Het pand op de hoek van de Kerkstraat en de Meint Veningastraat in Hoogezand. Screenshot: Google Streetview (maart 2021)
De gemeente Midden-Groningen heeft de Raad van State met een aanvullend bouwkundig onderzoek er alsnog van overtuigd dat zij een bouwvallig pand op de hoek Kerkstraat-Meint Veningastraat moest ontruimen en afsluiten.
Daarmee heeft de gemeente volgens de Raad van State op correcte wijze haar huiswerk overgedaan.
Afgelopen zomer gaf de hoogste bestuursrechter de gemeente zes weken de tijd om met een beter verhaal te komen waarom zij het Hoogezandse pand tegen de wil van eigenaar en vastgoedman H. Vos ontruimde en verzegelde.
Betere onderbouwing
Uiteindelijk kwam de gemeente begin augustus met een betere onderbouwing van haar bestuursdwangsbesluit van eind 2017. Eigenaar Vos maakte daartegen wederom bezwaar, maar de Raad wijst die bezwaren vandaag met een einduitspraak geheel van de hand. Volgens het bestuursrechtscollege heeft Midden-Groningen met aanvullend voldoende aangetoond dat het pand op instorten staat. Er zitten flinke scheuren in de draag- en funderingsmuren van het pand.
Oostgevel stond op instorten
De gemeente heeft nu ondubbelzinnig aangetoond dat door zwakte van de draagbalken en muren de verdiepingsvloer en oostgevel bij het minste geringste konden instorten. Alleen door ingrijpende verbouwing is het pand nog te redden. Of, als de eigenaar dat niet wil, kan de sloophamer erin. Kortom, de gemeente heeft eind 2017 terecht besloten het pand te ontruimen en te verzegelen. Vos zal nu aan de slag moeten in zijn pand.