In 2014 poseerde Jan Derk Brandsma voor de Voetbalbijlage van deze krant voor 'zijn' RSG Tromp Meesters in Steenwijk, waar hij werkte. Foto: Rens Hooyenga
Het plotselinge overlijden van Jan Derk Brandsma (1952-2024) schokte de noordelijke voetbalwereld. Hij genoot bekendheid als succesvol trainer, maar was zoveel meer dan dat.
Hoewel Jan Derk Brandsma nog maar pas hoofdtrainer was, maakte hij zijn eigen keuzes. Ook al stuitten die op veel weerstand.
Hij liet niet met zich sollen. Toen niet, nooit niet. Voor Jan Derk Brandsma stond één ding als een paal boven water: afspraak is afspraak. Dus als híj als hoofdtrainer werd aangesteld, bepaalde híj de opstelling. En niemand anders.
Dus toen Brandsma merkte dat afspraak géén afspraak meer was, stapte hij op.
Jan Derk Brandsma als trainer: streng, maar rechtvaardig. Foto: Aangeleverde foto
Rechtlijnig. Streng. Noem het zoals je wilt, maar Brandsma was een man van zijn woord. Hij mat nooit met twee maten en behandelde iedereen hetzelfde. Ook toen hij als trainer van vv Steenwijk zijn eigen zoon in de selectie had, wisselde hij Floris net zo gemakkelijk als hij vond dat dat moest.
Het leverde nooit scheve gezichten op. ‘Zachte heelmeesters maken stinkende wonden’, zou Brandsma zeggen. Hij was een man van spreekwoorden en gezegdes. Zijn voor- en nabesprekingen stonden er bol van.
Jan Derk Brandsma poseert samen met zijn kleinkinderen Aiden en Daantje. Hij ademde sport, ook als vrijwilliger bij de Stone City Run in zijn Steenwijk. Foto: Aangeleverde foto
Jan Derk Brandsma maakte na zijn mooie voetbalcarrière vooral naam als trainer, maar buiten die spotlights was de Steenwijker een bevlogen docent en een liefdevolle echtgenoot, vader en opa. Zijn plotselinge overlijden kwam hard aan in de voetbalwereld. Bij meerdere clubs waar Brandsma werkzaam was geweest, hingen de vlaggen halfstok en begonnen de wedstrijden met een minuut stilte.
Heel eerlijk had dat van hem niet gehoeven. Voetbal – een enorm belangrijk ingrediënt in zijn leven – moest doorgaan. Hoefde zeker niet plaats te maken voor hem. Want ondanks de ‘grote naam’ die hij had opgebouwd, bleef Brandsma een nederig man. ‘Ik ben de koning niet, ik ben maar een simpele jongen.’
Jan Derk ademde sport
Die gewone jongen werd op 5 december 1952 geboren als vijfde van zes kinderen. Jan Derk ademde sport. Alles erover interesseerde hem. En hij was er goed in. Met jongste broer Onno basketbalde hij bij ARTA, met oudste broer Joop voetbalde hij bij d’Olde Veste’54.
Al op jonge leeftijd speelde Brandsma in het eerste elftal. Hij was een sierlijke middenvelder met een machtige vrije trap in zijn rechter. Van sport maakte hij zijn werk: hij volgde na de havo de sportacademie in Arnhem. Hij had toen al verkering met Betsy Doeven, die met hem meeverhuisde naar de Gelderse hoofdstad.
Betsy ontmoette hem in de derde klas van de havo, nadat zij was blijven zitten na het overlijden van haar vader. Ze waren 16 en ze zag in hem een mooie jongen met een sportief lijf. En hij? Hij zag haar nauwelijks staan. De wat schuchtere, verlegen Jan Derk had slechts oog voor de bal. Als zij op zaterdag na school naar pianoles achter hem aanliep, keek hij op noch om. Hij moest immers ’s middags voetballen. Uiteindelijk viel het kwartje toch.
Betsy en Jan Derk, ze ontmoetten elkaar toen ze 16 waren. Foto: Aangeleverde foto
Toen hij – bijna afgestudeerd aan de alo - in 1976 werd aangenomen als gymleraar op de Capelleschool, keerde hij terug naar Steenwijk. Drie fusies later belandde hij op de RSG Tromp Meesters. Hij werd er brugklascoördinator, afdelingsleider en uiteindelijk locatiedirecteur.
Naast Louis van Gaal in de schoolbanken
Terug in Steenwijk meldde Brandsma zich, na een jaar gevoetbald te hebben bij ESA in Arnhem, weer bij d’Olde Veste ’54. Hij werd er in 1977 - hij was nog maar 25 - speler én hoofdtrainer. Brandsma volgde in Zeist de trainerscursussen en zat in de schoolbanken naast Louis van Gaal. Het was het begin van een roemrijke carrière, die hem leidde langs vv Havelte, vv Heerenveen, Flevo Boys, Alcides, vv Steenwijk, Ruinerwold, MSC, DESZ en Olde Veste.
Vroeg in zijn loopbaan als trainer viert Jan Derk Brandsma successen. Hier bij vv Heerenveen, waar hij door de spelers op handen wordt gedragen. Foto: Jan de Vries
Met sentiment had Brandsma niet veel. Olde Veste bleef ‘zijn’ club, maar desondanks voetbalde zoon Floris bij de concurrent, vv Steenwijk. Als rasechte Steenwijker verhuisde hij naar buurdorp Steenwijkerwold en als voetballer stapte hij, samen met broer Joop, over naar concurrent Alcides in Meppel. Het deed heel wat stof opwaaien.
Zowel op school, op het veld als thuisbleef Jan Derk Brandsma de rechtvaardige, consequente man die ervan hield om jonge mensen iets bij te brengen. Jan Derk en Betsy kregen twee kinderen: Charlotte en Floris. Het gezin plooide zich in het trainerschap van Jan Derk. Sport voerde, zeker in het weekeinde, de boventoon: atletiek, hockey, natuurlijk voetbal en op zondagochtend stoeien in het zwembad.
Jan Derk Brandsma samen op het terras met dochter Charlotte en zoon Floris. Foto: Aangeleverde foto
Om de drukke voetbalschema’s heen werden de vakanties gepland. Zo goed en zo kwaad dat soms ook ging, altijd werd er een mouw aan gepast. Soms vertrok de familie op wintersport naar Oostenrijk en werd Jan Derk onderweg op een voetbalveld opgepikt. Die ene keer – Brandsma was trainer van vv Heerenveen – werd de zomervakantie in een caravan in het nabijgelegen Terhorne doorgebracht; zo kon Jan Derk doordeweeks op en neer om toch training te geven.
‘Als jullie willen dat ik jullie trainer ben, dan kom je op tijd’
Bij iedere club waar Brandsma werkte, golden zijn regels. Die waren gekarakteriseerd door normen en waarden. Tijd was tijd. Een minuut te laat was te laat. Tot zijn laatste club aan toe verslapte Jan Derk Brandsma daarin niet.
De spelers van het Meppeler MSC die afgelopen zomer bij de kennismaking een paar minuten na de afgesproken tijd kwamen, kregen dat meteen te horen. ‘Als jullie willen dat ik jullie trainer ben, dan kom je op tijd.’ Brandsma hield van duidelijkheid, wilde zich nergens aan ergeren en verwachtte dezelfde toewijding ook van de ander.
Bij MSC begon Brandsma dit seizoen aan zijn ‘tweede trainersleven’, samen met Leo Blom. De naam Leo Blom is verweven met de carrière van Jan Derk Brandsma. Hun levens kruisten elkaar bij Alcides: Brandsma werd trainer van Blom. Vanaf dat moment raakten ze elkaar nauwelijks nog uit het oog. De twee vrienden werden een onafscheidelijke twee-eenheid: waar de een ging, volgde de ander.
Een onafscheidelijk duo: samen met vriend Leo Blom. Foto: Aangeleverde foto
Toen Leo en Anita afgelopen januari bij de Brandsma’s kwamen, kwam Blom met het aanbod. MSC had hem gevraagd om hoofdtrainer te worden. Hij had geantwoord: ‘Als Jan Derk het wil, dan doe ik het’.
Betsy zag de gelukzalige glimlach op het gezicht van haar man. Die zei: ‘Dat moet ik eerst met Bets overleggen. Als die het niet wil, doe ik het niet.’
Maar Betsy wilde het geluk van haar man niet in de weg staan. Zoals ze dat nooit had gedaan. Toen ze járen geleden ‘ja’ zei tegen hem, wist ze dat ze het voetbal erbij kreeg. Haar moeder had het haar destijds duidelijk gezegd.
‘Ik had nog zoveel mooie dingen kunnen doen’
Maar het nieuwe avontuur liep allemaal anders. Een week nadat hij voor het laatst op het trainingsveld stond, kreeg Jan Derk Brandsma te horen dat hij ongeneeslijk ziek was. Toen de situatie reddeloos bleek, legde Brandsma zich daarbij neer. Hij zei nuchter: ‘Jammer, want ik had nog zoveel mooie dingen kunnen doen’. Een maand later overleed hij. 71 jaar jong.
Na zijn laatste ziekenhuisbezoek werd hij met de ambulance naar huis gebracht. ‘We rijden nu naar het mooiste plekje in Steenwijkerwold’, sprak hij tegenover het verplegend personeel. Het was een prachtige dag. De zon scheen.
De behandelend arts benadrukte het kalme gemoed waarmee Jan Derk Brandsma het slechte nieuws ontving. Dat had hij weinig eerder gezien. Brandsma probeerde het iedereen in zijn naaste omgeving niet nóg moeilijker te maken dan het al was. Hij zei: ‘Ik heb een mooi leven gehad, heb nergens iets laten liggen. We hebben met elkaar mooie momenten gehad. Het is alleen jammer dat het niet langer mocht duren. Ik heb dikke vette pech.’
Jan Derk Brandsma met zijn kleinzoon Aiden op de fiets. "Ik heb een mooi leven gehad, heb nergens iets laten liggen. We hebben met elkaar mooie momenten gehad." Foto: Aangeleverde foto
Op het laatst had hij voor zijn naaste vrienden en familie nog een persoonlijk woord. Voor kleinzoon Aiden - met wie opa altijd zo graag stoeide in de woonkamer: tafel aan de kant, bril af – sprak Jan Derk Brandsma, hoe moeizaam dat ook ging, een paar dagen voor zijn dood nog een spraakbericht in op zijn telefoon. Daar had Aiden om gevraagd. Dan kon hij opa’s stem nog horen als hij hem miste.
Jan Derk Brandsma was niet kwaad. Hij was verdrietig. Verdrietig dat hij zijn kleinkinderen Aiden en Daantje niet zou zien opgroeien. Verdrietig dat hij zijn Bets in de steek moest laten.
Hij hoefde geen groots afscheid, maar ze moesten proosten op het leven. Mét een bitterbal.
De uitvaart werd een grote reünie van voetballers. Ze spraken liefdevol over Jan Derk Brandsma, hun trainer, die véél meer dan een trainer was geweest. Hij was een mensenmens, een inspirator, een sfeermaker, een voorbeeld. Een simpele jongen.
Tijd van Leven
portretteert in Tijd van Leven inwoners van Groningen of Drenthe die afgelopen tijd zijn overleden. Suggesties? Mail naar: tijdvanleven@dvhn.nl