De Ericase paasvuurbouwers van De Mammoet boden de Tweede Kamer dinsdag een petitie aan om deze traditie te erkennen als immaterieel erfgoed. Foto: ANP/ Hollandse Hoogte / Laurens van Putten
Een officiële aanvraag voor een beschermde status van de paasvuurtraditie als immaterieel erfgoed „zou zeker kansrijk zijn”.
Dat zegt het Kenniscentrum voor Immaterieel Erfgoed Nederland (KIEN) in reactie op de campagne die een groep inwoners van Erica is gestart voor een officiële erkenning van het paasvuur als immaterieel erfgoed. Met hun stichting De Mammoet boden zij dinsdag in Den Haag een petitie aan waarin ze de Tweede Kamer oproepen daar werk van te maken.
‘Zoveel meer dan fikkie stoken’
KIEN-directeur Saskia van Oostveen is enthousiast en wil graag meedenken. „Het paasvuur is zoveel meer dan alleen fikkie stoken. Het is traditie, een gevoel, een evenement dat gemeenschappen bindt en van grote sociale en maatschappelijke betekenis is en daarom bescherming verdient.”
KIEN coördineert sinds 2012 de uitvoering van het Unesco Verdrag ter Bescherming van het Immaterieel Cultureel Erfgoed in Nederland. Het kenniscentrum adviseert en begeleidt initiatieven om typisch Nederlandse tradities en gebruiken erkend te krijgen, met een vermelding in het landelijke inventaris of de wereldwijde erfgoedlijst.
Het vooral in Noord- en Oost-Nederland gekoesterde paasvuur heeft goede kaarten voor zo’n erkenning. Sterker: het jaarlijkse paasvuur in het Twentse Espelo is een paar jaar geleden al bijgeschreven in de nationale inventarislijst. Maar de traditie verdient een bredere erkenning, vindt Van Oostveen.
„Het paasvuur voldoet aan de drie basisvoorwaarden. Het gaat om ‘levend’ erfgoed, dat vandaag de dag nog beoefend wordt. Een tweede vereiste is dat het actief wordt ‘gedragen’ door mensen die het belangrijk vinden het van generatie op generatie in stand te houden. En tot slot mag het niet bij wet verboden zijn.” Dierenleed is bijvoorbeeld taboe.
‘Een fijn en sociaal gebeuren’
Dat zit bij de paasvuurtraditie allemaal goed, zegt de KIEN-directeur. „Het is een fijn en sociaal gebeuren waar hele dorpsgemeenschappen voor in touw zijn. Jongeren trappen geen rotzooi maar helpen met bouwen, maar ook ouderen doen mee en worden uit hun eenzaamheid getrokken. Dan zou je zeggen: Gemeente, knijp in je handen met zo’n traditie.”
Maar juist daar lopen paasbultbouwers tegen steeds meer obstakels aan, zegt woordvoerder Barry Gepken van de stichting De Mammoet die het paasvuur in Erica coördineert. Dat kost ieder jaar meer moeite, die dit jaar uiteindelijk ook nog eens niet wordt beloond doordat de gemeente de toestemming introk vanwege de droogte.
Voor de vereiste vergunning moest De Mammoet onder meer aantonen dat het paasvuur geen stikstofuitstoot in de natuur brengt of beschermde dieren en plantensoorten schaadt. Bovendien zijn stichtingsbestuurders financieel aansprakelijk als het mis gaat. „Dat is voor een clubje als van ons nauwelijks meer te dragen”, zegt Gepken.
‘Winstwaarschuwing: geen absolute bescherming’
Een status als immaterieel erfgoed biedt geen „absolute en eeuwige bescherming”, zegt Van Oostveen bij wijze van ‘winstwaarschuwing vooraf’. „We hebben ons allemaal aan de wet- en regelgeving te houden. Maar we kunnen wel kijken of er overbodige obstakels zijn op te ruimen.”
Dat is in het algemeen een onderwerp van gesprek met de koepels van Nederlandse gemeenten (VNG) en de provincies (IPO) en het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, zegt de KIEN-directeur. „We zijn continu aan het kijken hoe we tradities gezamenlijk nieuwe toekomst kunnen geven.”
Een plek op de werelderfgoedlijst is waarschijnlijk een brug te ver, denkt Van Oostveen. Dat vergt een meestal jarenlange procedure en een door de regering ondersteunde formele aanvraag namens het Koninkrijk der Nederland bij de Unesco. Dat is nog maar een paar keer gelukt, onder meer voor het molenaarsambt, de bloemen- en fruitcorso-cultuur, het Rotterdamse zomercarnaval en de valkerij, de traditionele jacht met valken.