De twee directeuren van de GGD's: Jos Rietveld (links) van GGD Groningen en Hans Kox van GGD Drenthe. Foto: Corné Sparidaens
De coronacrisis legt de problemen van de (Noord-)Nederlandse gezondheidszorg genadeloos bloot. Zo blijken lager opgeleiden harder geraakt te worden en is niemand in de versnipperde zorg echt verantwoordelijk voor de bevordering van gezondheid. De voorheen vrij onzichtbare gemeentelijke gezondheidsdiensten, GGD’s, spelen ineens een cruciale rol. Een dubbelinterview met de directeuren van de GGD Drenthe en GGD Groningen, Hans Kox en Jos Rietveld.
Ze wonen allebei in de stad Groningen en kennen elkaar nog van jaren geleden, toen de 64-jarige Rietveld bestuurder was van jeugdpsychiatrische instelling Accare en de 53-jarige Kox daar bestuurssecretaris was. Nu hebben ze vrijwel dagelijks overleg over de coronabestrijding. ,,We werken met de ziekenhuizen en andere zorginstellingen samen in het ROAZ maar doen als GGD’s ook veel dingen in afstemming’’, zegt Rietveld. ,,Groningen, Drenthe en Friesland zijn eigenlijk net te klein om genoeg schaal te hebben voor specialistische taken. Dat maakt dat je elkaar moet vasthouden.’’
Ze wonen allebei in de stad Groningen en kennen elkaar nog van jaren geleden. Foto: Corné Sparidaens
Zo gaat de GGD Drenthe geen testlocatie of vaccinatiecentrum in Borger-Odoorn neerzetten als Groningen dat al doet in Stadskanaal. En iedereen vindt het logisch dat inwoners van Noord-Drenthe naar Martiniplaza gaan voor hun prik of test in plaats van Assen.
Maar ze lopen ook tegen dezelfde problemen aan. Zoals dat de inwoners van de traditioneel wat armere regio’s in Oost-Drenthe en Oost-Groningen harder geraakt worden door corona. Er zijn meer ouderen, meer lager opgeleiden die niet thuis kúnnen werken en meer mensen met overgewicht en andere gezondheidsproblemen. ,,Daar maken we ons wel zorgen over en dat is iets dat na de coronacrisis blijft spelen’’, zegt Kox. ,,Het lijkt er ook op dat de vaccinatiegraad in die gemeenten wat lager is. We doen daar dus samen met de gemeenten onderzoek naar.’’
De GGD’s zijn beide meer dan verdubbeld in omvang gedurende de coronacrisis. GGD Drenthe had zo’n driehonderd medewerkers, dat zijn er nu zeshonderd. Groningen groeide van 420 naar 1000 medewerkers. En voor de vaccinatiecampagne komen er nog meer mensen bij. Ze hebben extra kantoren betrokken en in tal van plaatsen in de provincies vaccinatie- en testlocaties ingericht. Ook het bron- en contactonderzoek naar nieuwe besmettingen gaat zeven dagen per week door.
Jos Rietveld (links): ,,De suikertaks is er in het vorige kabinet niet gekomen, maar zou zeker helpen''. Foto: Corné Sparidaens
Terwijl de gemeentelijke gezondheidsdiensten normaal gefinancierd en bestuurd werden door de gemeenten, kwamen ze voor de coronabestrijding plotseling onder het ministerie van Volksgezondheid (VWS) te vallen. De minister van Volksgezondheid, Hugo de Jonge, het RIVM en de landelijke GGD-koepel bepalen sinds maart 2020 het coronabeleid en bekostigen het ook. ,,We zijn nu onderdeel van de landelijke bestrijdingsmachine’’, zegt Rietveld.
En dat gaat niet altijd even soepeltjes. Het testen en bron- en contactonderzoek kwamen langzaam op gang, en nu schiet het met het vaccineren weer niet op. ,,Best frustrerend’’, erkent Kox. ,,Wij kunnen helemaal niks zelf. We krijgen dagelijks onze pakketjes vaccins en kunnen niet meer prikken dan we krijgen.’’
Op verschillende momenten in de crisis hadden de noordelijke GGD’s misschien meer een eigen lijn kunnen kiezen. In de eerste golf waren er in het Noorden bijvoorbeeld veel minder besmettingen en meer capaciteit om te testen via het UMCG. GGD Groningen maakte daar gebruik van maar dat leverde vanuit de rest van het land kritiek op. Sindsdien loopt ook die GGD in de landelijke pas.
Met de vaccinaties is Rietveld voorstander van de landelijke aanpak, terwijl dat ook best regionaal had gekund zoals in Duitsland. ,,Maar daar zie je nu grote verschillen tussen deelstaten en dat levert chaotische situaties op. Het is een kwestie van verdelen van de schaarse vaccins en dat kan je het beste landelijk op dezelfde manier doen.’’
In de prikstraten van de GGD’s zijn de afgelopen weken al duizenden Groningers en Drenten gevaccineerd en dat aantal wordt de komende weken opgeschroefd. Dat het de afgelopen weken zo stroef liep met het maken van afspraken is weer zoiets waar de GGD’s hier niets aan kunnen doen. Het liep mis in het landelijke callcenter. ,,Aan ons ligt het niet. Kom maar door met de vaccins’’, zegt Kox. ,,We hebben overcapaciteit, we staan echt te popelen’’, bevestigt Rietveld.
Maar als in de zomer de meeste mensen gevaccineerd zijn, is corona nog lang niet weg. De GGD’s zullen in touw moeten blijven met het opsporen, testen en vaccineren. ,,En we komen als GGD anders uit de pandemie. We zien nu veel beter welke rol wij kunnen spelen in de zorg.’’
,,Aan ons ligt het niet. Kom maar door met de vaccins’’, zegt Kox. Foto: Corné Sparidaens
Als namelijk iets duidelijk is geworden in de crisis, is dat de ziekenhuizen, huisartsen, thuiszorg, ouderenzorg allemaal goed zijn op hun terrein maar zich niet per se verantwoordelijk voelen voor de gezondheid van iedereen. ,,Wij zijn de enige die een écht publieke rol hebben en geen belang bij productie of omzet’’, zegt Rietveld daarover. ,,In de crisis moesten de ziekenhuizen plotseling samenwerken, gegevens over hun bedbezetting en patiënten uitwisselen. Dat mochten ze voorheen niet eens vanwege de marktwerking. De komende tijd neemt de krapte aan personeel toe, terwijl de vraag naar zorg toeneemt door de vergrijzing.’’
De coronacrisis brengt ook een ander belangrijk gezondheidsprobleem aan het licht, de ‘obesitasepidemie’. Meer dan de helft van de volwassenen heeft overgewicht en is dus extra kwetsbaar voor allerlei ziektes, niet alleen corona. In de bestrijding van overgewicht zien beide directeuren een belangrijke rol voor de GGD’s. ,,Wij hebben verpleegkundigen in dienst die veel weten over de gezondheidssituatie in de regio, en die gemeenten en andere organisaties kunnen bijstaan’’, zegt Kox. ,,Wij zijn bij uitstek de organisatie die veel kennis heeft over preventie en gezondheidsbevordering.’’
Of zoals Rietveld het zegt: ,,Begin 1900 zijn riolering en waterleiding aangelegd en dat heeft enorme gevolgen gehad voor de volksgezondheid. Als je gezondheidsachterstanden die samenhangen met armoede wilt aanpakken, moet je ook maatregelen nemen om gezonder leven te bevorderen. De suikertaks is er in het vorige kabinet niet gekomen, maar zou zeker helpen. Dat geldt ook voor de aanleg van gezondere wijken, die beweging bevorderen. En het probleem is breder: armoedebeleid, betere kinderopvang en onderwijs helpen om de gezondheid te verbeteren. We hopen op een breed gedragen plan, liefst met rioleringskracht.’’
Kox knikt: ,,Hoe krijg je beweging in deze kluwen van deelbelangen? Daarin kunnen wij een belangrijke schakel zijn.’’