Herder Julie Teunen en bestuurslid Reinier van Klinken bij de kudde heidekoeien vlak bij Oudemolen. Foto: Geert Job Sevink
Wie denkt dat alleen schapen de Drentse heide begrazen, heeft het mis. Ook heidekoeien zijn ideale grazers. Maar het behouden en versterken van dit eeuwenoude, zeldzame ras is een uitdaging.
Het jongste kalfje is nog maar een dag oud. Ze ligt bij haar moeder, verscholen tussen de struiken op de heide bij Oudemolen. Iets verderop staan nog acht jonge koetjes en elf volwassen heidekoeien. „Best een goed jaar. Ook de moeders zijn in goede conditie”, zegt Julie Teunen, herder van Stichting Schaapskudde het Stroomdal.
Van een afstand lijken ze op melkkoeien. Maar wie dichterbij komt, – liever niet te – ziet de verschillen. Heidekoeien zijn kleiner, lichter en hebben flinke hoorns. Ook zijn ze zelfredzaam en kunnen ze het hele jaar op de heide rondlopen.
Daarbij is het een ideale grazer. De koeien worden samen met de schaapskudde ingezet om het gebied in het Nationaal Park Drentsche Aa te begrazen. „Ze vullen elkaar mooi aan. Ze eten andere vegetatie, waardoor de heide beter beheerst en open blijft. Waar schapen van hot naar her gaan en overal happen, blijven de heidekoeien meer op één plek staan”, zegt Teunen.
Bestuurslid van het Stroomdal Reinier van Klinken, die naast haar staat: „De vraag van terreineigenaren naar de koeien neemt toe”.
Bijna uitgestorven
Ooit liepen veel van deze runderen op de hei. In de jaren dertig van de vorige eeuw waren ze bijna uitgestorven, maar sinds 2006 is de heidekoe weer terug in Nederland. „De koeien werden vroeger gebruikt voor begrazing, bemesting, melk en vlees. Maar vanwege kunstmest en doordat ze relatief weinig melk en vlees leveren, verdwenen ze”, legt Teunen uit.
Het jongste kalfje ligt bij haar moeder tussen de struiken op de heide bij Oudemolen. Foto: Geert Job Sevink
In 2014 besloot het Stroomdal de koeien opnieuw in te zetten, deels geïmporteerd uit Denemarken, om een stukje cultuurhistorie terug te halen naar het gebied. Ook op het Maltingerveld graast een kudde. Het aantal koeien in Nederland groeide in tien jaar van zo’n 150 naar ongeveer 230, verspreid over tien kuddes.
Zeldzamer dan de panda
Vanwege de kleine populatie – „de heidekoe is zeldzamer dan de panda”, zegt Van Klinken – is het ras kwetsbaar. „Met zo weinig dieren is het niet gemakkelijk om een stier te vinden die niet verwant is aan je eigen koeien. Met meerdere fokkers in Nederland is dat ieder jaar een zoektocht”, legt Teunen uit.
Om inteelt te voorkomen en het ras gezond te houden, is goede registratie en een fokprogramma van belang. In 2021 deed de Universiteit in Wageningen daarom DNA-onderzoek bij de koeien van Het Stroomdal. „Ze kijken acht generaties terug. Heel handig, want daardoor hebben we een completer beeld van de populatie”, zegt de herder.
Blauwtong en de wolf
Vorig jaar haalde Het Stroomdal dieren uit Denemarken om koeien uit te wisselen. Ook doet de Universiteit in Wageningen onderzoek naar die mogelijkheid met een aan de heidekoe verwant ras uit Duitsland. Onlangs is een vereniging, Het Heiderund, opgericht met als doel om dieren uit te wisselen. Teunen is ook lid: „We houden een stamboek bij en willen het ras promoten en ervaringen delen over de blauwtong en de wolf.”
Ook daar hebben de kuddes mee te maken. Het Stroomdal verloor twee jaar geleden twee koeien aan het blauwtongvirus. Ook door de komst van de wolf zijn de dieren kwetsbaar.
De kudde van het Stroomdal heeft er negen jonge heidekoetjes bij. Foto: Geert Job Sevink
De herder ziet dat het gedrag van de heidekoeien is veranderd door de wolf. De kudde is extra beschermend, vooral naar de kalfjes. Als ze zich bedreigd voelen, stormen ze met elkaar eropaf en gebruiken ze hun hoorns om zich te verdedigen. Van honden schrikken ze en voor de herders is het oormerken van kalveren een gevaarlijke klus.
‘Dicht bij komen is niet verstandig’’
„Eerst liet ik mijn hond, waarmee ik ook schapen drijf, de koeien ophalen en stond ik er van een afstand bij, maar dat kan niet meer. Als mijn hond dan te dichtbij komt, dan wordt hij zo gepakt.”
Sinds een jaar zijn geen honden meer toegestaan op dit veld. Ook raden ze wandelaars af om dicht bij te komen. Maar niet iedereen luistert daarna, blijkt deze ochtend. Zelfs nadat Van Klinken ze waarschuwt, lopen twee mensen dwars door de kudde. „Mensen zijn eigenwijs”, zegt hij geïrriteerd. „Tussen een kalf en moeder lopen, is niet verstandig. Dan moet je mazzel hebben dat het goed gaat.”
Hoe de populatie van heidekoeien zich ontwikkelt, is volgens Teunen lastig te zeggen. „Dat hangt ook af van de wolf. Als we te maken krijgen met een aanval, dan kan het opeens hard gaan.”