In 2019 was de gemeente Veendam gastheer van wandelfestival Tocht om de Noord. Peter Velthuis op het podium. Foto archief Harry Tielman
In april 1945 liepen 116 vrouwen, politieke gevangen, onder begeleiding van zwaarbewaakte Duitsers door Drenthe en Groningen.
Uit vrees voor repercussies gebeurde dat onder dekking van het nachtelijk duister. Tocht om de Noord, dit jaar in het teken van 75 jaar bevrijding (vorig jaar kwam het er niet van), maakt ruim 76 jaar na dato een reconstructie.
Coronaproof in de buitenlucht
Zaterdag en zondag 18 en 19 september vindt voor de vijftiende keer het wandelfestival Tocht om de Noord plaats. Dit jaar als coronaproof evenement in de buitenlucht.
De vrijdag daaraan voorafgaand, 17 september, wordt in het kader van 76 jaar bevrijding de Vrouwenmars gelopen. Niet ’s nachts, maar van zeven uur ’s ochtends tot zeven uur ’s avonds. De organisatie zoekt nog deelneemsters.
Van Westerbork naar Groningen
Tocht om de Noord wil 116 vrouwen de 40 kilometer van Westerbork naar Groningen laten lopen. ,,Een activiteit die eigenlijk voor 75 jaar bevrijding, in 2020, gepland stond’’, zegt Peter Velthuis, namens Tocht om de Noord.
De vrouwen die anno 2021 meelopen, dragen symbolisch naam en nummer van een van hun voorgangsters. ,,Daardoor valt elk nummer te herleiden tot een specifiek persoon’’, zegt Velthuis.
Afkomstig uit het hele land
In het voorjaar van 1945 zaten 116 vrouwen gevangen in Kamp Westerbork. De Duitsers hadden ze daar vanuit het Huis van Bewaring in Groningen naartoe gebracht.
Afkomstig uit het hele land, koeriersters en politieke gevangenen. De ramen van de barak waar de gevangenen verbleven waren wit geverfd om te verhinderen dat de vrouwen naar buiten konden kijken. Ze droegen blauwe overalls die eerder door joden waren gedragen, met rode nummers op hun rug.
Partizanenvrouwen
De mars volgt de route van de 116 vrouwen die in 1945 werden gedeporteerd door de bezetters. De tocht loopt vanaf Westerbork naar de stad Groningen en eindigt bij het Joods monument met de overdracht van de geallieerde vlaggen.
Op 11 april 1945 vertrokken de vrouwen omringd door Duitse soldaten van Westerbork richting Assen. De bezetter noemde hen partizanenvrouwen die gefusilleerd zouden worden.
‘Sie sind entlassen’
,,De leeftijd van de groep varieerde van jong tot oud en bestond uit vrouwen van alle randen en standen’’, weet Velthuis. Na drie nachten lopen lieten de Duitsers, het geweer in de aanslag, de vrouwen aantreden.
Enkele vrouwen vroegen de soldaten ‘het kort te maken’. Nadat de vrouwen op hun plaats stonden, hoorden zij tot hun verbazing de Duitse commandant zeggen: ,,Sie sind entlassen (u bent vrij).’’