Op het industrieterrein Oosterhorn bouwt de gemeente Eemsdelta een windpark: achttien windmolens van Eneco en Eurus Energy met een tiphoogte van 213 meter. De bouw van het park is bijna afgerond. Foto: DVHN
Bewoners van het dorp Borgsweer zijn boos over de voorgestelde verdeling van het gebiedsfonds voor Windpark Oosterhorn. Zij willen geen potje voor projecten, maar geld voor omwonenden die overlast ervaren.
Op het industrieterrein Oosterhorn bouwt de gemeente Eemsdelta een windpark: achttien windmolens van Eneco en Eurus Energy met een tiphoogte van 213 meter. De bouw van het park is bijna afgerond. Net als bij andere windparken als Delfzijl Noord en Geefsweer komt er een gebiedsfonds om de omwonenden tegemoet te komen. Jaarlijks wordt er zo’n 80.000 euro in gestort, bedoeld voor de drie omliggende kernen: Farmsum, Termunten/Termunterzijl en Borgsweer.
Over de vraag hoe dat geld verdeeld gaat worden, gaat het college van b en w dinsdag in conclaaf. Het plan is om tweederde van het bedrag voor een profijtregeling te gebruiken (dus te verdelen onder omwonenden) en de rest in een projectenregeling te stoppen. Dat geld is dan beschikbaar voor projecten zoals het opknappen van een dorpshuis.
‘We hoeven geen dorpshuis met gouden dakpannen’
Maar daar zitten de Borgsweersters niet op te wachten. „Er is een enquête geweest vanuit de gemeente onder de inwoners van de drie kernen over de verdeling”, zegt Bert Groenhagen uit Borgsweer. „Maar met de uitkomsten doen ze niets.”
In het collegevoorstel staat dat er 1260 vragenlijsten zijn verstuurd naar mensen in het gebied en dat ‘maar liefst’ 268 mensen hebben gereageerd. Van de respondenten wil zo’n 60 procent alleen een profijtregeling. Maarde gemeente is van plan om voor de compromisvariant te gaan.
De wieken van de turbines torenen aan alle kanten van het dorp boven de daken uit. De molens staan te dichtbij, vinden de bewoners. Foto: DVHN
„We zien de enquête als een manier om te kijken hoe men erover denkt. We leggen het niet naast ons neer”, zegt wethouder Hans Ronde van de gemeente Eemsdelta. „Op basis van alle informatie moeten wij een plan maken. We kunnen nooit iedereen tevreden stellen.” Verder wil de wethouder er niets over kwijt, omdat het nog door het college moet worden besproken.
In Borgsweer zijn ze daar niet blij mee. Het dorp onder de rook van het chemiepark telt zo’n honderdvijftig inwoners. „Hoeveel projectpotjes hebben wij nodig? Er zijn hier weinig verenigingsleven en het dorpshuis hoeft geen gouden dakpannen”, zegt Anita Zeijlemaker uit het dorp. „Bovendien zijn daar wel andere potjes voor. Er is ook al een projectenfonds”, vult Petra Bos aan.
Geluid, slagschaduw en lampjes
Het windpark is sowieso niet met luid gejuich ontvangen in Borgsweer. De wieken van de turbines torenen aan alle kanten van het dorp boven de daken uit. De molens staan te dichtbij, vinden de bewoners. „Laatst waren ze aan het proefdraaien”, zegt bewoonster Jetty Noordam. „Nou, dat geluid was duidelijk te horen en heel irritant.”
Riekus Köller is bang voor slagschaduw en Zeijlemaker ergert zich aan de lampjes. „Als ik voor zit, zie ik windmolens. Als ik achter zit zie ik ze en als ik aan de zijkant van mijn huis zit ook. Borgsweer wordt erdoor omringd. Het is zo storend dat ik elke avond de gordijnen dicht moet trekken.” Bert Groenhagen sluit zich daarbij aan. „Met al die rode lampen lijkt het hier ‘s nachts wel een hoerenkast.” Ze vrezen dat de huizen minder waard worden nu er zoveel windmolens om het dorp heen staan.
Het bestuur van Dorpsbelangen Borgsweer heeft het gevoel dat ze nu met de gebakken peren zitten omdat ze niet zoveel lawaai hebben gemaakt. Zeijlemaker: „Borgsweer is maar een klein dorp. Maar de gemeente doet nu net alsof hier geen hond woont.” Het liefst ziet Dorpsbelangen Borgsweer dat de eerste rij windmolens wordt gesloopt. Jetty Noordam: „Dat zit er waarschijnlijk niet in. Maar compenseer ons dan in ieder geval netjes.”