Onder andere in het Drentse Boterveen leidde de lelieteelt tot aanvaringen tussen telers en bezorgde omwonenden. Foto ter illustratie. Foto: Rens Hooyenga
De Raad van State wil dat de provincie Drenthe uitzoekt of leliebollenteler Maatschap Joling een natuurvergunning nodig heeft voor een beregeningsput bij natuurgebied Uffelterzand.
De zaak sleept al vijf jaar en is aangezwengeld door Michiel Rutten die het natuurgebied achter zijn huis heeft gekocht.
De natuurgrondbezitter wil dat de bollenteler stopt met het gebruik van de grondwaterput bij de Westeresweg in Uffelte. Hij vroeg de provincie om handhaving van het beheerplan voor het Natura 2000-gebied Holtingerveld. Dat verzoek werd afgewezen.
Verdroging van grond
Rutten zegt de grootste moeite te hebben om verdroging tegen te gaan van zijn bezit. Hij is verplicht om moeras open te houden voor de beschermde kamsalamander. Door de put van Joling daalt de grondwaterstand met veertien centimeter, zegt hij.
De provincie neemt het op voor de bollenteler. De put was er al in 2015 en het gebruik mag worden voortgezet. Een natuurbeschermingsvergunning is niet nodig, vindt het provinciebestuur. De zaak kwam in 2021 terecht bij de rechtbank Noord-Nederland. Die denkt daar anders over.
Toch vergunning nodig voor put
De rechtbank stelt dat de provincie niet heeft aangetoond dat de put in 2015 ook daadwerkelijk in gebruik was. Een vergunning is dus misschien wel nodig. Door deze uitspraak kan de bollenteler de put niet gebruiken. Hij beregent met water uit de put van een buurman.
De Raad van State komt in hoger beroep niet verder met de zaak zolang niet duidelijk is of een natuurvergunning nodig is. Als geen vergunning nodig is, dan begaat Joling geen overtreding, zegt de hoogste bestuursrechter. Dat moet de provincie dus eerst uitzoeken. Daar krijgt Drenthe een half jaar de tijd voor.