Geert Wilders (PVV), Dilan Yesilgoz (VVD), Caroline van der Plas (BBB) en Pieter Omtzigt (NSC) tijdens de presentatie van het hoofdlijnenakkoord. De vier partijen PVV, NSC, VVD en BBB hebben een akkoord bereikt voor een nieuw kabinet. Foto: Koen van Weel
Dit is waar een meerderheid van Nederland voor heeft gekozen. Het meest rechtse kabinet sinds de Tweede Wereldoorlog, dat ook nog mooie plannen heeft voor het Noorden. Maar hoe stevig komt dit kabinet te zitten en wordt goedkoop niet duurkoop?
Het was het afgelopen halfjaar steeds spannend of het wel zou lukken om tot een kabinet te komen van PVV, VVD, NSC en BBB. Na de presentatie van het regeerakkoord is die spanning niet weg. Er zijn nog veel losse eindjes.
Het meest prangende is: wie komen er in het kabinet? De naam van Ronald Plasterk wordt nadrukkelijk genoemd als premier. Hij is bepaald niet onomstreden, net als andere namen die worden getipt. Je kan het als politieke partijen nog zo eens zijn over de inhoud, het draait uiteindelijk ook om de mensen die het moeten uitvoeren. Dat wordt een balanceer-act tussen half-willende bewindslieden en twitterende fractievoorzitters in de Tweede Kamer.
Vervolgens is het de vraag hoe realistisch de plannen zijn. Het regeerakkoord komt verregaand tegemoet aan de wensen die een groot deel van de bevolking bij de politiek heeft neergelegd. Een drastische beperking van migratie, boeren die weer vrij kunnen boeren, minder klimaatbeleid en leuke dingen voor in de portemonnee, zoals een lager eigen risico.
Daar kun je van alles van vinden, en dat doet links Nederland dus ook. Maar het is wel democratie: veel mensen willen minder asielzoekers, expats en arbeidsmigranten. De overlast rond Ter Apel is velen een doorn in het oog. En zeker in het Noorden willen we auto kunnen blijven rijden en liefst weer 130.
Brussel ziet ons al aankomen
Het regeerakkoord wil een uitzondering op Europese regels voor asiel, migratie en stikstof. Brussel ziet ons al aankomen, dat is al vaker mislukt. De plannen om een uitzonderingsbepaling in de Vreemdelingenwet te activeren en een asielcrisis uit te roepen, worden juridisch erg lastig. Het oppakken en uitzetten van illegalen is niet zomaar even geregeld, net als strenge grensbewaking.
Het kabinet-in-wording hoopt dat er alleen al door de aankondiging van dit strenge asielbeleid minder vluchtelingen voor Nederland kiezen. Misschien is dat zo. Maar is het genoeg om het overlopende Ter Apel te ontlasten, want er krijgen immers ook minder vluchtelingen elders in het land een plek?
Arbeidsmigratie inperken klinkt mooi, maar kan voor veel ondernemers fnuikend zijn. Minder Engels op de universiteit komt ook tegemoet aan een wens die leeft ‘op straat’, maar kan de internationale positie van onze wetenschap wel eens langdurig aantasten.
De beloftes aan boeren komen ook goedkoop over. Als drinkwater vervuild raakt en meer dieren en mensen ziek worden van mest, stikstof en bestrijdingsmiddelen zijn we verder van huis.
Uiteindelijk toch stoppen met fossiel
Op langere termijn kunnen de plannen om minder aan natuur- en klimaatbeleid te doen flink duur uitpakken. Uiteindelijk moet immers de hele wereld stoppen met fossiele brandstoffen en valt er economisch ook winst te behalen met een overgang naar ‘groen’. Nu hebben we als Nederland nog geld om het enigszins vloeiend te laten verlopen. Over een aantal jaar kan het wel eens veel pijnlijker worden.
Het eigen risico in de zorg is ook een voorbeeld van ‘duurkoop’. Natuurlijk gaan lage inkomens op korte termijn merken dat ze minder geld kwijt zijn aan eigen risico voor een ziekenhuisbezoek. Maar het is vestzak-broekzak: de zorgpremie en belastingen gaan voor iedereen omhoog. En het gebruik van zorg zal ook stijgen en dat hoeft zeker niet voor iedereen gezond te zijn. Bovendien is er nu al een tekort aan personeel.
Wie dan leeft, dan zorgt
Maar voor het Noorden klinken de plannen voor meer regiobeleid, bussen naar dorpskernen, de Nedersaksenlijn en Lelylijn zeker erg mooi. De partijen die beloofden meer oog te hebben voor de regio, zoals NSC en BBB, maken hiermee hun beloftes aan de kiezer duidelijk waar. Op papier in ieder geval. Het is bij dit soort grote infrastructuurplannen natuurlijk altijd de vraag of er over een jaar of tien nog steeds geld en een politieke wil voor is. Maar dat past bij wat het motto van het nieuwe kabinet lijkt te worden: wie dan leeft, wie dan zorgt.