Lelieteler Gert Veninga overhandigt een bos Drentse lelies aan meervoudig olympisch kampioene schaatsen Irene Schouten. Foto: Rens Hooyenga
Wie zich volgend jaar op het Drentse platteland begeeft, zal steeds vaker percelen aantreffen met duurzame Drentse lelies erop. Donderdag zag ‘de bol van de toekomst’ het levenslicht.
In eendrachtige samenwerking trokken lelieteler Gert Veninga uit Smilde en meervoudig olympisch kampioene schaatsen Irene Schouten een doek weg en onthulden zo een wiegje vol met fleurige leliebloemen. Het moest de geboorte voorstellen van de duurzame Drentse leliebol.
Om maar gelijk een spoiler erin te gooien: de nieuwe lelie krijgt niet de naam Irene. De topschaatsster was uitgenodigd voor de aftrap van de campagne om symbolische redenen.
Ze vertelde dat ze als topsporter ook vaak met tegenslagen moest omgaan en dat het doorzettingsvermogen vereist om je doel te bereiken. Als dochter van een teler van tulpen en pioenrozen weet de inwoonster van het Noord-Hollandse Hoogkarspel waar ze over praat.
Vergroeningsslag
In het verhaal van Schouten ging de vergelijking op met de lelieteelt, waar het soms ook een hele zoektocht is naar de juiste soort lelie en een manier van telen waarbij zo weinig mogelijk gewasbeschermingsmiddelen gebruikt hoeven worden. Daar is een groot deel van de Drentse lelietelers al enkele jaren mee bezig. Maar het komend jaar worden er serieuze stappen gezet in die vergroeningsslag.
Elk van de 19 Drentse telers heeft dan minstens één perceel gevuld met duurzame Drentse leliebollen. Binnen drie jaar moet het hele areaal aan lelies in Drenthe aan de duurzaamheidscriteria van de provincie voldoen. Dat wil zeggen dat deze bollen dan qua milieu-impact op hetzelfde niveau zitten als aardappelen of uien.
Irene Schouten in gesprek met Janny Peltjes (rechts), CEO van laboratorium HLB in Wijster. Foto: Rens Hooyenga
Gert Veninga legde uit dat de nieuwe duurzame Drentse leliebol niet staat voor een specifieke soort. Door alle experimenten op het land, in samenwerking met het Hilbrands laboratorium (HLB) in Wijster, is een aantal soorten geschikt bevonden om op voort te borduren.
Tientallen belangstellenden op kraamvisite
Deze bollen zijn bijvoorbeeld resistenter tegen bepaalde schimmels of ziekten. „Dit zijn bollen van de soort Valdosta”, wijst Veninga naar het perceel achter hem. „Maar er zijn meer geschikte soorten die we als gezamenlijke telers gebruiken.”
Gert Veninga stelde graag één van zijn akkers beschikbaar voor de ‘kraamvisite’, die bestond uit enkele tientallen belangstellenden. Waaronder ook veel mediavertegenwoordigers. Want zo langzamerhand is Drenthe het episch centrum van de lelieteelt geworden in Nederland. Niet in de laatste plaats door de polarisatie die erover is ontstaan bij een deel van de bevolking.
Als het aan Gert-Jan Schuinder, gedeputeerde van landbouw, ligt behoort die polarisatie binnen afzienbare tijd tot het verleden. Omdat uitsluitend leliesoorten worden geteeld die verhoudingsgewijs weinig gewasbeschermingsmiddelen gebruiken. Ook hoopt Schuinder dat een goede communicatie gaat helpen bij een positiever imago van de lelieteelt. Feiten boven fabels zogezegd.
400 handhavingsverzoeken
„Laten we vooral met elkaar in gesprek gaan”, benadrukte Schuinder, „samen problemen oplossen in plaats van steeds maar in verzet gaan. Het afgelopen jaar kreeg de provincie meer dan 400 handhavingsverzoeken tegen de lelieteelt. Ik zet de capaciteit van de provincie liever in voor andere zaken.”