Parachutisten zorgen voor spektakel tijdens slotweekend Drenthe Liberty Tour

De laatste dag van de Drenthe Liberty Tour biedt de toeschouwers een waar spektakel. Twaalf parachutisten in historisch uniform maken rond het middaguur een sprong op het Westerborkerveld, met klassieke ronde parachutes.

Op de zandpaden verzamelen zich honderden nieuwsgierigen tussen de geparkeerde rupsvoertuigen, turend naar de strakblauwe hemel. Maar het vliegtuig laat een dik uur op zich wachten.

Voor Henk Vermeulen en Max Reijntjes, allebei in uniform, is die vertraging geen straf. In de cabine van hun M4 High Speed Tractor – „ergens tussen 1943 en 1946 gemaakt” – staan geen canvas stoeltjes, maar een leren Chesterfieldbank. In het briesje dat door de open zijkanten waait, schommelt een ouderwetse schemerlamp. Boven het stuur hangt een ingelijste tegeltjeswijsheid.

„De oorspronkelijke stoelen zijn opnieuw bekleed. Dat zou twee weken geleden klaar zijn, met nadruk op zou”, zegt Reijntjes lachend. De Chesterfield uit de garage doet nu dienst als achterbank, de rest heeft Vermeulen bij de kringloop op de kop getikt.

De M4 is van de Rekwisieten Commissie Koninklijke Landmacht (RCKL), dat historische voertuigen beheert en onderhoudt. Ze worden ingezet bij herdenkingen en de viering van Bevrijdingsdag. „En in films”, zegt Vermeulen. „Deze was te zien in Zwartboek en de Slag om de Schelde.”

Beide mannen hebben een geschiedenis bij defensie. Vermeulen is oud-militair, Reijntjes vrijwilliger. Samen sleutelen ze aan oude voertuigen, en rijden ze mee als het arsenaal de loods in Wassenaar verlaat. Het onderhoud wordt gedaan door een groep liefhebbers, bijna allemaal vrijwilligers. „Een stel zotten bij elkaar”, zegt Reijntjes. Hij noemt het een privilege om er op mee te rijden.

Een paar plaatsen verderop staat de Dodge WC62 van Carlo van Geest. In een onberispelijk historisch uniform zit de Zuid-Hollander op de laadbak een bolletje kaas te eten. Hij rijdt al sinds woensdag 4 april mee met de Liberty Tour. De Dodge kocht hij 12 jaar geleden, de wens sluimerde al veel langer. „Als klein jongetje zag ik in 1985 een grote herdenkingsoptocht in ons dorp. Daar keek ik mijn ogen uit.”

Zeven jaar lang sleutelde hij eigenhandig aan het militaire voertuig, dat in 1943 werd gebouwd en tijdens de bevrijding in Europa belandde. „Hij kan overal geweest zijn, maar eindigde in Franse dienst. Dat zie je aan de aanpassingen die ze toen gedaan hebben.” Nu is de wagen zoveel mogelijk in oude staat teruggebracht. „Kunnen sleutelen is één ding, je moet ook veel research doen.”

Van Geest is geen militair, maar heeft een levenslange fascinatie voor de Tweede Wereldoorlog. Met zijn Dodge rijdt hij vanuit Hoek van Holland naar herdenkingen in heel Europa. Daarbij kampeert hij in de laadbak, ook ‘s winters.

Dat hoort bij het avontuur, vindt hij. „Het is een luxe om jezelf zo te pesten”, zegt hij over de nachten in het bivak van de Liberty Tour. Hij steekt veel tijd en aandacht in tochten als deze. „Dit uniform is redelijk accuraat. Dat moet ook, gepast groen is de dresscode.”

Een man met een rode baard leunt over het portier van de Dodge. „De para’s komen zo, wil jij er een meenemen naar het dorp straks?” Van Geest knikt. „Prima. Ik laat het gebeuren. Zo moet het bij de bevrijding ook gegaan zijn, ik hoor vanzelf wat de bedoeling is.”

Als het vliegtuig voor het eerst overkomt, klinkt er een opgewonden geroezemoes onder het publiek. Twee parachutisten zoeven, bungelend aan legergroene schermen, naar de grond. Maar de wind blijkt een spelbreker; de tweede springer waait richting een bomenrij aan De Vledders en belandt onzacht in de takken.

Om ruimte te maken voor de brandweer komen de rupsvoertuigen gehaast in beweging. Uit de stofwolken komt een antieke jeep tevoorschijn. Op de achterbank zitten twee brandweerlieden met een grote glimmende ladder. De jeep stuift richting de bomenrij, op naar de bevrijding.