Het zonnepark naast bedrijventerrein Leeksterveld in Leek. Foto: DvhN
Groningen en Friesland brengen het midden- en kleinbedrijf en de industrie in grote problemen door te strenge regels voor de bouw van zonneparken op landbouwgrond.
Bedrijven kunnen daardoor niet verduurzamen en blijven bij hun productieproces aangewezen op het dure aardgas. Dat remt de energietransitie en schaadt de concurrentiepositie van de bedrijven die in de strenge provincies gevestigd zijn.
Dat zegt voorzitter Sieger Dijkstra van de werkgeversorganisatie VNO-NCW Noord. Hij voorziet vooral problemen in Groningen, waar veel industriële bedrijven zijn gevestigd die veel gas verbruiken en daardoor al in problemen verkeren. Hij wijst erop dat de energietarieven in buurlanden tot ruim 60 procent lager zijn.
Heffingen voor CO2-uitstoot
Dijkstra: ,,Dat betekent dat heel veel bedrijven gewoon niet meer kunnen concurreren. Ze krijgen ook nog eens te maken met allerlei heffingen voor CO2-uitstoot als ze niet elektrificeren.”
In het Noorden moesten diverse bedrijven de afgelopen jaren al de deuren sluiten vanwege de hoge energieprijzen, zegt Dijkstra. Hij noemt Aldel in Delfzijl, PMC en Bio MCN in Delfzijl, Qsil in Winschoten, NEG in Westerbroek en De Halm in Hoogkerk, terwijl ESD-SIC in Delfzijl op de waakvlam staat.
Voorzitter van VNO-NCW Noord Sieger Dijkstra.
Voldoende stroom, zwaardere aansluiting
Veel bedrijven willen verduurzamen. Daartoe wordt in hun productieproces het gas vervangen door elektriciteit. Om daarvoor voldoende stroom te krijgen zijn een zwaardere aansluiting en een elektriciteitsnet met voldoende capaciteit nodig. Daar moeten ze door de netcongestie jaren op wachten.
Daarom verkennen steeds meer bedrijven de mogelijkheid om zelf lokaal energie op te wekken die ze direct gebruiken. Zo zijn ze onafhankelijk van het overbelaste elektriciteitsnet.
Ook de snel groeiende Groningse ontwikkelaar van duurzame energiesystemen Novar kritiseert het beleid van de twee noordelijke provincies. Julian Uil van het bedrijf : ,,Lokale opwek met wind, zon en elektriciteitsopslag zijn hard nodig om de bedrijfsvoering te kunnen elektrificeren.” Met Dijkstra vindt Uil dat Friesland en Groningen daar te weinig oog voor hebben.
Opmars
Het Rijk nam in oktober vorig jaar maatregelen om de opmars van zonneparken op landbouw- en natuurgronden te remmen. De Tweede Kamer gaf provincies de opdracht om te bevorderen dat zonnepanelen om te beginnen vooral op onder meer daken, gevels, parkeerplaatsen, stortplaatsen, industrieterreinen en langs auto- en spoorwegen zouden worden gelegd.
Zonneparken mochten alleen nog op landbouwgrond verrijzen als onderdeel van een agrarisch bedrijf, als de geproduceerde elektriciteit niet op het belaste elektriciteitsnet wordt ingezet of als vaststaat dat de landbouwgrond een andere bestemming krijgt (zogeheten transitiegebieden). Volgens Uil is dit zogeheten ‘Nee, tenzij’-beleid van het Rijk met die uitzonderingen goed werkbaar.
‘Beleid aan het versnipperen’
Het probleem is dat de provincies niet zijn gebonden aan de richtlijnen van het Rijk. ,,Wij zien nu dat het beleid volledig aan het versnipperen is”, zegt Uil, die zich ook voor de brancheorganisatie voor zonne-energie Holland Solar met het probleem bezig houdt.
,,Van de voorwaarden waaronder landbouwgrond wel mag worden gebruikt, heeft Groningen er niet één overgenomen. En Friesland alleen die van de transitiegebieden”, aldus Uil. Daarbij gaat het vooral om veenweidegrond, die door bodemdaling en verhoging van de grondwaterstand minder geschikt wordt voor de landbouw. Friesland maakt ook een uitzondering voor kleinschalige burgerinitiatieven voor opwek van zonne-energie.
‘Geen gelijk spelveld’
Groningen stelde de regels eind vorig jaar vast, Friesland doet dat naar verwachting in september. Zij behoren met Zeeland, Limburg en Overijssel tot de vijf provincies die de uitzonderingssituaties niet of nauwelijks overnemen. Gelderland en Noord-Holland volgen de landelijke lijn. Noord-Brabant is soepeler. Drenthe, Flevoland, Utrecht en Zuid-Holland hebben nog geen regels opgesteld.
Dijkstra: ,,Bedrijven in Noord-Brabant krijgen veel meer mogelijkheden dan in Groningen en Friesland. We streven altijd naar een gelijk speelveld voor het bedrijfsleven in Europa, maar dat lukt ons nu niet in eigen land.”
VNO-NCW Noord waarschuwde het provinciebestuur van Groningen eind vorig jaar al dat het te strenge regels stelde voor de bouw van zonneparken op landbouwgrond. Desondanks gingen Provinciale Staten ermee akkoord.
Voorzitter Sieger Dijkstra van de werkgeversorganisatie overweegt nieuwe actie tegen het beleid. ,,Je moet ook kijken naar het grotere plaatje”, zegt hij. ,,Het is van belang dat Nederland en Europa in hun eigen energiebehoefte kunnen voorzien en niet afhankelijk zijn van andere landen, zoals de afgelopen decennia het geval was met de gasleveranties uit Rusland. Het is superbelangrijk dat wij op eigen benen kunnen staan.”
Goed te combineren
Julian Uil van het Groningse bedrijf voor duurzame energiesystemen Novar vraagt zich af of de strenge provincies zich bewust zijn van de impact van hun beleid. ,,Het is natuurlijk belangrijk dat ze de ruimtelijke aspecten goed meenemen in hun beleid”, zegt hij. ,,Maar het raakt ook aan het energievraagstuk en de werkgelegenheid. Ook tegen de achtergrond van de stijgende gasprijzen wordt lokale energieopwekking steeds belangrijker. En voor windmolens is ook nog maar heel weinig ruimte.”
Uil erkent dat met de aanleg van de zonneparken grote oppervlaktes zijn gemoeid. ,,Maar je moet het ook in een perspectief plaatsen. Tweederde van heel Nederland bestaat uit landbouwgrond. Als wij 0.8 procent daarvan zouden gebruiken, zouden we de doelstelling voor de opwek van zonne-energie op land halen. Het opwekken van zonne-energie en agrarische activiteiten kunnen goed gecombineerd worden. Dat is ook de gedachte achter het ‘Nee, tenzij’-beleid van het Rijk. ”
‘Zelf het probleem oplossen’
Een concreet project dat door de Friese regels kan worden geblokkeerd, vertelt Uil, is dat van vijf bedrijven in Hallum. Die kunnen door de netcongestie de komende jaren geen zwaardere aansluiting van het elektriciteitsnetwerk krijgen die nodig is om te verduurzamen. Daarom willen ze zelf energie gaan opwekken met kleine windmolens en een zonnepark om te kunnen elektrificeren. Ook komt er een batterij om de elektriciteit te kunnen opslaan. Hun gezamenlijke verbruik gaat van ongeveer 3 megawatt nu naar 30 megawatt in 2030.
Uil: ,,Daarvoor hebben ze een zonnepark nodig van 20 hectare. Volgens de nieuwe regels van Friesland mag dat echter nabij Hallum niet groter worden dan 5 hectare. Terwijl de provincie Friesland actief heeft meegedacht over het project. Het zou een mooi voorbeeld zijn voor andere bedrijven, omdat het laat zien dat je ook zelf het probleem van de netcongestie kan oplossen.”
Hij kent nog geen vergelijkbare voorbeelden in Groningen die worden geblokkeerd. ,,Maar het leeft wel. Veel ondernemers kloppen verontrust bij ons aan.”
Groningen: ‘Enorme stappen gezet, nu meer regie’
De provincie Groningen stelt voorop te lopen bij de productie van duurzame energie. Het verwijst daarbij naar de Regionale Energie Strategie (RES), het plan voor de bijdrage die de provincie tot 2030 levert aan het behalen van de landelijke klimaatdoelen. Daarin zijn volgens de provincie ‘enorme stappen’ gezet en worden de daarin opgenomen plannen voor opwek van zonne-energie uitgevoerd. ,,Dat heeft zijn weerslag gehad op het Groninger landschap”, stelt de provincie. ,,Om die reden hebben we besloten meer regie te pakken op de ruimtelijke impact. Gemeenten die meer zonneparken willen dan hun RES- ambitie kunnen dit doen op daken, gronden binnen stedelijk gebied en op gronden zoals voormalig slibdepots, gesloten stortplaatsen en in werking zijnde zandwinningsplassen. “Gemeenten die toch meer zonneparken willen toestaan, kunnen als de landbouwgrond grenst aan stedelijk gebied daar een uitgewerkt plan (gebiedsvisie) voorleggen aan het College van Gedeputeerde Staten. Dat beoordeelt dan of het zonnepark er wel of niet mag komen.
Friesland: ‘Provincie mooi en leefbaar houden’
Het Friese provinciebestuur vindt dat de kritiek van VNO-NCW Noord, Novar en Holland Solar ‘geen recht doet aan de complexiteit van de problematiek’ en zegt ’een zorgvuldige afweging’ te maken over de verdeling van de ruimte om Friesland ‘mooi en leefbaar’ te houden. Het wijst erop dat de provincie bij vier economische clusters waar netcongestieproblemen zijn, lokale opwek mogelijk wordt gemaakt door windmolens toe te staan. ,,Op andere plekken zijn we terughoudend met de mogelijkheden voor nieuwe opwek, zoals zon op landbouwgronden.” Friesland wijst erop dat het congestieprobleem ook kan worden aangepakt door ‘slim’ gebruik van het energienet, bijvoorbeeld door flexibele afname van elektriciteit door bedrijven en het gebruik van batterijopslag. De provincie ontkent het project met lokale opwek voor vijf bedrijven in Hallum te steunen. ,,In de stelling dat wij de plannen van de initiatiefnemers volledig omarmen kunnen wij ons niet vinden. Dit is nog onderwerp van gesprek”, aldus Friesland.