Een datacenter van Google. Veel mensen en instellingen zijn voor hun data afhankelijk van dergelijke technologiebedrijven, maar de universiteit wil daar zo snel mogelijk van af. Foto DVHN
De Rijksuniversiteit Groningen heeft grote ambities. Als eerste in Nederland wil zij helemaal onafhankelijk zijn van de grote Amerikaanse techbedrijven.
Wetenschappers moeten in alle vrijheid en onafhankelijkheid hun werk kunnen doen. Ze moeten bijvoorbeeld ook onderzoeksresultaten kunnen publiceren die op gespannen voet staan met gevestigde belangen. Maar helaas zijn ook de Nederlandse universiteiten niet 100 procent onafhankelijk. Net als veel andere bedrijven en instellingen hebben ze zich in belangrijke mate overgeleverd aan grote technologiebedrijven als Alphabet (Google) en Microsoft.
Uitdaging
Oskar Gstrein en Babette Knauer zijn twee van van de trekkers van een ambitieus project om bij de Rijksuniversiteit Groningen deze afhankelijkheid drastisch te verminderen. In 2030 moet de RUG digitaal autonoom zijn. Dat lijkt nogal een uitdaging, maar volgens Gstrein zijn de alternatieven niet al te moeilijk te vinden. „We zijn in Nederland de eerste universiteit die dit doet, maar buiten de academische wereld zijn meer instellingen hiermee bezig. In Oostenrijk maakt een ministerie zich onafhankelijk.”
Gstrein doet veel onderzoek naar het thema menselijke waardigheid in het digitale tijdperk. Knauer is teamleider communicatie van de universiteitsbibliotheek. Die bibliotheek heeft van oudsher een belangrijke rol bij het verzamelen en ontsluiten van onderzoeksresultaten. Beide maken deel uit van een werkgroep, de Alliance for Digital Autonomy (ADA), onder leiding van het Centrum voor Informatie Technologie en de Universiteitsbibliotheek.
Google
Hoe heeft de universiteit zich afhankelijk gemaakt van big tech? „Om te beginnen gebruiken wij systemen van Google om te mailen, te vergaderen en om gegevens centraal op te slaan. Voor de publicatie van onderzoeksgegevens gebruiken we Pure. Dat was ooit van een kleine Deense startup, maar het is overgenomen door Elsevier, een van de grootste uitgeverijen in de wereld. Dan is er nog een systeem voor docenten en studenten om het onderwijs te regelen. Dat heet Brightspace en wordt door een gespecialiseerd Canadees bedrijf aangeboden, maar gebruikt Amazon Webservices.”
Voor de universiteit is het net als voor veel particulieren: je verandert niet zo gemakkelijk van systeem. Want allerlei apparaten en programma’s werken daarin gemakkelijk met elkaar samen. Maar die afhankelijkheid heeft dus ook een prijs.
„Om te beginnen betalen we voor de licenties om die systemen te mogen gebruiken”, zegt Knauer. „Ben je eenmaal afhankelijk, dan kunnen ze die duurder maken.”
Autocratische neigingen
Nog vervelender wordt het als de techbedrijven politieke munt uit hun macht proberen te slaan. Dat gevaar ligt op de loer sinds de tweede machtstermijn van de Amerikaanse president Donald Trump begon en veel kopstukken van de big tech zich nadrukkelijk achter hem schaarden. Trump heeft autocratische neigingen en doet verwoede pogingen de Amerikaanse universiteiten aan banden te leggen. En bij die techbedrijven zijn dus wel alle data van onderzoeksresultaten, methodes enzovoorts opgeslagen.
Knauer: „We zijn daarom blij dat het universiteitsbestuur, vooral rector magnificus Jacqueline Scherpen, het belang onderkent van meer autonomie. Zij ondersteunt ons project volledig.”
Mentale knop moet om
Volgens Gstrein en Knauer moet er vooral een mentale knop om in de universitaire gemeenschap. Knauer: „Alternatieven voor de big tech zijn er vaak al, en soms ook al vele jaren. Denk maar aan Linux, het besturingssysteem dat je als alternatief voor Windows kunt gebruiken. Het is vooral belangrijk dat we niet steeds weer de gemakkelijkste keuzes maken. Het kan dus betekenen dat mensen moeten wennen aan systemen die iets anders werken dan wat ze gewend zijn. Maar vooral is het een kans om de waarden en behoeften van de academische gemeenschap centraal te stellen bij het vormgeven van de digitale infrastructuur.”
Een roadmap moet aangeven hoe de universiteit over ruim vier jaar digitaal autonoom kan zijn. Het begint met goed in kaart te brengen welke systemen er op de verschillende faculteiten worden gebruikt en hoe het anders kan. Zijn er bijvoorbeeld aanbieders in Europa die als alternatief kunnen dienen?
„Belangrijk is dat we bij aanbestedingen voor het gebruik van nieuwe systemen veel aandacht besteden aan de kernwaarden van de universiteit. Daarnaast moeten we zorgen voor meer flexibiliteit, zodat we ook snel weer kunnen wisselen. Want Google was ook ooit een kleine startup van jonge mensen, maar groeide snel uit tot een bedrijf met veel macht.”