Beeld van de handhavings- en toezichtlocatie (HTL) in Hoogeveen, in de volksmond het ‘aso-azc’ genoemd. Foto: Jaspar Moulijn
Het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en de minister hebben steken laten vallen rond de dood van een overlastgevende asielzoeker die in de handhavings- en toezichtlocatie (HTL) in Hoogeveen geplaatst was.
Dat heeft de rechtbank in Den Haag deze week bepaald. Volgens de rechter hebben COA en de minister zich te makkelijk gebaseerd op een ultrakort, ongemotiveerd advies van de gezondheidsdienst voor asielzoekers (GZA) in Hoogeveen. Daarin stond dat er geen sprake was van acute psychiatrische problemen.
De rechtbank stelt dat het COA navraag had moeten doen bij de GZA. Vooral ook omdat het COA bekend was met de psychische situatie van de asielzoeker die op 16 maart 2023 in de HTL was geplaatst. De man dreigde zichzelf te doden, zwaaide met messen en deed alsof hij zijn keel wilde doorsnijden. Ook duwde hij een COA-medewerker weg.
Zelfmoordpogingen
In april en mei probeerde hij zich drie keer van het leven te beroven. Bij de derde keer overleed hij. Hij verbleef toen in de psychiatrische zorginstelling Veldzicht in Balkbrug.
Familieleden van de asielzoeker spanden een zaak aan tegen het COA en de minister omdat ze het niet eens waren met het besluit om de man in de HTL onder te brengen en hem afgezonderd op een kamer te laten verblijven. Volgens de nabestaanden was hij ernstig geestesziek en had de man niet geplaatst mogen worden in de HTL.
‘Ongemotiveerd advies’
Er had, volgens de familie, een controle moeten plaatsvinden door een deskundig psycholoog of psychiater om te kunnen beoordelen of sprake was van een psychische stoornis of niet. De rechter ging daarin mee: „Het advies van de GZA was ongemotiveerd en onduidelijk.’’
Omdat de zaak een beroep was tegen het besluit van het COA en de minister om de asielzoeker in de HTL te plaatsen, bepaalde de rechter dat dat beroep gegrond is. De familie van de overleden man krijgt een schadevergoeding van 1125 euro voor de 45 dagen waarop hij in zijn vrijheid is beperkt. Ook moeten COA en de minister de proceskosten betalen.