Archief Duncan Wijting
Honderden buitenlandse studenten zoeken in Groningen wanhopig naar een kamer. Het is een veelgehoorde klacht: waarom werven universiteiten in het buitenland als er niet genoeg woningen zijn? Den Haag houdt ze in een financiële wurggreep.
De noodopvang in Groningen puilt uit. De actiegroep Shelter Our Students (SOS) bezette donderdag het Academiegebouw. Ze eist meer noodopvang en woningruimte voor buitenlandse studenten. En die komt er. Maar is bijbouwen dé oplossing? Nee, daar zijn zowel SOS, de Rijksuniversiteit Groningen en de Hanzehogeschool het over eens. ‘Gemeente en kennisinstellingen moeten meer instrumenten in handen krijgen om de instroom van studenten beter te kunnen afstemmen op de capaciteit van het onderwijs en de woningmarkt’, laten ze in een gezamenlijk statement weten. Oftewel: meer studenten toelaten dan dat er woningen zijn? Niet heel handig. Maar ja, behalve opleidingen die slechts een beperkt aantal studenten toelaten – zoals geneeskunde - mogen er geen studenten die aan de eisen voldoen aan de poorten worden geweigerd. Zo is de wet.
Wethouder Roeland van der Schaaf: ‘deze groei is niet meer te behappen’
Wethouder Roeland van der Schaaf (PvdA) wil met wethouders van andere studentensteden op nieuwe wetgeving aandringen zodat onderwijsinstellingen niet meer studenten kunnen toelaten dan de wooncapaciteit toelaat. ,,Er is al ontzettend veel bijgebouwd, maar deze groei is – ook vanwege de huidige woningmarkt - gewoon niet meer te behappen.’’
Maar waarom blijven universiteiten maar studenten werven als er geen woonplek is? De voornaamste oorzaak is de financiering vanuit Den Haag. Een universiteit krijgt een budget dat onder meer van het aantal studenten afhankelijk is. Deze rijksbijdrage is de voornaamste inkomensbron. Maar het bedrag per student is de afgelopen met maar liefst een kwart gedaald (20.000 euro in 2002 en 15.100 euro in 2021). Hierdoor komt ook de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek zwaar onder druk te staan, mede omdat docenten een groeiend aantal studenten moeten behappen.
Bijna tien procent van de inkomsten bestaat uit college-, cursus-, les- en examengelden. Een Nederlandse student (en ook een student uit de EU) betaalt 2168 euro per jaar (dit collegejaar vanwege corona gehalveerd), een student van buiten de EU duizenden euro’s meer. Maar een universiteit verdient aan de laatste bijna geen cent extra, omdat alleen de hoogte van het collegegeld van Nederlandse- en EU-studenten met belastinggeld laag wordt gehouden. Jammer voor internationals (van buiten de EU), maar waarom zou de Nederlandse (en EU-) burger moeten betalen voor studenten die na hun studie toch weer vertrekken?
Het totale aantal studenten blijft intussen onbekommerd stijgen. Vorig jaar waren dit er 327.000. Het ministerie van onderwijs voorspelt dat dit er over zes jaar 395.000 zijn. In 2016 waren er in totaal 41.734 buitenlandse studenten en vorig collegejaar 70.248. Ook de RUG (34.126 studenten in 2020) ziet het aantal buitenlandse studenten toenemen: van 4775 in 2016 naar 8.254 in 2020.
Studenten mijden Groot-Brittannië vanwege Brexit
Vanwaar die groei? Nou, dat komt onder meer door u en ik. Ouders dus die hun borelingen graag gewapend met een hbo- of wo-diploma de maatschappij in willen sturen. En vanzelfsprekend zijn er ook jongeren die geen ouderlijke aansporing nodig hebben om zich aan te melden. Bovendien kiezen buitenlandse studenten – onder meer bij gebrek aan plek in hun eigen land – met graagte voor een Engelstalige opleiding. Vind die maar eens in Frankrijk of Italië. Ja, in Groot-Brittannië spreken ze ook heel behoorlijk Engels, maar sinds de Brexit is de UK een stuk minder populair.
En ja, de RUG maakt reclame, maar er bestaat ook nog zoiets als ‘natuurlijke marketing’ waarbij internationals door enthousiaste verhalen van vrienden en familieleden die reeds in Groningen bivakkeren naar het Noorden worden getrokken.
Toegegeven: dan is het wel handig om te weten dat er kamernood is. Voorheen was de RUG in haar contact met internationals minder scheutig met deze informatie. Maar inmiddels wordt de kamernood – aldus de RUG - al in een zeer pril stadium op royale wijze met de Grunneger in spe gedeeld. Bovendien bestaat er ook zoiets als eigen verantwoordelijkheid: een international die over genoeg hersencellen beschikt hier aan de universiteit te studeren zou ook kunnen bedenken dat een primaire behoefte als huisvesting moet worden geregeld. Nu hebben velen dit ook wel gedaan om vervolgens te ontdekken dat de beloofde woonruimte niet bestaat of al is verhuurd. Zij zijn het slachtoffer van scammers, oplichters die studenten een fiks voorschot of aanbetaling voor een niet-bestaande kamer laten betalen.
RUG en Hanze staan garant voor huurwoningen aan internationale studenten
De RUG verwijst studenten onder meer naar veilige websites. Maar kan de universiteit – behalve voortijdig waarschuwen en naar legitieme kamerwebsites verwijzen – niet ietsjes meer doen? Zeker, en dat doet zij dan ook. Zo staan de RUG en de Hanzehogeschool bij kamerverhuurder Stichting Studenten Huisvesting garant voor de huur van een aantal studentenkamers voor internationale studenten. De beide onderwijsinstellingen riepen zes jaar geleden de garantstelling voor leegstand in het leven. De RUG en de Hanze springen bij wanneer kamers niet worden verhuurd of voortijdig worden opgezegd. Ze reserveren, afhankelijk van hoeveel studenten zich inschrijven, jaarlijks ongeveer 1600 kamers. Driekwart is voor RUG-studenten. Maar omdat voor de aanvang van het vorige collegejaar bijna duizend buitenlandse studenten vanwege corona vertrokken betaalden de RUG en de Hanze ruim een miljoen euro aan huur voor leegstaande studentenkamers.
En zelf studentenflats bouwen? Ook al zou de RUG dit willen dan steekt regelgeving hier een stokje voor. Universiteiten dienen hun geld bij voorkeur in onderzoek en onderwijs te steken.
Tot slot helpt de woningcrisis ook niet echt. Studenten die – eenmaal klaar met hun studie – zich op de reguliere huizenmarkt storten, komen al snel tot de conclusie dat het vinden van een starterswoning allesbehalve een gemakkelijke opgave is.
Maar er is een reden toch blij te zijn met de komst van internationals: buitenlands talent stimuleert de kwaliteit van onderwijs en onderzoek. Bovendien krijgt ook de lokale economie er iets voor terug: ook internationals moeten eten en drinken. Nu alleen het slapen nog even behoorlijk regelen.