Roelof Heida: anarchist en milieuactivist Eigen foto
Roelof Heida (67) uit Emmen was een strijder van het vredelievende soort. Hij vocht tegen alles wat hem aan het hart ging: bomenkap, de jacht op roeken in Zuidoost-Drenthe en de opslag van kernafval in Gasselte. Bovenal was hij vóór een betere wereld.
Roeken afschieten, als experiment? Wat een onzalig plan! Toen vogelman Roelof Heida ervan hoorde, besloot hij zich op te werpen als redder van zijn gevederde vrienden. Hij beet zich er zo in vast dat het hem op de redactie van Dagblad van het Noorden, waar hij geregeld binnenviel, de bijnaam Roekie Roelof opleverde.
Roelof was een markante verschijning: groot, halflang haar, baardje, een wat houterige motoriek. Vol grapjes, maar ook bloedserieus. Hij vond dat je moest redden wat je kon: van vogels tot mensen. De aarde, eigenlijk.
Daarom deed hij mee aan allerlei demonstraties, onder meer tegen kernenergie en de opslag van kernafval, en verzette hij zich met pen en papier tegen ontwikkelingen die hij ongewenst achtte. Tv kijken deed hij amper; hij zat ‘s avonds bestemmingsplannen door te worstelen, krantenartikelen uit te knippen en brieven te schrijven aan gemeenten en provincie.
‘Ik kan niet stilzitten’
„Ik weet niet wat mijn drive is”, zei hij zelf. „Ik doe het voor iedereen die er belang bij heeft. Maar ik kan ook niet stilzitten. Als ik dat wel doe, schrijf ik bezwaarschriften. Er is altijd wel wat.”
Roelof Heida met zijn eeuwige verrekijker op de hei Eigen foto
De geboren Fries groeide op in Emmen, waar zijn vader in de Honeywell-fabriek werkte. Het was geen warm nest. Zijn moeder was beschadigd uit haar eigen jeugd gekomen en het opvoeden van haar eerste kind viel haar zwaar. Roelof was druk en niet gemakkelijk. Razende Roeltje werd hij door zijn twee broertjes genoemd.
Toen het uit de hand liep tussen zijn moeder en hem, waarbij klappen vielen, besloot zijn vader hem onder te brengen bij een collega. Vijftien jaar was Roelof, die het hoogst onrechtvaardig vond en het als traumatisch ervoer.
Bij de collega klikte het niet. Er volgde een zwerftocht langs logeeradressen. Roelof, die moeilijk kon leren, stopte met school.
Vogels tellen in Bargerveen
Hij bezorgde kranten en raakte bevriend met de zoon van de distributeur: Luuc Bos. Dagenlang struinden zij door het Bargerveen, waar Luuc later schaapherder werd. Samen telden ze vogels voor onderzoeksinstituut SOVON, waar Roelof de rest van zijn leven mee doorging.
Hij werd lid van de Nederlandse Jeugdbond voor Natuurstudie (NJN). Dit veranderde zijn leven. De NJN was één grote familie, een warm bad voor Roelof. Hier voelde hij, in tegenstelling tot thuis, dat hij er mocht zíjn.
Toen hij in dienst moest, weigerde hij. Hij ging voor een vervangende dienst naar Terschelling, waar de weidse natuur hem rust gaf. Eigenlijk was hij tegen het leger omdat Defensie in zijn ogen de natuur vernielde. Hij werd anti-militarist en sloot zich aan bij acties om gevangen totaalweigeraars te steunen.
Anarchisme
Hij kwam in aanraking met het anarchisme, wat hem erg aansprak. Behalve demonstreren tegen van alles en nog wat probeerde Roelof vooral goed te doen in zijn eigen omgeving: hij gooide geen spullen weg, maar gaf ze aan mensen die ze beter konden gebruiken, kocht tweedehands, beschermde de natuur, deed veel op de fiets en kocht biologisch, lokaal eten.
Roelof was graag in de natuur om te fietsen én te klussen Eigen foto
Hij vond de liefde in Lily, die hij kende van de NJN. Ze trok bij hem in in ‘zijn’ kraakpand: een boerderij in de wijk Rietlanden, die later omgetoverd zou worden tot jeugdsoos. Het was een zoete inval én een uitvalsbasis voor acties. Bij een grote NAVO-oefening in de buurt veranderde Roelof de richtingborden en stuurde de tanks letterlijk het bos in.
Ze kregen twee kinderen: Wietske en Sierd. Dat was een uitdaging voor Roelof. Opeens moest er ook nog worden opgevoed, naast zijn werk voor Milieu Rondomme waar hij voorzitter was geworden, de contacten met journalisten, ambtenaren en politici, het bestuderen van bestemmingsplannen, het bestrijden van vervuilers en het tegenhouden van megastallen.
Luiers van katoen
Het betekende compromissen sluiten: spullen kopen voor de kinderen, waaronder luiers (natuurlijk van katoen) en hen naar school sturen voor een goede toekomst. Roelof besloot zelf ook weer te gaan en werd na een opleiding aan de Tuinbouwschool boomchirurg.
De relatie met Lily liep tot zijn grote verdriet stuk. Hij bleef alleen achter, ontredderd. Had nergens meer zin in. Kookte alleen nog eten als de kinderen ‘s weekends kwamen. Dan was het feest.
Via zijn beste vriend ging hij als vrijwilliger aan de slag op een geitenboerderij. Geiten had Roelof, nadat hij er in het Bargerveen kennis mee had gemaakt, ook gehad bij het kraakpand. Het werk deed hem goed en langzamerhand krabbelde hij weer op.
Conciërge
Toen de gemeente vond hij dat hij toch maar weer iets betaalds moest doen, werd hij conciërge. Eerst op obs Op ‘t Veld en daarna de Catamaran, scholen voor moeilijk opvoedbare kinderen. Het beviel hem uitstekend. Hij regelde, troostte en suste ruzies.
Ondertussen waren de Zwitserse Esther en haar peuterdochtertje Stella in zijn leven gekomen. Ze kenden elkaar via een anarchistencamping in Appelscha. Toen Stella’s vader overleed, ontfermde Roelof zich over hen. Ze bleven tot het einde samen.
Dat einde was moeilijk. Op een dag, zes jaar geleden, kreeg Roelof te horen dat het op school niet meer ging. Hij vergat dingen, verloor het overzicht en wist niet meer wat hij met zijn gereedschap moest. Hij bleek aan dementie te lijden. Soms maakte hij er grapjes over, soms vloekte en tierde hij. Niets kon de hallucinaties, die hij op den duur 24 uur per dag had, stoppen.
De laatste jaren woonde hij op de gesloten afdeling van de Noorderboog in Meppel, waar hij in november overleed.
Tijd van Leven
Dagblad van het Noorden portretteert in Tijd van Leven inwoners van Groningen of Drenthe die de afgelopen tijd zijn overleden. Suggesties? Mail naar: tijdvanleven@dvhn.nl.