Danielle Jansen: 'Grote gezondheidsverschillen in Nederland zijn bedroevend en onacceptabel.' Foto: Jaspar Moulijn
Pieter Omtzigt motiveerde en inspireerde haar om politiek actief te worden. Zo werd Danielle Jansen uit Groningen zorgspecialist van Nieuw Sociaal Contract. ‘Na zijn telefoontje dacht ik: o, dat kan natuurlijk ook’
Danielle Jansen (53) kan op de fiets naar deze afspraak bij restaurant Meerwold in Groningen. De grauwe herfstsluier over de dag deert daarbij niet. Het is voor haar een vertrouwde plek. Ze overlegde aan de grote ronde stamtafel regelmatig met collega’s over de organisatie van zorg. De socioloog en universitair hoofddocent van het UMCG en de Rijksuniversiteit Groningen staat aan de vooravond van een gewaagde overstap naar de politiek. De nummer 14 van Nieuw Sociaal Contract (NSC) maakt een sprong van wetenschappelijk onderzoek naar politieke invloed.
Bent u eigenlijk een echte Stadjer?
„Zo voel ik dat wel. Ik ben opgegroeid in de Noordoostpolder in het plaatsje Tollebeek. Voor mijn studie verhuisde ik naar Groningen om er nooit meer te vertrekken. Vanaf de KEI-week eind jaren tachtig tot de dag van vandaag voel ik me hier thuis.’’
Bent u eerder politiek actief geweest?
„Ik kom uit een gezin met zes kinderen. Thuis was politiek niet echt een thema. Ik ben ook de eerste die actief word, ben nooit lid geweest van een politieke partij en deed ook niet mee aan demonstraties in mijn studententijd. Nu snap ik dat de politiek wel degelijk invloed had op mijn leven. Ik had bijvoorbeeld de luxepositie zes jaar te studeren met studiefinanciering. Dat is andere koek dan nu.’’
U koos voor een studie verpleegkunde in Groningen. Wilde u als kind al verpleegster worden?
„Misschien toen nog niet, maar toen ik na de middelbare school in Emmeloord een studie moest kiezen was het me wel duidelijk. Ik heb stage gelopen in een verpleeghuis in Winsum en in het Bethesda Ziekenhuis in Hoogeveen. Toen ik daarna sociologie ging studeren, was ik oproepkracht bij verpleeghuis Maartenshof in Groningen. Werken in de zorg is lichamelijk zwaar, het was altijd poot aan.
Ik was als begin twintiger nog niet bezig met grote vraagstukken. Later als wetenschapper natuurlijk wel, maar dan aan de andere kant van de politiek. Ik gaf adviezen in de hoop dat er zaken veranderden. Dat bleek te vaak niet het geval. Ik hoop dat ik met deze radicale omslag naar de politiek meer impact kan hebben.’’
Jansen sprak zich uit tijdens de coronacrisis: 'Er is een hap uit ieders leven genomen.' Foto: Jaspar Moulijn
Waar is die hoop op gebaseerd?
„Pieter Omtzigt vroeg mij om aan te sluiten bij een expertgroep over de zorg. Dat bleek een heel leuke ervaring. Ik had zijn boek gelezen, maar kende hem verder helemaal niet. Ik ben ontzettend fan van hem geworden. Hij weet veel, en is altijd oprecht en gedreven. Hij daagde mij ook uit om concreter te worden in mijn ideeën. Dan had ik een hoop ‘bla bla’ vanuit de wetenschap en dan zei hij: wees eens concreter, wat moeten we doen? Dat was voor mij als wetenschapper ook wel spannend, omdat wij nooit zo direct zijn in ons vak. Nu kon ik plots even buiten het gebaande pad gaan. Dat beviel me zeer.’’
En dat smaakte dus naar meer?
„Ik heb nu al de leukste baan van de wereld maar ik kan niet wachten, heb er echt mijn zinnen op gezet om dingen ten goede te veranderen. Toen het nog in de lucht hing of Pieter een eigen partij zou oprichten, hoopte ik daar vurig op omdat dan zijn zorgteam bij elkaar kon blijven komen. Ik heb toen geen moment gedacht om zelf politieker te worden. Tot het telefoontje van Pieter.’’
,,We waren op vakantie in Zweden. Hij vroeg of ik wilde solliciteren als kandidaat-Kamerlid. Toen dacht ik: o, dat kan natuurlijk ook. Ik had twee weken de tijd om het met mijn man en drie kinderen te bespreken, maar we waren er vrij snel uit.’’
Wat is uw belangrijkste motivatie om de sprong te wagen?
,,In Nederland leven mensen met een lagere sociaal-economische status korter in goede gezondheid dan elders in Europa. Vrouwen leven hier gemiddeld 59,6 jaar in goede gezondheid, Nederlandse mannen slechts ietsje langer. In Zweden ligt dit gemiddelde twaalf jaar hoger dan in Nederland. Terwijl het EU-gemiddelde steeg, bleef Nederland steken. Bijna niemand lijkt er wakker van te liggen. Terwijl het toch echt bedroevend en onacceptabel is. Mijn belangrijkste politieke doel is om die gezonde levensverwachting in Nederland te verhogen.’’
Ik voel een pleidooi voor bestaanszekerheid aankomen. Daarin bent u niet de eerste politicus deze campagne...
„Maar bestaanszekerheid mag nooit verworden tot een loze kreet. Hier komt mijn rol als onderzoeker en toekomstig volksvertegenwoordiger bij elkaar. Dit gaat over goed onderwijs, toegankelijke zorg, een fatsoenlijk huis, maar vooral ook over de samenhang tussen die dingen. Niet alleen het individuele probleem zien van een kind of volwassene, maar de omgeving en omstandigheden meewegen.
Als je als kind in de baarmoeder zit van een moeder met veel stress, zorgen en een ongezonde levensstijl, dan kun je er vergif op innemen dat kinderen met twintig-nul achterstand aan het leven beginnen. Die krijgen nooit meer een eerlijke kans. Dat is oneerlijk. Als jij of ik geldzorgen hadden gehad, een partner aan de drank en schimmel in de woning, dan was ons leven ook totaal anders verlopen. Het is geen kwestie van eigen schuld, dikke bult. Wat we nu doen is teveel symptoombestrijding en pappen en nathouden, terwijl we de oorzaak van ellende moeten aanpakken.’’
Hoe moet het dan wel?
„Neem de jeugdzorg. Samen met collega’s heb ik onderzocht welke interventies bij jongeren uit gezinnen met zware opvoedproblemen of complexe problemen werken en welke niet. Daaruit bleek dat er veel te veel interventies zijn die gemeenten aanbieden, maar die helemaal niet effectief bewezen zijn. Slechts een handjevol bleek dat wel te zijn. Dat leverde dus een heel logische aanbeveling: de bezem erdoor. Maar die adviezen werden niet opgevolgd, er komen juist nog steeds meer onbewezen interventies bij. Dat was zuur en frustrerend omdat we jarenlang onderzoek hadden gedaan met gemeenschapsgeld. Als wetenschapper heb je dan geen doorzettingsmacht, dan is het uit je handen. Als politicus heb ik dat hopelijk wel.’’
Tijdens corona schuwde u de publiciteit niet. Heeft die tijd u ook gepolitiseerd?
„Er is in coronatijd een hap uit ieders leven genomen. Bij mij, bij mijn kinderen in de middelbare schoolleeftijd en bij mijn studenten. Op mijn leeftijd heeft dat echter minder consequenties dan bij jongeren, voor wie de gevolgen dramatisch waren. Hen is te veel ontnomen en dat heeft tot de dag vandaag grote gevolgen. Ik vond dat ik me daarover moest uitspreken. De nadruk lag veel te veel op het in toom houden van het virus. Het kabinet had beter moeten luisteren naar sociologen, onderwijskundigen maar zeker ook naar jongeren. Zij hadden soms briljante ideeën om bijvoorbeeld gewoon weer naar school te gaan, maar daar werd niets mee gedaan.’’
U sprak zich ook uit tegen de coronaprik bij jonge kinderen. Geen simpel thema in verhitte tijden. NSC steunt de wet voltooid leven niet en is tegen de verruiming van de transgenderwet. Hoe gaat u straks om met dat soort gevoelige onderwerpen?
„Ik wist dat alles rondom vaccinaties heel gevoelig lag, maar ik voelde me deskundig genoeg om me te roeren in het publieke debat en ik vond het ook leuk en belangrijk om me uit te spreken. Het zal straks als politicus zeker niet minder worden met reacties als ik over vaccinaties, euthanasie of abortus spreek. Er zijn mensen die het met onze voorstellen daarover eens zijn, maar ook mensen die er totaal anders instaan. Dat is politiek.’’
'Ik wil graag een noordelijke volksvertegenwoordiger zijn' Foto: Jaspar Moulijn
Ik meen veel van uw onderzoeken en opinies terug te lezen in het NSC-verkiezingsprogramma. Klopt dat?
„Het was een groot voordeel dat het programma van NSC niet te vroeg klaar was. Zo konden wij als kandidaten meedenken en meeschrijven. Ik ben er trots op dat mijn aandachtspunten over sociaal-economische gezondheidsverschillen eindelijk politiek prominent op de kaart komen.’’
U heeft het over bestaanszekerheid en solidariteit in de zorg. Waarom wilt u dan niet af van het eigen risico?
„We hebben het daar uiteraard uitgebreid over gehad. Dat is een belangrijk punt. De zorg moet ook betaalbaar blijven. Wij pleiten daarom niet voor afschaffing. We willen wel kijken of mensen met een laag inkomen het in delen kunnen betalen. Dat je niet bij het eerste ziekenhuisbezoek 385 euro kwijt bent. En wat ons betreft wordt ook de optie om het eigen risico te verhogen tegen een lagere premie geschrapt.’’
U wilt dat jeugdzorg ook na het 18de levensjaar beschikbaar is. Hoe gaat u dat uitleggen aan de wethouder van Assen of Pekela, die nu al met de handen in het haar zit over de kosten?
„Dat plan zorgt inderdaad voor stijgende kosten. Daarom doen gemeenten het vaak nu niet, terwijl het al wel mogelijk is. Als je het kind vooropstelt, dan is het natuurlijk niet zo dat iemand de dag na zijn 18de verjaardag wel alles zelf kan oplossen en er geen hulp meer nodig is.’’
Hoe gaat uw eigen leven straks veranderen?
„Ik ga drie dagen per week naar Den Haag, maar kom altijd weer terug naar Groningen. Ik wil graag een noordelijke volksvertegenwoordiger zijn, zodat mensen mij ook blijven voeden met hun zorgen en ideeën. Het lijkt me ook prettig om me een paar dagen per week even helemaal onder te dompelen in Den Haag. Ik kan goed en ontspannen samenwerken en weet hoe ik mensen meekrijg, daar hoop ik mijn voordeel mee te doen. Of Pieter Omtzigt mij mag vragen als minister voor Zorg? Laten we eerst deze stap maar even zetten, daarna zien we verder.’’