Maarten Praamstra bij het graf van zijn overgrootvader Cornelis Wiegers: ,,Mijn oma was helemaal ontdaan door de moord op Pim Fortuyn." Foto: Jaspar Moulijn
De graven zijn eenvoudig, maar hun verzetsdaden groot. Op de Zuiderbegraafplaats in Groningen liggen 21 verzetsstrijders begraven. ,,We zeggen nooit meer oorlog, maar de oorlog is vlakbij.’’
De letters op de roze grafsteen zijn flets, maar nog goed leesbaar. ‘Gevallen voor Koningin en vaderland. Cornelis Gerrit Wiegers (geboren: 7-12-1894, overleden: 12-4-1945)‘.
Naast het graf staat een nabestaande van Cornelis Wiegers, Maarten Praamstra (38) uit Groningen. ,,Mijn overgrootvader was in de oorlog adjudant bij de marechaussee in Finsterwolde’’, vertelt hij. ,,Dat had als voordeel dat hij zich niet aan de spertijd hoefde te houden en ‘s nachts naar buiten kon. Dan bracht hij op de fiets onderduikers weg.’’
Stadsgids Henk Bakker leidt op de Zuiderbegraafplaats belangstellenden langs graven van verzetsstrijders uit de Tweede Wereldoorlog. Foto: Jaspar Moulijn
Zuiderbegraafplaats Groningen
Praamstra vertelt zijn verhaal aan een groep belangstellenden op de Zuiderbegraafplaats in Groningen. Stadsgids Henk Bakker geeft een rondleiding langs graven van verzetsmensen. Praamstra loopt mee en vertelt over zijn familie.
Zijn overgrootvader Cornelis was de spin in het web van een verzameling verzetsgroepen. Hij verspreidde illegale kranten, regelde bonkaarten en persoonsbewijzen. Tot begin 1945. Op de dag dat zijn zoon 13 jaar wordt, kloppen vier mannen van de Sicherheitsdienst (SD) bij hem aan aan en wordt hij opgepakt. Na verhoor in het beruchte Scholtenhuis aan de Grote Markt in Groningen wordt hij naar Anloo gebracht en in de bossen gefusilleerd. 50 jaar oud.
Moord op Pim Fortuyn
,,Mijn oma ging altijd bij dit graf kijken en maakte het schoon, dat weet ik nog’’, zegt Praamstra. ,,Ik ging wel eens met haar uit eten. Twintig jaar geleden zaten we bij de Chinees. Tijdens de maaltijd hoorden we dat Pim Fortuyn was vermoord. Ze was helemaal van slag, trilde en was ontdaan. Het herinnerde haar onmiddellijk aan de moord op haar vader.’’
Treurberken
Stadsgids Henk Bakker merkt dat het nodig is om aandacht te geven aan de graven van Groninger verzetsstrijders. Soms is er meer bekend over hun moordenaars (NSB’ers, SD’ers en SS’ers) dan over de dappere mensen zelf.
De graven van de overleden mannen en vrouwen zijn eenvoudig. Strak grijs beton, soms met een zwart geverfde rand, of natuursteen met sober hun namen erop. Wie de namen niet kent, loopt eraan voorbij. Ook al liggen ze prachtig op deze serene plek, vlakbij of onder eiken-, of beukenbomen of treurberken. Merels en koolmezen kwetteren.
Stadsgids Henk Bakker op de Zuiderbegraafplaats bij het graf van Pieter van Dooren, in de oorlog directeur van de MTS, helper van onderduikers en verspreider van illegale kranten. Van Dooren werd aan het einde van de oorlog vermoord. Foto: Jaspar Moulijn
Pieter van Dooren, Van DoorenVeste
Pieter van Dooren was in de Tweede Wereldoorlog directeur van de mts in Groningen. Verzetsmensen vergaderden bij hem, hij verborg onderduikers en verspreidde illegale kranten en folders. Op 1 januari 1944 werd hij doodgeschoten en het verhaal gaat dat zijn lichaam op de kruising van het Damsterdiep en Petrus Campersingel, bij de apotheek, twee dagen ter afschrikking bleef liggen. Anderen zeggen dat hij naar het Academisch Ziekenhuis is gebracht. Hij was slechts 44 jaar oud.
De Hanzehogeschool vernoemde het gebouw met technische opleidingen naar hem, de Van DoorenVeste. Het is een eerbetoon, maar ook schrale troost. Hij had veel ouder kunnen zijn, net als zijn vrouw Maria Dekker die 90 jaar werd en in 1983 overleed.
Arend van Essen
Arend van Essen (67) loopt ook mee op de begraafplaats. Hij is een kleinzoon van Arend van Essen (1890-1944) die werd vermoord door de SD. Veel is er over Van Essen senior niet bekend en zijn kleinzoon is druk bezig meer informatie te verzamelen.
Van Essen hielp onderduikers en waarschijnlijk verborg hij wapens in de kistenfabriek waar hij werkte, zegt zijn kleinzoon. ,,Hij werd in zijn huis neergeschoten in het bijzijn van zijn kinderen van 7 en 9 jaar oud. Zij zijn daar nooit meer overheen gekomen.’’
Hij is blij met de rondleiding van Henk Bakker. ,,Dit gaat over gewone mensen die in de oorlog hun best hebben gedaan. Op deze manier blijven hun verhalen levend.’’
Het graf van Jan Kramer (1882-1945), conciërge bij Gemeentewerken in Groningen. Foto: Jaspar Moulijn
Folders rondbrengen in kinderwagen
Bakker leidt de groep langs zestien graven en vertelt bij elk graf een verhaal. Over koerierster Anna Buringa, ze overleed toen ze 42 jaar was, die met haar kinderwagen folders, kranten en wapens vervoerde. Over Hendrik Tjapko Huininga, hij werd 34 jaar, Albert Steenstra (36), Louis René Swaagman (24 jaar) en Koo Domela Nieuwenhuis (44). Zij en anderen stonden op tegen de Duitse bezetter en moesten dat op jonge leeftijd met de dood bekopen.
Nooit meer oorlog
Esther Rozema (38) luistert aandachtig naar de verhalen. ,,Soms ken ik hun namen alleen als straatnaam’’, zegt ze. ,,Nu weet ik meer van deze mensen. Door de persoonlijke verhalen gaat het meer leven.’’
De stap van de Tweede Wereldoorlog naar Oekraïne is snel gemaakt. ,,We zeggen steeds: nooit meer oorlog. Maar toch is er weer een oorlog gaande. Weer komen elke dag mensen om het leven.’’