Het Ebbingekwartier is het domein van voetgangers en fietsers. Foto: Jan Willem van Vliet
De Suikerzijde in Groningen moet een autovrije wijk worden. De bewoners van het Ebbingekwartier weten al hoe dat is. Wat zijn hun ervaringen?
Je steekt de drukke Ebbingestraat over, nog even over het Boterdiep en je komt in een oase van rust: het Ebbingekwartier. Voetgangers en fietsers maken hier de dienst uit. De straten doen een beetje denken aan foto’s die voor ongeveer 1965 van straten werden gemaakt: je ziet geen blik. De auto’s staan in de parkeergarage onder de wijk.
Deze wijk is nu zo goed als af en intussen werkt Groningen driftig aan plannen voor De Suikerzijde, een wijk voor 5000 woningen aan de westkant van de stad, waar vroeger de fabriek van Suikerunie zat. Die wijk moet er ongeveer net zo uit gaan zien als het Ebbingekwartier.
Weldadige rust
Daan en Jolanda (beiden 25) wonen nu een paar maanden in dat Ebbingekwartier. Ze vinden de rust weldadig. En binnen een paar minuten lopen ben je op de Grote Markt. Maar hoe ging dat met de verhuizing? „Nou ja, je mag wel even je busje daar neer zetten”, wijst Daan naar een wat breder deel van de straat. Ze hebben niet bewust voor deze wijk gekozen. „Het was al moeilijk genoeg een appartement te vinden, we waren blij dat we dit konden krijgen.”
Daan en Jolanda willen hun auto niet kwijt. Foto Jan Willem van Vliet
Jolanda had al een auto toen ze hier kwamen wonen. Ze schudt beslist ‘nee’ op de vraag of ze die niet weg wil doen. „Een auto is toch gemakkelijk als je wat verder weg moet.” Nu komt wel het nadeel: de hoge parkeerkosten. „Dit jaar betalen we 97 euro per maand, dat gaat volgend jaar naar 107 euro.”
Een wat ouder echtpaar, dat liever anoniem blijft, vindt dat wel erg vervelend. „Het parkeren wordt 7 procent duurder, ons pensioentje gaat maar 3 procent omhoog.” Ze vinden het toch heel fijn wonen hier. Al kan de rust wat bedrieglijk zijn. „Er komen hier natuurlijk wel maaltijdbezorgers, pakjesbezorgers enzovoorts. Voor hen moet je wel uitkijken. Ze hebben haast en fietsen hard. Onze kleinzoon waarschuwen we daar ook voor als hij op straat speelt.”
Bezorger Mozes: ik rijd hier echt niet harder dan 10 kilometer per uur. Foto Jan Willem van Vliet
Over bezorgers gesproken: een straatje verder is pakjesbezorger Mozes druk bezig. Met zijn volledig elektrische DHL-bus is hij wel even de wijk in gereden. „Ik heb hier vandaag wel 30 pakjes, dat is anders niet te doen.” Maar is hij niet bang voor bekeuringen? „Nee, volgens mij is er wel iets geregeld dat ik een vergunning heb om hier te rijden. Maar dat is de verantwoordelijkheid van mijn baas.” Hij snapt dat het leuk wonen is in een wijk met zo weinig mogelijk auto’s. „En ik rijd hier echt niet harder dan 10 kilometer per uur hoor.”
Weinig keus
Laura gaat net met haar beide dochters boodschappen doen en ze laadt haar fiets helemaal vol. Ze heeft ook weinig keus: voor haar deur kan echt geen auto komen. Die moet je dan parkeren aan de Bloemsingel en dat betekent dus wel even sjouwen als er verhuisd of geklust moet worden. „We hebben het er graag voor over. Het is zo rustig, de kinderen kunnen hier goed spelen. Af en toe komen hier wel groepen studenten langs, vooral ook in de zomer als ze naar DOS gaan. Maar ik vind studenten wel leuk.”
Bij de voordeur van Laura kan echt geen auto komen. Foto Jan Willem van Vliet